erfgoedobject

Burgerhuis in neotraditionele stijl

bouwkundig element
ID
306577
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306577

Juridische gevolgen

Beschrijving

Deze burgerwoning werd in neotraditionele stijl in 1951 ontworpen door de Gentse architect Emile De Nil, wonende in de Lange Violettenstraat 126 in Gent. Opdrachtgever was Dierick Sorgeloose, die reeds in Sint-Amandsberg woonde, in de Koningstraat 53.

Het oeuvre van De Nil bevindt zich vooral in en om Gent. In de jaren 1920 werd zijn stijl nog gekenmerkt door een uitgesproken voorkeur voor de art deco en voor het expressionisme van de Amsterdamse school, maar tijdens de jaren 1930 tonen zijn villa’s meer invloed van het modernisme van W. M. Dudok en de pakketbootstijl. In de jaren 1950 en 1960 bracht hij ook verscheidene flatgebouwen tot stand in Duinbergen en Gent samen zijn zoon Jean.

De keuze van de architect voor neotraditionele stijl met cottage-elementen valt zowel op in zijn oeuvre, dat voornamelijk uit vooruitstrevende ontwerpen bestaat, als in de straat, waarvan de bebouwing overwegend uit gesloten interbellumbebouwing in art deco en modernisme bestaat. Enkel de naastliggende woning te nummer 155 en woningnummer 143 naar ontwerp van respectievelijk Ernest Snoeck en Edgar Celie zijn in eenzelfde stijlencombinatie ontworpen. Typische elementen hierbij zijn de puntgevel met imitatievakwerk, de erker, het verfijnd uitgewerkte, gedecoreerde schrijnwerk en de glas-in-loodruitjes in de heterogeen vormgegeven muuropeningen.

De burgerwoning telt drie bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel met de straat. De opvallende puntgevel met schouderstukken is opgebouwd uit een lichtgeel baksteenparement op een hardstenen plint dat de achtergrond vormt voor sterk gedecoreerde bepleisterde gevelvlakken waarin de rechthoekige gevelopeningen met houten schrijnwerk zijn gevat. De gelijkvloerse bouwlaag bevat twee gevelopeningen binnen een geprofileerde, brede bepleisterde omlijsting. Aan de linkerzijde is dit een drieledig raam en rechts daarvan een houten voordeur met smeedijzeren grille voor de beglazing. De verdiepingen zijn als één travee uitgewerkt met een uniform bepleisterd ensemble onder puntgevel, met vormgeving en versieringen die zeer kenmerkend zijn voor de rustieke cottagestijl die in de jaren 1950 herleeft. De eerste verdieping wordt geritmeerd door drie identieke verdiepingshoge gekoppelde vensters achter een doorlopende smeedijzeren balustrade, geflankeerd door verticale bepleisterde vlakken met florale versieringen. De doorlopende vensterdorpel wordt gedragen door vier afgeronde consoles en de stijlen tussen de vensters bestaan uit getorste slanke kolommen. Dezelfde indeling wordt identiek naar de tweede verdieping met palladiaans venster doorgetrokken, maar wordt onderbroken door de gevelbrede borstwering met sober versierde panelen. De vensterpartij wordt bovenaan afgesloten met een geprofileerde omlijsting, in de rondboog onderbroken door een gesculpteerde sluitsteen. Het gevelveld binnen de puntgevel is ingedeeld in ruiten en is omlijst met een uitkragende houten geprofileerde lijst.

De architect geeft de woning een moderne vorm van de enkelhuisindeling mee. Via de voordeur betreedt men de vestibule, die in de perceelsbrede, centraal in de woning geplaatste, grote traphal met sanitair uitmondt. Het venster langs de straatkant verlicht de salon naast de vestibule. Achter de traphal bevindt zich de zenitaal verlichte woonkamer, die toegang geeft tot het terras met tuintrap aan de linkerzijde en keuken aan de rechterzijde, in een lagere en smallere achterbouw. Achter de keuken bevindt zich het keldertrapje en een kleine volledig beglaasde naar de tuin gerichte eetplaats. De verdiepingen hebben een identieke indeling, waarbij een slaapkamer aan de straatzijde van de slaapkamer aan de tuinzijde van elkaar gescheiden worden door de traphal met badkamer op de verdieping en met bergplaats op de tweede verdieping. Verder zijn er twee aparte kelders aanwezig. Een is bereikbaar via de centrale trappartij en bevindt zich onder het hoofdvolume van de woning. De tweede kelder bevindt zich onder de keuken en is bereikbaar via het keldertrapje naast de eetkamer.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg), 1951/34.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1951/7053.
  • MEGANCK L. 1997: Architect Emiel De Nil (1902 – 1982): van art deco naar modernisme, Interbellum, 17/2, 10 - 15.
  • VAN LOO A., DUBOIS M., e.a. 2003: Repertorium van de architectuur in België: van 1830 tot heden, Mercatorfonds, Antwerpen, 256.

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in neotraditionele stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/306577 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.