erfgoedobject

Kwartjesboom

landschappelijk element
ID
305229
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305229

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Kwartjesboom
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Kwartjesboom
    Deze bescherming was geldig van tot

Beschrijving

Situering

De opgaande linde zogenaamd ‘Kwartjesboom’ van Val-Meer (Riemst) is een opgaande winterlinde langs een holle weg ten oosten van Meer. Een gekend toponiem in de onmiddellijke omgeving is ‘Op het Peutje’. De boom met opgespijkerd kruis staat in een weide langs de zuidrand van de weg, bij een kruispunt van veldwegen dat opgeheven werd bij de ruilverkaveling Riemst, afgewerkt in 1965.

Historiek

Val-Meer ligt op de vruchtbare leemgronden van Droog-Haspengouw. Oorspronkelijk twee gescheiden dorpen groeiden Val en Meer aaneen tot één straatdorp Val-Meer. Rond de dorpskern liggen de weilanden, vaak ingenomen door boomgaarden. Daarrond ontplooit zich een glooiend openfield-landschap, gekenmerkt door akkerbouw. Vanop de hoogten van het leemplateau reiken weidse gezichten over de dorpen en hun omgeving.

Minstens sinds de oudste beschikbare historische kaarten (18de eeuw) bevond er zich een kruispunt van vier wegen in de velden ten noordoosten van het dorp Meer, net op het punt waar de weg uit Meer overgaat van een holle weg in een weg bovenop het leemplateau. De weg van aan de kerk van Meer splitst zich hier in veldwegen naar Riemst, Bolder en Zichem. Op de kaarten vanaf het midden van de 19de eeuw staat er op dit kruispunt ook een vijfde weg getekend, een voetweg naar het zuidwesten, richting Val. Op de topografische kaarten van 1871 en 1886 staat nog een zesde voetweg aangegeven naar het noordwesten, richting Herderen. Op de topografische kaarten van 1871, 1886 en 1937 staat er een kruis afgebeeld op deze locatie, aan de zuidwestkant van het kruispunt. Dit is ook de locatie waar de Kwartjesboom staat. Op al deze kaarten is het landgebruik van dit perceel akker. Vanaf de topografische kaart van circa 1960 staat geen kruis meer afgebeeld en wordt het perceel ingekleurd als grasland. Begin jaren 1960 werd de ruilverkaveling Riemst uitgevoerd (afgewerkt in 1965) waarbij dit kruispunt opgeheven werd. De Kwartjesboom bleef wel staan. Op sommige recente luchtfoto’s zijn de tracés van deze wegen nog zichtbaar in de nieuwe percelen. Op de meest recente topografische kaart (begin 21ste eeuw) staat de Kwartjesboom als merkwaardige boom getekend en benoemd.

De Kwartjesboom van Val-Meer werd gebruikt als spijkerboom om verlost te worden van tandpijn: bij tandpijn legde men een spijker bij de pijnlijke tand en nagelde dan hiermee een muntje met een centraal gaatje tegen de boom. Dit volksgebruik zorgde ervoor dat de pijn overging op de boom (Jackers, 2002). Meestal gebeurde dit ’s nachts, wanneer men door tandpijn niet kon slapen (pers. med. J. Jackers en M. Kerkhofs). Doordat vooral muntstukken van 25 centiemen (kwartjes) werden gebruikt, werd de boom in de volksmond de ‘Kwartjesboom’ genoemd. Ook muntstukken van 5 centiemen, de zogenaamde ‘knepkes’, werden soms gebruikt (pers. med. M. Kerkhofs). In de jaren 1950 werden de ingeslagen kwartjes soms wel losgewrikt door kwajongens. Hier werd meestal snoep mee gekocht, wat dan voor een nieuwe generatie tandpijnlijders zorgde (Jackers, 2002 en pers. med.).

Muntstukken van 25 centiemen (kwartjes) met een gat in het midden werden in België geslagen van 1908 tot 1947 (uitgezonderd tijdens de Eerste Wereldoorlog). Muntstukken van 5 en 10 centiemen met een gat in het midden werden al iets vroeger geslagen (vanaf 1901 tot tijdens de Tweede Wereldoorlog), en kwartjes zonder gat werden pas geslagen vanaf 1964, zodat er in de periode van 1901 tot 1964 stukken met een centraal gat in omloop waren in België (Philippen, 1980; De Mey & Pauwels, 1987). Er waren geen munten met een centraal gat in omloop in onze streken voor 1830 (Vanhoudt, 2015). Het volksgebruik om kwartjes in de boom te slaan gebeurde in de eerste helft van de 20ste eeuw (pers. med. J. Jackers en M. Kerkhofs), wat overeenkomt met de aanwezigheid van munten met een centraal gaatje in België. Mogelijk kwam het vroeger ook voor, alleen met spijkers, maar hiervoor zijn geen bewijzen. De boom staat er al zolang beide lokale zegspersonen (geboren in 1931) zich konden herinneren, en was ook al bekend bij de grootouders van één zegsman, voor 1870 (pers. med. M. Kerkhofs). Volgens familie van de eigenares zou de boom geplant zijn rond 1800 (pers. med. J. Jackers). Dit brengt de leeftijd van de Kwartjesboom op minstens 150 jaar oud, en vermoedelijk circa 200 jaar.

Het volksgebruik om kwartjes in de Kwartjesboom van Val-Meer te slaan, verdween in de jaren 1950-1960, ten gevolge van het preken door de lokale pastoor Jan Goossens, die van 1928 tot 1961 pastoor was in Val-Meer. Hij was gekend als ‘dominerende persoonlijkheid met vaste religieuze princiepen’ (Jackers, 1999) en vond dit volksgebruik bijgeloof. Daarnaast is de tandverzorging in ruraal Limburg in dezelfde periode zonder twijfel ook verbeterd, en kwam er modernere bestrijding van tandpijn.

Rond 2000 werd er opnieuw een plaat met Christusbeeld en enkele kwartjes tegen de boom gehangen als herinnering aan het vroegere volksgebruik. Het Christusbeeld is ondertussen verdwenen ten gevolge van vandalisme, maar het houten kruis en de kwartjes zijn nog aanwezig.

Spijkerbomen zijn, net als voddenbomen of lapjesbomen, een voorbeeld van fetisjbomen; bomen die, vaak vanuit een heidense overlevering, vereerd worden en/of waarvan men in een heilzame of genezende werking gelooft. Het gebruiken van spijkerbomen om van tandpijn verlost te raken, blijkt vroeger een wijdverbreid fenomeen te zijn geweest: er zijn oude vermeldingen van spijkerbomen uit verschillende streken in Europa (Sauvé, 1889; Vanden Zande, 1900, Loodts, 2003). Ook in (Luiks) Haspengouw is dit gebruik gedocumenteerd: Monseur (1892) tekent dit gebruik op voor Haspengouw, Colson (1893) vermeldt twee dergelijke spijkerbomen, waarvan één in Vottem (Herstal), tussen Luik en Riemst.

Hoewel het inslaan van spijkers wijdverbreid blijkt, is het inslaan van munten in bomen veel zeldzamer. Nélissen (1960) vermeldt de ‘Tilleul des Lognards’ in Xhoris, 20 km ten zuiden van Luik. Deze boom kende het zelfde gebruik als de Kwartjesboom: ook hier werden muntstukken in de schors geslagen. In 1947 waren nog enkele munten zichtbaar, maar vooral de wonden in de schors van eruit getrokken munten (Nélissen, 1960). Deze boom leeft nog (omtrek 399 cm), maar ook in deze stam zijn tegenwoordig geen munten of wonden meer zichtbaar (2017).

Tegenwoordig zijn nog bestaande spijkerbomen zeer zeldzaam in Vlaanderen: in de Inventaris Houtige Beplantingen met Erfgoedwaarde zijn slechts acht locaties met ‘fetisjbomen’ bekend, waarvan slechts één in Limburg (ID 132372). Er zijn in Vlaanderen geen andere bomen bekend waar munten in de stam werden geslagen.

Beschrijving

De opgaande linde zogenaamd ‘Kwartjesboom’ van Val-Meer is een winterlinde (Tilia cordata) en staat langs een ruilverkavelingsweg ten oosten van het dorp, in het verlengde van de Bodemstraat. Hij staat op een laag talud in een grasland ten zuiden van de weg, binnen de omheining van een weide. Op het openbaar domein onder zijn kruin zijn een picknicktafel met banken en een vuilnisbak geplaatst.

De stamomtrek op 150 cm hoogte bedraagt 322 cm (2017). De totale boom is in 2017 circa 24 m hoog en de kruindiameter bedraagt 21 m. De stam is niet zichtbaar hol, er zijn geen zichtbare gebreken. De kruin is evenwichtig ontwikkeld in alle richtingen en reikt zeer laag, wat erop wijst dat de boom gedurende zijn hele leven als solitaire boom is opgegroeid.

De Kwartjesboom van Val-Meer is een spijkerboom, een zeer zeldzaam voorbeeld van dit vroegere volksgebruik in Vlaanderen. Tegen de stam hangen een houten kruis en enkele oude kwartjes. In de stam zitten hoogstwaarschijnlijk nog volledig ingegroeide kwartjes en spijkers.

  • Kaart van Villaret, Institut National de l’Information Géographique et Forestière, Sint- Mande (France), CH 292, uitgegeven 1745, schaal 1:14.400.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Primitief Kadaster Val-Meer, circa 1845. Kadasterarchief Limburg.
  • Gereduceerde Kadasterkaart van België, Dépôt de la Guerre, uitgegeven in 1845-1855, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Eerste editie, Krijgsdepot, uitgegeven in 1865-1880, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1889-1900, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Geografisch Instituut, uitgegeven in 1949-1970, schaal 1:25.000.
  • Topografische basiskaart numerieke reeks, Nationaal Geografisch Instituut, uitgegeven in 2009, schaal 1:10.000.

  • COLSON, O. 1893: Un usage fétichiste à Braine-l’Alleud. II. Quelques usages similaires. Wallonia, 1 (3): 44-48.
  • DE MEY J. & PAUWELS G. 1987: De munten van België (1790-1987). Uitgave 1987-1988, Wetteren.
  • JACKERS J. 1999: Historische schets van Val-Meer, Riemst.
  • JACKERS J. 2002: Heilige Huisjes in Riemst. Riemster Monumenten en Landschappen deel 3, Riemst.
  • LOODTS B. 2003 : Les derniers arbres fétiches de Wallonie, Neufchâteau.
  • MONSEUR E. 1892: Le Folklore wallon, Bruxelles.
  • NELISSEN A. 1960: Tilleuls, arbres fétiches et autres arbres remarquables dans le Condroz liégeois, l’Ardenne liégeoise et le Pays de Herve. Enquêtes du Musée de la Vie wallonne, 9 (97-100): 1-38.
  • PHILIPPEN J. 1980: Luister der Belgische munten. Historisch overzicht van 150 jaar numismatiek, Tielt/Amsterdam.
  • SAUVE L.F. 1889: Le Folk-lore des Hautes-Vosges, Paris.
  • VANDEN ZANDE H. 1900: ’t Besteken van boomen. Biekorf, 11 (19): 321-332.
  • VANHOUDT H. 2015: De munten ven de Bourgondische, Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden en van de Franse en Hollandse periode, 1434-1830, Heverlee.
  • Mondelinge informatie verkregen van Jozef Jackers, Val-Meer (27 juni 2017)
  • Mondelinge informatie verkregen van Mathieu Kerkhofs, Val-Meer (27 juni 2017)

Bron: Beschermingsdossier
Auteurs: Smets, Koen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kwartjesboom [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305229 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.