Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen met art-deco-inslag, kadastraal geregistreerd in 1931.

De twee identieke, volgens repeterend schema gekoppelde en gelijktijdig opgetrokken burgerhuizen met art-deco-inslag, werden kadastraal geregistreerd in 1931. Vanwege het ontbreken van een bouwaanvraag is de architect niet gekend. Beide woningen tellen drie bouwlagen en drie traveeën onder een rood pannen zadeldak. Een opvallende hardstenen plint in breuksteenverband, reikt tot aan de vensters van de begane grond. Het gevelparement wordt hogerop gekenmerkt door een afwisselend materiaalgebruik van rode baksteen, een meer kalkhoudende gele baksteen in de gevelvelden onder en boven de vensters en blauwe hardsteen voor de horizontale puilijst en de sierbanden in het verlengde van de vensterdorpels. De nadruk ligt telkens op de als risaliet uitgewerkte linker travee, die op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een driezijdige erker met erboven een  smeedijzeren balkon. Beide woningen hebben een vernieuwde kroonlijst en vernieuwd schrijnwerk, afgezien van de oorspronkelijke, dubbele inkomdeur.