erfgoedobject

Hof t'Elderen

bouwkundig element
ID
305477
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305477

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof t'Elderen
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Achterin gelegen hoevecomplex met losstaande bestanddelen, waarvan de oorsprong zou teruggaan tot het primitieve Hof te Imde en dus deel uitmakend van de oudste dorpskern van Imde. Het hof is gelegen ten zuiden van de kerk, tussen de Barbierstraat en de Molenbeek.

Historiek

Hoewel in oorsprong eigendom van de heren van Imde, kwam dit goed in 1265 in handen van de abdij van Dielegem in Jette die het in leen gaf. Johanna van Elderen die gehuwd was met Rogier van Pietersheim, heer van de heerlijkheid Imde, verwierf het bezit in de 15de eeuw. Van dan af is er sprake van het Hof t'Elderen. Van circa 1444 tot 1876 bleef het in handen van de kasteelheren van Imde. In 1876 werd het door de toenmalige eigenaar Egied Pangaert verkocht aan Karel Van Doorslaer, gemeenteraadslid van 1848 tot 1888.

De familie Van Doorslaer was verantwoordelijk voor de oprichting van de huidige gebouwen en de latere oprichting van een paardenfokkerij voor het Brabantse trekpaard. In 1906 werd op het kadaster een merkelijke vergroting van de gebouwen geregistreerd in opdracht van Frans, Jean Adriaan en Nathalia Clementina Van Doorslaer, brouwers Wolvertem; vooral de zuidwestelijke en zuidoostelijke vleugel ondergingen toen een grondige volumewijziging; in 1909 werd deze vergroting gevolgd door de gedeeltelijke reconstructie van de woning en de vergroting van de brouwerij ten noordoosten van het erf. Het uitzicht van de gebouwen dateert vermoedelijk uit deze periode.

Aan de hoeve was voorheen een brouwerij verbonden, waar 'Kam-ale' werd geproduceerd. Van dan af is er sprake van ‘De Nieuwe Kam’ in tegenstelling tot 'De Oude Kam', die van oudsher verbonden was aan het hof. Overdag werden de paarden te werk gesteld op het veld en 's avonds moest het bier naar de klanten gebracht worden. In 1896 startte Frans van Doorslaer (1875-1970) met de paardenfokkerij. Vanaf 1907 liet hij zijn paarden deelnemen aan het nationaal kampioenschap en behaalde hij vele successen. Vier van zijn hengsten brachten het tot nationaal kampioen. In 1965 nam zijn zoon Gaston de fokkerij over maar na zijn overlijden in 1996 viel het bedrijf stil. De koestallen werden verbouwd tot woningen en de voormalige paardenstallen kwamen in gebruik als opslagplaats.

Beschrijving

Het complex bestaat uit vier vleugels geschikt rondom een grotendeels gekasseid erf; het centrale gedeelte van het erf, vermoedelijk oorspronkelijk de plaats van de mestvaalt, is vandaag bedekt met grind. Het boerenburgerhuis ligt aan de noordwestzijde, aansluitend aan de zuidwestzijde liggen de paardenstallen met achterliggende schuur; de zuidoostzijde wordt ingenomen door de naar verluidt voormalige koestallen en achteraan aansluitende mouttoren, vandaag beide verbouwd tot woningen. Aan de noordoostzijde ligt de oorspronkelijke brouwerij en mouterij (zie kadaster), eveneens aangepast tot woningen. Het betreft voor een groot deel gecementeerde gebouwen van één bouwlaag onder pannen zadeldaken.

Het volledig met schijnvoegen gecementeerde en onderkelderde boerenburgerhuis met typisch vroeg-20ste-eeuws uitzicht, telt vijf traveeën en twee bouwlagen. Het pand heeft een traditionele dubbelhuisopstand. De lijstgevel aan de erfzijde wordt gemarkeerd door een vernieuwde hardstenen plint, een centraal inkomrisaliet en imitatiehoekkettingen. De begane grond is verhoogd ten gevolge van de terreinhelling en toegankelijk via een hardstenen steektrap. De eenvoudige, getoogde vensters vertonen een gecementeerde, geprofileerde omlijsting en zijn voorzien van hardstenen lekdrempels. De rechthoekige deur met dito bovenlicht daarentegen is gevat in een hardstenen omlijsting met geprofileerde waterlijst op consoles met trigliefen en dropmotief. Het authentieke schrijnwerk bleef bewaard. Onder de eenvoudige houten kroonlijst bevinden zich casementen met ruitmotieven. De noordoostelijke zijgevel wordt gemarkeerd door blinde vensters met imitatieschrijnwerk in de cementering. Het uitzicht van de achtergevel is een iets eenvoudiger versie van de erfgevel.

De paardenstallen, een volume van drie traveeën, sluiten links aan bij de woning, bijkomende stallen werden aangebouwd tegen de zuidwestelijk gelegen schuur; ze vertonen rechthoekige deuren met erboven getoogde stalvensters met metalen roedeverdeling.

Grotendeels ingebouwde, tweebeukige langsschuur met rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I-latei of houten latei.

De witgeschilderde vleugel op gepikte plint met de voormalige koestallen en wagenhuis, gelegen ten zuidoosten van het erf, telt zes traveeën en wordt aan de erfzijde rechts gemarkeerd door een vandaag met glas gedichte rondboogarcade op pijlers met geprofileerd kapiteel (vroeger wagenhuis). Links van de arcade bleef een armpomp met hardstenen waterbekken bewaard. Diverse bouwnaden verwijzen naar de latere aanpassingen voor de nieuwe woonfunctie.

De in de oostelijke hoek hierop aansluitende mouttoren, een verankerde bakstenen constructie van drie bouwlagen, wordt afgedekt door een tentdak van mechanische pannen; de meeste muuropeningen werden aangepast, enkele gedicht.

De brouwerij is slechts ten dele gecementeerd met schijnvoegen en heeft een mank, aan westzijde afgewolfd zadeldak van Vlaamse pannen met hoger oprijzende ronde fabrieksschoorsteen. De erfzijde kreeg voor een groot deel een nieuw parement en aangepaste muuropeningen in functie van de nieuwe bestemming als woning. Enkel het laadluik en de poortopening refereren nog aan de vroegere functie. Het uitzicht van de met schijnvoegen gecementeerde westgevel is nog authentiek met getoogde muuropeningen in een vlakke pseudo-omlijsting. Het schrijnwerk bleef bewaard. Het uiterst rechtse venster is blind met imitatie van schrijnwerk.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Meise, afdeling II (Wolvertem), 1906/63, 1909/24.
  • HEYVAERT F. 1979: Enkele merkwaardigheden van Wolvertem, De autotoerist 32.12, 734-738.
  • LEFEVRE J., VERHASSELT L. & T’KINT J. 1978: Geschiedenis van Wolvertem, Affligem, 634.

Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof t'Elderen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305477 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.