erfgoedobject

Woning De Bruycker

bouwkundig element
ID
306751
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306751

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning De Bruycker
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Woning De Bruycker
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Woning De Bruycker
    Deze bescherming was geldig van tot

Beschrijving

Architecten Johan Raman en Fritz Schaffrath dienden de bouwaanvraag voor de woning van Gilbert De Bruycker in op 26 maart 1969. Bouwheer Gilbert De Bruycker was grafisch tekenaar en later politieagent, zijn toenmalige echtgenote Marcella Baete was onderwijzeres en zou in de jaren 1990 bekendheid verwerven als schrijfster van onder meer de bekroonde roman Kasterbant. Gilbert De Bruycker bezocht de Gentse academie op zoek naar een jonge, talentrijke architect voor zijn woning en werd doorverwezen naar Fritz Schaffrath, met wie het onmiddellijk klikte. Het gezin De Bruycker-Baete, dat al vier eigen kinderen had en in 1972 nog twee kinderen zou adopteren, betrok de woning in 1970.

Woning De Bruycker is een representatief voorbeeld van een rijwoning ontworpen door het architectenbureau Raman & Schaffrath. Naast de woningen De Zordo en Cleyman is de woning één van de meest gepubliceerde rijwoningen van het architectenduo. Deze drie ontwerpen kregen ook internationale erkenning en werden bekroond bij de Internationale Prijs voor Architectuur Eternit. Woning De Bruycker kreeg een vermelding bij de editie van 1972. De jury, waarin ook Renaat Braem zetelde, prees de woning onder meer omwille van haar intelligente organisatie en de expressiviteit van de architectuur, die zorgden voor een optimaal comfort binnen een beperkt budget en die getuigden van het talent van de ontwerpers.

Binnen de strikte beperkingen van de verkaveling voor rijwoningen "met een sociaal karakter" van de Mimosa- en Dahliastraat en gebonden door het beperkte budget van de bouwheer, slaagden de architecten er toch in om een ruimtelijk interessante en functionele gezinswoning te creëren. Ze ontwierpen de woning daarenboven als een totaalconcept waarbij ook interieurelementen zorgvuldig werden uitgedacht.

Woning De Bruycker valt op door haar gesloten exterieur, opgebouwd uit eenvoudige geometrische vormen als cilinders en rechthoekige vlakken. De geslotenheid van de gevels wordt aan straatzijde slechts spaarzaam door lichtopeningen doorbroken. De woning wordt hierdoor naar binnen gericht en krijgt een sterk privaat karakter. In het exterieur wordt baksteen gecombineerd met enkele details in zichtbeton, dat ook in het interieur aanwezig is. Door haar vormgeving en materiaalgebruik sluit woning De Bruycker aan bij het brutalisme. Ze kwam ook tot stand in een periode waarin de brutalistische stroming in het Gentse een hoogtepunt kende. De woning vertoont daarnaast eveneens invloeden van het werk van Alvar Aalto, Louis I Kahn en het structuralisme en sluit aan bij de Belgische modernistische architectuurtraditie van het interbellum. Woning De Bruycker getuigt aldus van heterogene, modernistische referenties die haar tot een representatief voorbeeld maken van vooruitstrevende architectuur.

In de periode na de Tweede Wereldoorlog explodeerde de woningbouw in ons land. Vaak golden binnen verkavelingen strikte bouwvoorschriften op stilistisch vlak. De wetgeving stimuleerde de private woningbouw, waar de modernistische architectuur moeilijk voet aan de grond kreeg. Exponenten van vooruitstrevende architectuur, zoals woning De Bruycker, zijn in het architectuurlandschap dat zo ontstond eerder uitzondering dan regel.

Exterieur

Woning De Bruycker maakt deel uit van een verkaveling met eenvoudige, kleinschalige rijwoningen. Ze is opgetrokken op een iets breder lot dan de meeste andere woningen in de straat.

De rijwoning telt twee bouwlagen met links een dieperliggende garage van één bouwlaag. De oprijlaan naar de garage bestaat uit bakstenen die in strekverband werden geplaatst. De lijstgevels met parement in rode baksteen, onder een plat dak met dunne zinken aflijning, zijn opvallend gesloten, grotendeels blind uitgevoerd en vrij eenvoudig van opbouw. De gevels worden doorbroken door rechthoekige venster- en deuropeningen, ingevuld met het originele zwart geschilderde, stalen schrijnwerk. Door de teruggetrokken garage zijn zowel de voor- als zijgevel zichtbaar vanop de openbare weg.

De voorgevel (gericht naar het noordoosten) kenmerkt zich door de combinatie van twee eenvoudige, geometrische figuren: een rechthoek links en een halve cilinder rechts. Beide zijn subtiel van elkaar gescheiden door een dieperliggende betonstrook, op de verdieping doorbroken door een smal rechthoekig venster. Het gesloten, rechthoekige gevelvlak wordt in de rechter benedenhoek doorbroken door een dieperliggende voordeur, voorzien van draadglas. Links van de voordeur verlicht een langwerpig, smal bandvenster, ingevuld met draadglas, de keuken. Rechts erboven bevindt zich een kleine, zwartgeschilderde cirkelvormige opening op een vierkant, metalen grondvlak, voor de afvoer van de afzuigkap. Een rechthoekig venster op de eerste verdieping maakt een directe verbinding met het bandvenster dat de zijgevel over de volledige lengte doorbreekt. De halve cilinder rechts is volledig blind uitgevoerd en veruitwendigt de achterliggende trapkoker met spiltrap.

De naar het zuidoosten gerichte zijgevel wordt op de eerste verdieping alleen doorbroken door het hoger genoemde bandvenster, dat ook hier wordt verbonden met een rechthoekig venster in de achtergevel. Verder vertrekt een vierkante regenafvoer van een ondiepe inkeping bovenaan de linkerkant van het gevelvlak. Tegen deze gevel is de garage als een eenvoudig, balkvormig volume met zwarte, metalen poort aangebouwd. De garagepoort is excentrisch geplaatst en loopt door tot in de hoek waar ze visueel aansluit op een rechthoekig venster in de zijgevel, dat doorloopt tot op de grond.

De achtergevel wordt op de verdieping slechts door twee kleine vensters doorbroken, die op dezelfde hoogte zijn geplaatst. Behalve het eerder genoemde rechthoekige venster in het verlengde van het bandvenster van de zijgevel is er nog een rechthoekig venster op de linker gevelrand. Op de benedenverdieping is deze gevel iets complexer van opbouw en meer opengewerkt. Aan de linkerkant markeert een insprong een klein, rechthoekig terras uitgevoerd in rode baksteen op hun strekse zijde geplaatst, waartoe een deurvenster vanuit de living toegang geeft. Het gevelvlak wordt ter hoogte van de living verder nog doorbroken door een rechthoekig venster en ter hoogte van de garage door een deur. Tussen living en garage zijn twee markante, halfcilindervormige sokkels te zien, die oorspronkelijk allebei voorzien waren van een zwart geschilderde buis in vezelcement als schoorsteen. De buis van de rechtersokkel werd verwijderd.

Naast het hoger vermelde terras is er een gelijkaardig terras voorzien ter hoogte van de garage. De achtergevel volgend werd ook een baksteenstrook van één strek breed aangebracht.

Interieur

De voordeur geeft toegang tot een kleine inkomhal met rechthoekig grondplan. Rechts van de voordeur vertrekt een zwart gelakte, metalen spiltrap, ontworpen door de architecten, naar de verdieping. In de linkerachterhoek van de inkomhal is een nis voorzien. Het toilet bevindt zich daar tegenover.

Een deur in de zuidwestwand van de inkomhal geeft toegang tot de living met aansluitende, open keuken. De living heeft een bijna vierkant grondplan, waaruit alleen aan de tuinzijde achteraan rechts een kleine, rechthoekige uitsnede is gemaakt, met een deur die uitgeeft op het terras. Een sober uitgewerkt, maar toch opvallend element in de living is de open haard die in de zuidoostwand is ingewerkt. De wand zelf springt in aan de kant van de tuin. In de nis die zo ontstaat, is een massieve, horizontale, bepleisterde en witgeschilderde cilinder te zien, die het afvoerkanaal voor de rook van de haard bevat.

De keuken met rechthoekig grondplan bevindt zich vooraan aan de straatzijde en sluit aan op de living. Ze bewaart de volledige inrichting ontworpen door de architecten.

De smalle, zwartgeschilderde metalen, open spiltrap rechts van de voordeur is in een cilindervormige koker geplaatst. De overloop op de verdieping bevindt zich langs de rechterflank van de woning. Een markant element is de op maat gemaakte, kamerhoge vaste kast langs de volledige lengte van de rechterwand, ook ontworpen door de architecten.

De overloop geeft toegang tot de slaapkamer van de ouders en de kinderkamers met centrale studeerkamer, allemaal gelegen aan de linkerkant van de woning en verlicht door één langgerekt, smal bandvenster in de zijgevel, met uitlopers in de voor- en achtergevel.

  • Archief van de Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning van Stad Gent, Verkavelingsplannen, 1967_WO_046. Informatie verkregen via mail van 15 oktober 2018.
  • Het Nieuwe Instituut, Archief O. Greiner, GREO66039d28, Eternitprijs 1972. Correspondentie, juryrapport en andere geschreven stukken. 1973-1974. Het juryrapport werd per mail bezorgd door I. De Jong op 29 mei 2018.
  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/146.1, Woning De Zordo in Gent (DEPUYDT K. 2018).
  • Privéarchief van Fritz Schaffrath, Dossier DEB.703.69.01.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Wondelgem, dossier Litt_M_14_69.
  • ELSER O., KURZ P. & CACHOLA SCHMAL P. 2017: SOS Brutalism A global survey, Zürich.
  • S.N. 1989: Bijlage Architectuurkaart België, Archis 9.
  • VAN HERCK K., AVERMAETE T.(ed.) 2006: Wonen in welvaart, Rotterdam, Antwerpen.

Bron: Onroerend Erfgoed, Beschermingsdossier 4.001/44021/141.1, Woning De Bruycker.
Auteurs: De Houwer, Veerle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning De Bruycker [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306751 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.