Martin Holtzer ontwierp deze modernistische gezinswoning met brutalistische elementen in halfopen bebouwing voor de familie Cools-Vlaminck in 1978. Op het langwerpige en smalle perceel waarvan de straatzijde noordoostelijk georiënteerd is, plaatst de architect een speels onregelmatig volume met geometrische in- en uitsprongen en hier en daar een bloembak. Het hoofdvolume van de woning telt twee bouwlagen met een uitbouw achteraan van één bouwlaag, alles onder plat dak. Het parement is uitgevoerd in bruinrood baksteenmetselwerk in halfsteens verband waartussen enkele opvallende accenten in ruw zichtbeton. Het buitenschrijnwerk werd uitgevoerd in zwart gekleurd hout en op de bovenverdieping afgewerkt tot aan de dakrand met zwartgekleurde houten panelen, de stalen garagepoort in zwarte verticale stroken is zwart geschilderd. Volgens de bouwaanvraag werd een discreet zwartkleurig dakrandprofiel voorzien, heden in licht metaalkleur. De regenwaterafvoer van het dak achteraan gebeurt via een ketting.

De architect wist de drie zijden van de woning ten volle dynamisch te benutten, rekening houdend met de oriëntatie van het perceel. Het volume wordt gemarkeerd door een schuin geplaatst hoekvolume ten oosten met garage, voorzien van een driehoekige uitbouw op de bovenverdieping ervan en geflankeerd door insprongen van de gevels. De driehoekige insprong in het midden van de benedenverdieping van de straatgevel wordt rechts begrensd door de berging en fietsenstalling. De toegang tot de berging zit verscholen in de anderhalve meter diepe nis rechts in de vrij gesloten gevel. Op de eerste verdieping, ter hoogte van de slaapkamers, is een diepere, driehoekige insprong van de gevel voorzien. De rechtse kamer beschikt over een balkon in de insprong met borstwering in ruw zichtbeton. De linkse kamer zit verscholen in de driehoekige uitbouw boven de garage en heeft een balkon eveneens in ruw zichtbeton ter hoogte van de flankerende insprong in de zijgevel. Deze insprong is voorzien van een ruime vensterzone.

De inkomdeur bevindt zich aan de linkerzijde van de garage in een dieper gelegen nis, bereikbaar via drie treden, onder een luifel gevormd door het balkon op de eerste verdieping. Links van de toegangsdeur is er een twee verdiepingen hoge, blinde, driehoekige uitbouw. Links daarvan bevindt zich nogmaals een kleine driehoekige insprong en een volume van één bouwlaag waarin zich de keuken bevindt. De insprong heeft aan de zijde van de keuken een lang en smal oostelijk georiënteerd venster. Achteraan bevindt zich een smallere, eenlaagse uitbouw tegen de perceelsgrens waarin zich de lager gelegen zithoek bevindt. De bovenverdieping van het hoofdvolume, waarachter de vide van de eetkamer schuilgaat, is uitgewerkt als een ruim beglaasd volume met vensters ter hoogte van de zijgevel en een gevelbreed bandvenster onder een hellend bitumen dakje aan de achtergevel. Bepaalde kleine elementen, zoals de opvallende asbest schouwpijpen zoals die op het oorspronkelijk plan voorkwamen, zijn niet aanwezig.

De open planindeling is erg beredeneerd. Op de begane grond zijn de leefruimtes achterin gelegen met zicht op - en toegang tot - een rustige tuin en ruime terrassen. De centraal gelegen inkom krijgt indirect licht via een dakkoepel boven in het trappenhuis links van de inkom en door het licht dat binnenvalt via de bar en eetkamer. De lager gelegen zithoek en de vide in de eetkamer versterken de ruimtelijkheid en houden het interieur licht en luchtig. Het trappenhuis geeft op de eerste verdieping toegang tot een polyvalente ruimte die afgescheiden wordt van de vide door een plantenbak. Tussen de beide slaapkamers en de polyvalente ruimte bevinden zich een badkamer en een kleine douchekamer die beiden verbonden zijn met één van de kamers en elk verlicht worden via een dakkoepel.

De huidige toestand van het interieur is niet gekend.