erfgoedobject

Burgerhuis in traditionalistisch modernisme

bouwkundig element
ID
305585
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305585

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het burgerhuis in een traditionalistisch modernisme werd opgetrokken naar een bouwaanvraag uit 1938 en werd ontworpen door de Leuvense architect Victor Broos. De opdracht werd gegeven door René Goemans, de oprichter van De Witte Duif (1916), een kledingzaak voor werkkledij op maat. Ook vandaag bestaat De Witte Duif nog steeds in de Parijsstraat in Leuven. De woning omvat verschillende gevelelementen die typisch modernistisch zijn. Anderzijds wordt deze stijl gecombineerd met een historiserend archetype: de puntgevel.

De bouw van deze burgerwoning is te situeren in het oeuvre van Victor Broos van de late jaren 1930 waarbij een afzwakking van het modernisme opvallend is. Daar waar de bouwwerken van zijn hand uit de eerste helft van de jaren 1930 aanknopen bij de avant-garde en een vrij persoonlijke verwerking ervan aangeven, wordt naar het eind van dit decennium meer geopteerd voor een braver, een aanvaardbaarder en traditioneler getint modernisme.

De Jules Vandenbemptlaan wordt gekenmerkt door vrijstaande villa’s opgetrokken in uiteenlopende stijlen, voornamelijk daterend uit het interbellum. Het burgerhuis in de rij vindt aansluiting bij deze bebouwing kenmerkend voor de straat omwille van de monumentaliteit enerzijds, maar ook door de toepassing van het traditioneel getint modernisme.

De woning wordt met de voortuin van de straat gescheiden door middel van een afsluitingsmuur, eveneens in gele baksteen opgebouwd en voorzien van een afsluiting met een buisleuning. Ter hoogte van de rechtertravee is de afsluiting opengewerkt en verschaffen een tiental treden toegang tot de hoger gelegen voordeur. Ter hoogte van de linkertravee is de voortuin begroeid.

De woning telt twee traveeën en twee bouwlagen op een souterrain en onder een zadeldak van zwarte pannen. De gevel heeft een parement van een platte gele baksteen, op een sokkel van gepolijste blauwe hardsteen. De afwisseling van horizontaal en verticaal metselwerk creëert een zekere dynamiek in dit vlakke metselwerk. De bredere venstertravee links werd meer plastisch uitgewerkt tegenover de rechter travee en is beeldbepalend omwille van de puntgevel. Deze puntgevel heeft de breedte van één travee en is bijgevolg erg smal met stijl oplopende dakschilden. De aanzet van de gevel wordt gevormd door een plint bestaande uit grote, gepolijste arduinen stenen.

Deze plint omvat ter hoogte van de linkertravee drie horizontale vensters, voorzien van een smeedijzeren tralie, ter verlichting van de achterliggende kelderruimte. In de rechtertravee bevindt zich de trappenpartij in blauwe hardsteen, die naar de verhoogde begane grond leidt. De venstertravee is gevat in een dieperliggend muurveld, dat op de begane grond een ronde erker en op de verdieping een breed vierlicht omvat. De erker is geopend met vijf gekoppelde rechthoekige vensters, omlijst en van elkaar gescheiden door middel van witte lijsten. Deze erker vormt de basis voor een, eveneens boogvormig, balkon op de eerste verdieping. Dit balkon heeft een strakke hardstenen balustrade, versierd met bolornamenten. De venstertravee wordt bekroond door een puntgevel, geopend met een trapsgewijs opgebouwd drielicht met zware houten plantenbak. De rechtertravee is eerder sober; het bouwdossier suggereert een bepleistering van het muurveld, een element dat niet werd uitgevoerd. Een rondbogig portaal met dito deur beneden. De verdieping wordt in deze travee gekenmerkt door een rond venster met hardstenen druiplijst en een kleurrijk glas-in-loodraam. Het behoud van het originele witgeschilderde houten schrijnwerk draagt in belangrijke mate bij aan deze gaafheid, onder meer de houten voordeur met boogvormig licht en smeedijzeren traliewerk.

De woning kent een typerende enkelhuisindeling, kenmerkend voor burgerhuizen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Hierbij omvat de deurtravee een inkomhal en een trappenkoker. Deze trap bedient de kelder en de verdiepingen. In het verlengde ervan ligt een keuken, uitkijkend op de achtertuin, en vervat in een aanbouw. De andere travee, in dit geval de linkertravee, omvat standaard de leefruimtes, opeenvolgend en onderling verbonden, volgens het systeem van enfilade. Deze plattegrond herhaalt zich op de verdiepingen waarbij één grote en één kleine slaapkamer wordt aangevuld door een badkamer ter hoogte van de hal op het gelijkvloers, verlicht door het ronde glasraam. Een derde kamer op de eerste verdieping werd opgeofferd voor een terras (ter hoogte van de eetkamer op het gelijkvloers), uitkijkend op de achtertuin en bereikbaar vanuit de verschillende slaapkamers. Hoe de zolderverdieping van deze woning werd ingericht is onduidelijk wegens het ontbreken van een plan van deze verdieping. De aanbouw, aanvankelijk enkel beperkt tot de keuken op het gelijkvloers, werd doorheen de tijd uitgebreid in de breedte en in de hoogte, waardoor het terras op de verdieping moest inboeten.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1938/171 (bouwvergunning 06.07.1938).
  • AMELYNCK J. 1988: De moderne woning in Groot-Leuven van 1928 tot 1940: een aanzet tot inventarisatie en analyse, onuitgegeven thesis, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit letteren en wijsbegeerte, Departement archeologie en kunstwetenschappen.

Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in traditionalistisch modernisme [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305585 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.