erfgoedobject

Modernistisch burgerhuis met praktijkruimte

bouwkundig element
ID
305539
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305539

Juridische gevolgen

Beschrijving

Een opvallend modernistisch ontwerp van de architect Lucien Spéder uit 1937 omvat twee gezinswoningen, een praktijkruimte en een garage. De opdrachtgever is professor Colle, verbonden aan de Leuvense universiteit.

Lucien Spéder, die zich voornamelijk toelegde op wederopbouwwoningen in historiserende stijl, gelegen in het centrum van Leuven en arbeiderswoningen aan de rand van het centrum, kende een evolutie naar een erg modernistische vormentaal in de jaren dertig van de vorige eeuw. Hier zijn nog maar weinig voorbeelden van gekend. In deze zin vormen de modernistische burgerwoningen langs de Erasme Ruelensvest een zeldzaamheid in het oeuvre van deze voor Leuven erg gekende architect.

De woning op nummer 99 was bedoeld als de ruime gezinswoning met praktijkruimte en wachtzaal voor professor Colle. De garage op het huidige nummer 97A hoorde bij deze woning. Ook vandaag bevindt zich ter hoogte van nummer 99 nog steeds een praktijkruimte, in combinatie met een gezinswoning, conform de oorspronkelijke opzet van het ontwerp. De huidige nummer 97A is ook vandaag nog steeds een garage, hoewel sterk gewijzigd. Het links aansluitende huis op nummer 101 werd gebouwd als een aparte woning, wellicht bedoeld als opbrengsteigendom.

Het ensemble omvat in het totaal zeven traveeën en twee tot drie bouwlagen onder zadeldaken. Het helrode baksteenparement van het ensemble wordt verlevendigd door witstenen lijsten. Het ensemble ontleent haar karakter aan het levendige spel van in- en uitspringende geveldelen. Dat de woning en de praktijkruimte één geheel vormen, wordt weerspiegeld door in het gevelschema. De gezinswoning op nummer 101 onderscheidt zich van nummer 99, maar vindt wat betreft de vormentaal toch grote aansluiting. Iedere travee wordt benadrukt door een trapsgewijze opbouw van het geheel waarbij de volgende travee steeds dieper naar achter ligt dan de voorgaande. Een witstenen plint, met in de derde travee een steen met signatuur (“L. Speder Architecte”), reikt over de volledige breedte van het ensemble tot aan de benedenvensters. Populaire modernistische principes werden door L. Spéder aangewend om de verschillende geveldelen van de woningen, de prakrijkruimte en de garage in elkaar te doen overlopen, waardoor deze drie componenten één geheel lijken te vormen. Typische elementen, die tevens de horizontaliteit van het ensemble benadrukken, zijn de platte rode bakstenen die het gevelparement domineren, de horizontale belijning van de gevel met gebogen luifels en witstenen lijsten, de doorlopende lateien en de hoog opgetrokken en tevens doorlopende plint, eveneens in witsteen. De afgeronde erker (99) en het balkon (101) in combinatie met de ronde vensters, refereren naar de door de modernistische architecten graag aangewende pakketbootstijl.

De gezinswoning ter hoogte van nummer 101 telt twee traveeën en twee bouwlagen, steeds van elkaar gescheiden door witstenen lijsten. De bakstenen gevel wordt van het zwarte leien zadeldak gescheiden door een eenvoudige witte kroonlijst. De rechtertravee, vooruitspringend uitgewerkt ter hoogte van de eerste twee bouwlagen en met balkon op de tweede verdieping, omvat de trapkoker die de verschillende verdiepingen bedient. Een in witsteen omlijste voordeur met afgesneden hoeken verschaft de toegang tot de hal en de trappenpartij. Een groot rond bovenlicht verlicht deze trappenpartij. De opbouw van de gevel in twee traveeën weerspiegelt een eenvoudige enkelhuisopdeling, met gang en trappenhuis in de deurtravee en een enfilade van rechthoekige kamers in de poorttravee. Typisch voor het interbellum is de bel-etage: door de garage worden de woonruimtes naar de verdieping verschoven, en geldt de begane grond als een functionele verdieping. De brede linkertravee omvat een sterk gewijzigde garagepoort, aanvankelijk voorzien van vier deuren met ronde patrijspoorten. Achter de garage bevindt zich een bureauruimte. Twee grote rechthoekige vensters doorbreken de twee verdiepingen. Deze herbergen een woon- en een eetkamer op de bel-etage, en twee kamers en een badkamer op de tweede verdieping. Een uitbouw aan de achterzijde van de woning voorziet in een wasruimte op de begane grond en een keuken op de bel-etage.

De gezinswoning met praktijkruimte ter hoogte van nummer 99 telt vier traveeën en twee bouwlagen onder een rood pannen zadeldak. Iedere bouwlaag wordt beëindigd door middel van een vlakke latei in witsteen. Een eenvoudige kroonlijst lijnt de gevel af. De derde travee omvat centraal de toegang tot zowel de gezinswoning als de praktijk. Deze bestaat uit een in witsteen gevatte toegangsdeur met een van de deur losstaand rond bovenlicht, ter verlichting van de achterliggende, centraal op de plattegrond gelegen hal. De linker travee werd eenvoudig opgevat door middel van brede rechthoekige vensters op ieder niveau, op de verdieping verticaal gescheiden door een witstenen muurdam en horizontaal verbonden door een doorlopende, hardstenen lekdrempel. Ook de dakkapel ter hoogte van het voorste dakvlak behoorde tot het oorspronkelijke ontwerp. De tweede en de vierde travee omvatten op de begane grond de praktijkruimte, aan weerszijden van de hal gesitueerd. Rechthoekige vensters flankeren de voordeur en brengen licht in de wachtzaal enerzijds en de consultatieruimte anderzijds. De tweede, derde en vierde travee worden op de verdieping verbonden door een doorlopende, boven de tweede en derde travee uitkragende en afgeronde erker, die tevens een luifel vormt voor de onderstaande toegang tot de woning met praktijk.

De plattegrond was erop gericht de praktijkruimtes langs de straatzijde en in directe verbinding met de voordeur en de gang te voorzien. De plattegrond werd door Lucien Spéder op maat van professor Colle ontworpen. Door de werkvertrekken op deze plaats te voorzien, konden de private ruimtes in zo groot mogelijke mate van de publieke vertrekken gescheiden worden. De praktijkruimte van professor Colle achter zich latend, bevindt zich centraal in de woning een grote vierkante hal waarop de verschillende vertrekken op de begane grond uitgeven. Een monumentale trappenpartij rechts van de hal, ter hoogte van de vierde travee, verschaft de toegang tot de eerste en tweede verdieping en is voorzien van een lichtkoepel. De linkertravee omvat twee grote rechthoekige vertrekken in enfilade: de woon- en eetkamer, uitgevend op een terras en de tuin. De tweede, derde en vierde travee omvatten de wachtruimte en de consultatieruimte aan weerszijden van de inkom. Gevolgd door de grote hal bevinden zich ter hoogte van deze traveeën, een bureau, een speelkamer en een keuken aan tuinzijde. De centrale hal herhaalt zich op de eerste verdieping. Ter hoogte van de vier traveeën langs de straatzijde, geven drie slaapkamers uit op de hal. Ter hoogte van de linker travee bevindt zich langs de tuinzijde een living, uitgevend op een balkon. De drie overige traveeën omvatten twee slaapkamers en een badkamer, eveneens bereikbaar vanuit de centrale hal. Opvallend is de kleine trap die tussen de slaapkamer en de living ter hoogte van de linker travee tot de tweede verdieping leidt. Deze zolderverdieping werd ingericht met kamers en een badkamer, gezien deze extra circulatie mogelijk voor dienstpersoneel.

De garage ter hoogte van nummer 97A werd doorheen de tijd sterk gewijzigd. Aanvankelijk bestond deze uit één bouwlaag en had deze dezelfde garagepoort als de eveneens verdwenen patrijspoort ter hoogte van nummer 101. Later werd, vermoedelijk in verschillende fasen, de garage opgehoogd tot twee bouwlagen en werden zowel ronde als rechthoekige vensters toegevoegd. De garage geeft door middel van enkele treden uit op de centrale hal met trap op de gelijkvloerse verdieping van nummer 99.

Ondanks dat het gevelschema zoals in 1937 door L. Spéder ontworpen sterk behouden bleef, werd het geheel aangetast door het plaatsen van nieuw schrijnwerk, door de vernieuwde garagepoorten en de door ophoging van de garage ter hoogte van nummer 97A.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 1937/129-130 (bouwvergunning 12.05.1937).

Auteurs: Elsen, Liedewij
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistisch burgerhuis met praktijkruimte [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305539 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.