erfgoedobject

Hoevecomplex met neoclassicistisch boerenburgerhuis

bouwkundig element
ID
307083
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307083

Juridische gevolgen

Beschrijving

Opgedeeld hoevecomplex met boerenburgerhuis met neoclassicistische elementen uit 1852, gebouwd in opdracht van Ludovicus-Gustave-Gilbert Deschrynmaekers, toenmalig burgemeester van Dormaal. In 1855 volgde een uitbreiding met twee bijkomende volumes ten oosten van de woning, waardoor een U-vormige hoeve werd gevormd. Na opsplitsing van de hoeve in twee eigendommen in 1920, werd het westelijke deel in 1934 uitgebreid met een stal.

Historiek

De omgeving van deze hoeve was volgens de 18de-eeuwse Villaret- en Ferrariskaarten enkel bebouwd met een klein volume in het hoekperceel tussen de huidige Grote Steenweg en de Kerkstraat. Het primitief kadasterplan (1828) specificeert dat het gaat om een dubbelwoonst. Op de plaats van het huidige boerenburgerhuis werd in 1848 een bescheiden woning met winkeltje gebouwd door Maria Theresia Buvé. De bestaande eind-18de-eeuwse dubbelwoonst, meer westelijk gelegen op het perceel, was toen al gesloopt. De woning en percelen werden kort erna opgekocht door burgemeester Ludovicus-Gustave-Gilbert Deschrynmaekers, die in 1852 een ‘reconstruction totale’ uitvoerde op de bestaande woning. In 1855-1856 volgde een uitbreiding door middel van twee bijkomende volumes waardoor een U-vormig geheel werd gevormd.

In navolging van de erfenis van Deschrynmaekers in 1920 volgde de opdeling van de U-vormige hoeve. Het huis en hof (het westelijk deel van het centrale volume) werden aangekocht door Romanus Ponsaerts-Reynders, veekoopman uit Dormaal, en vormt nu huisnummer 61. De schuur, stal en boomgaard, die het gehele oostelijke deel van het erf innemen, werden aangekocht door landbouwer Gerardus-Evrardus Vanrijckelen-Ponsaerts, en vormen nu nummer 63. Deze laatste voerde tijdens het interbellum uitbreidingen uit van de stalvleugel (oostflank).

In 1934 een stalgedeelte van vier traveeën toegevoegd aan de westgevel van het woonhuis. De vrijstaande open stallen ten westen van het woonhuis werden midden 20ste eeuw gebouwd. De vrijstaande stal ten noordoosten werd in de jaren 1980 opgericht.

Beschrijving

Het hoevecomplex is gelegen op de hoek van de Grote Steenweg, een verbindingsweg tussen Tienen en Sint-Truiden, en de Kerkstraat van Dormaal. Het bestaat uit diverse verankerde, rode bakstenen volumes onder zadeldaken: een boerenburgerhuis, voormalige stallen en een dwarsschuur. De hoeve werd in 1920 in twee hoeves opgedeeld.

Het eerste erf op nummer 61, met de boerenwoning uit 1852, ligt op de hoek met de Kerkstraat. Het geheel wordt volledig omsloten door bakstenen muren en poorten.

Het neoclassicistische boerenburgerhuis uit 1852, gelegen aan de Grote Steenweg, vormt de blikvanger van het hoevecomplex. Het is een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een rood pannen zadeldak. Rode baksteenbouw op lage hardstenen plint met keldergaten. Lijstgevel afgezoomd met een geprofileerde houten kroonlijst, ten dele op klossen en in de drie centrale traveeën bekroond met een breed driehoekig fronton met oculus. Horizontale ritmering door de hardstenen doorlopende onderdorpels van de bovenvensters en de baksteenfries onder de kroonlijst. Rechthoekige muuropeningen in geprofileerde hardstenen omlijstingen, regelmatig in de traveeën geplaatst. De lekdrempels op de begane grond worden gesteund door gegroefde consoles. Het vensterschrijnwerk werd vernieuwd. Centrale voordeur met bovenlicht, met natuurstenen omlijsting met geprofileerde kroonlijst,; bewaarde houten paneeldeur. De achtergevel van het woonhuis heeft eenzelfde opbouw als de voorgevel maar de vensters hebben enkel een hardstenen latei en lekdrempel. De oostelijke, ten dele getrapte zijpuntgevel is blind en bekleed met plaatmateriaal. De westelijke zijpuntgevel heeft een centraal venster in de top.

De stal uit 1934, aangebouwd tegen de westelijke zijpuntgevel van het woonhuis, bestaat uit vier traveeën en anderhalve bouwlaag; vierkante vensters met houten latei en een centrale dubbele houten stalpoort eveneens met houten latei. Net onder de dakrand in de centrale travee zit een laadvenster dat de doorlopende gecementeerde fries onderbreekt. Vier gewitte muurankers zijn zichtbaar tussen de verschillende traveeën. De erfgevel omvat eveneens een centrale stalpoort onder latei, en twee staldeuren. Ook het centrale laadvenster is aanwezig maar is van latere datum, getuige een bouwnaad en verschil in baksteengebruik van het dakvenster met sterk overkragend pannendak. Overigens ten dele aangepaste muuropeningen. Een venster en deur onder gedeelde latei, een stalvenster met segmentbogige rollaag en staldeur onder houten latei.

Bij de noordoostelijke hoek van het boerenhuis sluit de voormalige stalvleugel aan, haaks op de woning gebouwd. Deze knoopt aan bij de schuur van huisnummer 63. Het volume telt anderhalve bouwlaag, en heeft twee staldeuren en drie stalvensters in verschillende formaten onder een segmentbogige rollaag. Op de tweede bouwlaag zit een centraal dakvenster met rechthoekig laadluik. Onder de kroonlijst vinden we nog een tweede, eveneens rechthoekig laadluik. Beide hebben een forse hardstenen lekdrempel. Het volume doet vandaag dienst als aanvullende woonvertrekken, aansluitend op het woonhuis.

Het tweede erf op nummer 63 wordt langs drie zijden omsloten door hoevegebouwen. De koer wordt, langs de Grote Steenweg, aan het zicht onttrokken door een hoge bakstenen muur met hardstenen muurplaat en moderne houten poort. Met de opdeling van het hoevecomplex in 1920, werden de noordelijke dwarsschuur en oostelijke stalvleugel van het U-vormige complex afgesplitst tot een apart geheel. Pas na verbouwingen in de daarop volgende jaren werd het pand ook bewoond. Vandaag zijn de oorspronkelijke schuur en stal verbouwd tot de woonvertrekken van nummer 63.

De noordvleugel van het erf wordt gevormd door de voormalige dwarsschuur van drie traveeën en twee bouwlagen uit 1855. De centrale, rondbogige poortdoorrit geeft toegang tot de achterliggende tuin. Aan weerszijden van de doorrit zijn de tasruimten verbouwd tot woonvertrekken, zo verraden twee schoorstenen aan de oost- en westgevel en twee volledig dicht gemetste binnenmuren langs de doorrit, voorzien van vensters en deuren. De erfgevel is blind, met uitzondering van de grote centrale rondboogpoort met hardstenen omlijsting met negblokkken. De houten poort werd er vervangen door een glazen wand. Daarboven een venster met hardstenen latei en lekdrempel. Recent werden aan weerszijden daarvan nog twee vensters in dezelfde stijl ingebracht. Aan de noordelijke achtergevel is nog moeilijk af te leiden dat dit volume oorspronkelijk dienst deed als schuur. Centraal vinden we wel een met glas opgevulde segmentbogige poortopening. Hier geen hardstenen omlijsting zoals in de straatgevel maar een bakstenen rollaag.  De vele rechthoekige vensters op de bovenverdieping hebben een  hardstenen latei en dito lekdrempel. De deuren en vensters op het gelijkvloers zijn rechthoekig met forse hardstenen lijsten.

In de oostvleugel vinden we een voormalige stalvleugel, in oorsprong uit 1855 maar verbouwd en uitgebreid in 1928 en 1935. Het volume van anderhalve bouwlaag met onregelmatige travee-indeling heeft een zadeldak met gesmoorde zwarte dakpannen. Aan de oostzijde zorgen zes moderne dakvlakvensters voor lichtinval. De langsgevel aan de binnenkoer is bepleisterd, maar de muurankers blijven zichtbaar. De voormalige staldeuren en vensters zijn rechthoekig met hardstenen latei. Centraal bevindt zich een korfboogpoort. De oostelijke langgevel is onbepleisterd en wordt geopend door rechthoekige deuren en vensters met forse harstenen omlijsting. De kopgevel langs de straatzijde wordt geopend door drie stalvensters met rondbogige rollaag, waarvan het middelste venster blind is.  De top is bepleisterd met daaronder anderhalve bouwlaag uit baksteen met consoles en uitgewerkte sierelementen. Een steekboogvenster in de tweede bouwlaag bevindt zich op de overgang tussen het baksteen- en pleisterwerk. De noordelijke kopgevel wordt geopend door rechthoekige deuren en vensters met hardsteen omlijsting, zoals deze in de achtergevel van de schuur.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Zoutleeuw, Dormaal, Sectie C, 1849/5, 1853/17, 1857/3, 1922/2, 1935/5.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Primitief kadaster Zoutleeuw, afdeling Dormaal, Sectie C, 1830-1834.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique de Dormael, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Kaart van Villaret, Institut National de l’Information Géographique et Forestière, Sint-Mande (France), CH 292, uitgegeven in 1745, schaal 1:14.400.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • DIRIX E. & GOVAERTS S. 2019: Terreinbezoek Boerenburgerwoning (Dormaal) (terreinbezoek op 09 januari 2019).

Auteurs: Dirix, Evelien; Goovaerts, Sebastiaan; Cornelissen, Tom
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoevecomplex met neoclassicistisch boerenburgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/307083 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.