erfgoedobject

Burgerhuis in cottagestijl

bouwkundig element
ID
305584
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305584

Juridische gevolgen

Beschrijving

Dit markante half vrijstaande burgerhuis in cottagestijl werd gebouwd in opdracht van juffrouw Germaine Van ’t Veld naar een ontwerp van 1937 van architect Peeters. Een jaar later werd een bouwaanvraag ingediend voor de fijn uitgewerkte afsluiting in cementrustiek. Deze werd opgetrokken door Jan Breugelmans, gespecialiseerd in tuinversieringen uit kunstbeton, maar licht verschillend model van de aanvraag.

De Jules Vandenbemptlaan wordt voornamelijk gekenmerkt door vrijstaande villa’s opgetrokken in uiteenlopende stijlen, voornamelijk daterend uit het interbellum. Het half vrijstaande burgerhuis vindt aansluiting bij deze bebouwing kenmerkend voor de straat omwille van de monumentaliteit enerzijds, maar ook door de toepassing van de cottagestijl met imitatievakwerk die ook te herkennen valt bij enkele andere woningen in deze straat.

De woning werd opgetrokken in cottagestijl, met stijlkenmerken die voornamelijk tot uiting komen in de beeldbepalende, smalle en hoge puntgevel met imitatievakwerk. Het half vrijstaande burgerhuis heeft een verharde voortuin, van de straat gescheiden door middel van een afsluiting in cementrustiek, daarbij een hekwerk van knoestige takken nabootsend. De afsluiting van de voortuin, toegevoegd in 1938, geeft de woning een enigszins pittoresk karakter. Deze afsluiting is opgebouwd uit een gecementeerde afsluitingsmuur, voorzien van boomstammen met knoesten in cementrustiek. Deze imitatieboomstammen werden langs de bovenzijde opengewerkt waardoor ze als plantenhouder konden functioneren. Deze verschillende stammen worden onderling verbonden door middel van een afrastering, eveneens organisch aandoend omwille van het gebruik van cementrustiek in de vorm van houten takken. Deze techniek werd eveneens aangewend voor de balustrade van de hardstenen trap die tot aan de voordeur leidt, naar gelijkend model als de tuinafsluiting. De uiteindelijke uitvoering van de afsluiting en balustrade wijkt af van het voorstel zoals uitgewerkt in de bouwaanvraag.

De woning telt vier bouwlagen op een hoog souterrain, en is gevat onder twee haaks op elkaar ingrijpende zadelzaken met rode pannen. De woning heeft een enkelhuisindeling met twee traveeën waarvan de brede venstertravee links benadrukt wordt door een erker, balkon en puntgevel. De ondergevel – de vanop de straat bereikbare kelderverdieping en de verhoogde begane grond – werden opgetrokken in rode baksteen, gecombineerd met horizontale lijsten en venster- en deuromlijstingen in een imitatie van blauwe hardsteen. De bovengevel – de eerste verdieping en de zolderverdieping - heeft een parement van imitatievakwerk waarbij de stijlen werden wit beschilderd en de invulling werd voorzien van een ruwe, witte bepleistering.

De begane grond heeft in de linkertravee een garagepoort, vervat in de hoge bakstenen plint van het souterrain. De verhoogde begane grond is te bereiken via hardstenen trappen die de voortuin doorkruisen, rechts van de garagepoort, en grenst aan het niveau van de hoger gelegen achtertuin. Op een bordes ter hoogte van de bel-etage, in de rechtertravee, zit de rondbogige voordeur; de deur heeft een geblokte omlijsting van blauwe hardsteen. Een klein rechthoekig venster rechts van de deur verlicht de achterliggende inkomhal met toilet. In de linkertravee bevindt zich ter hoogte van de bel-etage een driezijdige erker, gevat in een robuuste, strak vormgegeven omlijsting in grijs geschilderde pleister ter imitatie van hardsteen. Deze erker vormt de basis voor het overdekte balkon op de eerste verdieping dat toegankelijk wordt gemaakt door een breed deurvenster. Dit balkon, met een bakstenen balustrade met dekstenen in hardsteen, is overluifeld door de sterk uitkragende puntgevel, ondersteund door twee ronde witte zuilen. Een rechthoekig venster op de eerste verdieping, ligt vervat in het witte vakwerk, ter hoogte van de rechtertravee. Op zolderniveau wordt de brede venstertravee beëindigd door een steile puntgevel met imitatievakwerk. De vrije linkerzijgevel werd eerder gesloten uitgewerkt, afgezien van rechthoekige vensters op de bel-etage en de eerste verdieping. De gebruikte gevelmaterialen, baksteen enerzijds en wit vakwerk anderzijds, zijn hier sprekend. In 1970 werd een bouwaanvraag goedgekeurd voor de uitbreiding van de woning door het ophogen van de achterbouw met een derde bouwlaag ter hoogte van de venster travee en het voorzien van dakramen, naar de plannen van de architect Jean Maloens uit 1969. Deze uitbreiding werd eveneens afgewerkt in wit imitatievakwerk en vindt zo aansluiting bij de hoofdbouw uit 1937.

Het intact bewaarde, houten schrijnwerk is sober wat betreft de detailleringen. Grote ramen zijn gevat in eenvoudig, houten schrijnwerk, voorzien van een profilering. Het centrale venster van de erker op de gelijkvloerse verdieping omvat een guillotineraam. Ook de oorspronkelijke voordeur en de garagedeuren bleven bewaard. Deze houten deuren werden steeds voorzien van glaspartijen met geometrische grilles. Het schrijnwerk was aanvankelijk over de volledige woning witgeschilderd. Ter hoogte van de kelderverdieping en de gelijkvloerse verdieping werd dit echter reeds grijs gekleurd.

De woning kent een typerende enkelhuisindeling, kenmerkend voor burgerhuizen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Hierbij omvat de deurtravee een hal en een trappenkoker. Deze trap bedient de kelder en de verdiepingen. In het verlengde ligt een keuken, uitkijkend op de achtertuin, en vervat in de aanbouw. De linkertravee, omvat bijgevolg de leefruimtes, opeenvolgend en onderling verbonden, volgens het systeem van enfilade. Het achterste vertrek is eveneens opgenomen in de aanbouw. Deze plattegrond herhaalt zich op de verdiepingen waarbij vijf kamers werden ingericht (waarvan twee in de aanbouw). Hoe de zolderverdieping werd ingericht is onduidelijk wegens het ontbreken van een plan van deze bouwlaag.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1970/50 (bouwvergunning 05.05.1997) en dossier 1937/316 (bouwvergunning 08.08.1937).

Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305584 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.