Hoeve geschonken aan het Weldadigheidsbureel van de stad Ieper zie opschrift "Gift, J. Capron - 1897" op gevelsteen in linker zijgevel van boerenhuis. Volgens oude kaarten, in de 18de en 19de eeuw volledig omwalde hoeve. Na 1918, deel van wal geplaveid en ommuurd, en boerenhuis herbouwd. Laatst genoemde op 25 april 1944 vernield bij de eerste Engelse luchtaanval op nabijgelegen Duits vliegveld, waarna herbouwd in de wederopbouwtrant van de jaren 1920.

Hoeve met losse bestanddelen: U-vormige opstelling van verankerde, rood bakstenen gebouwen onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen) met overkragende rand rustend op houten modillons, rondom een verhard erf met centrale sier- en moestuin. Zuidoostelijke en noordwestelijke erfoprit; laatst genoemde gemarkeerd door middel van hekpijler. Drenkput ten zuidoosten van het hof, enig overblijfsel van oude omwalling. Ten noorden, boerenhuis van vijf traveeën + rechts opkamertravee en één bouwlaag, naar ontwerp van architect W. Landtsheere (Ieper) van 1952. Typerend middenrisaliet van drie traveeën, uitlopend op brede puntgevel onder zadeldak; getoogde beeldnis onder strek in de top. Rechthoekige muuropeningen onder betonbalk en een strekse latei van lichtere baksteen; doorlopende horizontale band ter hoogte van bovendorpels. Getoogde (voor)deur met bovenlicht in geblokte omlijsting met druiplijstje, eveneens in lichtere baksteen. Analoge achtergevel. Ten westen, stalvleugel (nokrichting loodrecht op het huis) van anderhalve bouwlaag, gedateerd 1894, zie jaarsteen in linker zijgevel. Getoogde staldeuren en -vensters op begane grond; rechthoekige bovenvensters, op het rondbogig zoldervenster in de zijgevels na. Ten oosten, dwarsschuur (nokrichting loodrecht op het huis) met rechts wagenhuisgedeelte. Asemgaten. Rechthoekige schuifpoorten. Radvormig uilengat in rechter zijgevel. Aangebouwde betonnen loods tegen laatst genoemde. Ten westen, achter de stalvleugel, voormalige, overdekte mestvaalt, gedateerd 1894 door middel van arduinen jaarsteen in zuidgevel. Rechthoekig gebouw van drie op vier traveeën, verlevendigd door rondbogige muuropeningen - deels dichtgemetseld - onderling verbonden door omlopend cordon ter hoogte van de aanzet. Zijpuntgevels met uilengat.