erfgoedobject

Grot Onze-Lieve-Vrouw

bouwkundig element
ID
305225
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305225

Beschrijving

Grot toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw gelegen op circa 400 meter ten noorden van de Sint-Sixtusabdij.

Deze grot werd in 1921 opgetrokken met bergstenen uit de bossen rond de trappistenabdij van Rochefort, uit dankbaarheid omdat de abdij en haar bewoners gespaard zijn gebleven van vernieling en dood tijdens de Eerste Wereldoorlog, aldus het bijbehorende informatiebord. De uitbeelding van de Zeven Smarten van Maria rond de grot zijn aangebracht in 1923, aldus hetzelfde informatiebord.

De Sint-Sixtusabdij van West-Vleteren is gelegen langs de Donkerstraat, ten oosten van Dozinghem Military Cemetery. Rechts van de abdij bevindt zich de Onze-Lieve-Vrouwgrot opgericht na de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag deze regio een eind achter het front en bleef het geallieerd gebied. Tussen november 1914 en juni 1915 zouden een 60.000-tal Franse militairen in en rond de abdij gekantonneerd worden, waarbij vooral de Algerijnen, Zouaven en Arabieren opvielen. Tussen juni 1915 en april 1918 verbleven hier minstens 306.000 Britse militairen. De Britse kroonprins Eduard zou zes maanden in de abdij verblijven. Vanaf april 1918 tot aan het Eindoffensief waren hier Belgische militairen gehuisvest. Ook Duitse krijgsgevangenen werden hier in de omgeving opgesloten. De abdij was een vluchtplaats voor onder meer pastoors en weeskinderen uit de frontstreek en een opslagplaats voor kerkmeubilair en dergelijke meer. Op de weiden en in de bossen rondom de abdij werden tientallen barakken en tenten opgetrokken. De paarden van de militairen stonden er opgesteld. Er waren medische posten en bijhorende begraafplaatsen. Het luchtverkeer boven de abdij nam alsmaar toe. De abdij zelf uiteraard werd een doelwit, omwille van telefoondraden, observatieballonnen, een kanon op een trein, een vliegveld, enzovoort in de omgeving. Veel hoge officieren en koningen kwamen hier de troepen schouwen. Verschillende hoofdkwartieren opereerden vanuit deze omgeving. De paters behielden het slotklooster als leefruimte. Ze werden door de militairen streng gecontroleerd en zelfs af en toe verdacht van spionage. Er werden een tiental paters opgeroepen voor de legerdienst. Eind april 1918 vluchtte een groep van tien religieuzen. De rest wachtte af. Tegen februari 1919 was de kloostergemeenschap weer voltallig.

  • GHEYSENS J. 1979: De Sint-Sixtusabdij gedurende de Eerste Wereldoorlog (1), Vlietmara 30.6, 167-174.

Bron: WOI Relict (1561): O.L.V.-Grot en informatiebord (Westvleteren - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Grot Onze-Lieve-Vrouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305225 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.