erfgoedobject

Gekoppelde eclectische enkelhuizen

bouwkundig element
ID
305185
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305185

Juridische gevolgen

Beschrijving

Bescheiden eclectische eenheidsbebouwing van twee enkelhuizen met identiek gevelschema in polychrome baksteen, gebouwd voor diamanthandelaar en -slijper Louis (Lodewijk) Stevens-De Herdt (nummer 8) en Egide Stevens-Claes (nummer 10). De mogelijke familiale verwantschap tussen beide bouwheren is niet gekend, en dat geldt ook voor de identiteit van de architect of aannemer die instond voor het ontwerp. Aan het nummer 8 is in opdracht van Louis Stevens, die op dat moment het pand nog steeds betrok, in 1931 op de eerste verdieping een ondiep pomphuis met wc op betonnen pijlers aangebouwd. In 2014 is de achterbouw van het nummer 8 op de gelijkvloerse verdieping uitgebreid over de gehele perceelbreedte.

De eenvoudige gekoppelde burgerhuizen in de rij zijn twee bouwlagen hoog en twee traveeën breed, onder een met pannen gedekt zadeldak met nok evenwijdig aan de straat. Boven de verzorgde blauwe hardstenen plint met gietijzeren voetenschraper in de geprofileerde sokkel, een heden gedichte centrale kelderopening en een puilijst, is het gevelparement opgebouwd uit gele in kruisverband gemetselde baksteen, platvol gevoegd in kalkmortel. Ter hoogte van de dorpels, de bovenlateien van het schrijnwerk en de getoogde ontlastingsbogen is de lijstgevel verlevendigd met gekleurde banden in witte en bruine geglazuurde baksteen, die om en om geplaatst ook de ontlastingsbogen accentueren. De gevel is aanvullend geritmeerd door cordonlijsten, ter hoogte van de erin verwerkte vensterdorpels in blauwe hardsteen en tussen de verdiepingen in witte steen, waaruit ook de geprofileerde sierlijsten boven de gevelopeningen van beide verdiepingen vervaardigd zijn. De lijstgevel kent op de begane grond de typische asymmetrische compositie van een enkelhuis met een smalle toegangstravee (rechts), geflankeerd door een brede venstertravee (links). Het accent ligt op de axiaal opgevatte bovenverdieping, waar de symmetrische vensteropeningen gevat zijn tussen postamenten in bruine geglazuurde baksteen op halfrond uitgespaarde sokkels in witte steen. De kapitelen van de postamenten zijn opgenomen in de verzorgde, rijk geornamenteerde en wit geschilderde houten kroonlijst, die gedragen is door slanke kwartrond opengewerkte consoles op geprofileerde en door voluten bekroonde sokkels, en versierd is met holle schijfmotieven en een tandlijst. In de borstweringen en het entablement bevinden zich centraal onder en boven de bovenvensters tegelfriezen van gekleurde cementtegels met een decoratie van omlijste en gestileerde slinger- en florale motieven. De dakpannen van het nummer 10 zijn recent vernieuwd.

Het kwaliteitsvolle houten deur- en vensterschrijnwerk is zeer gaaf bewaard. Het deurschrijnwerk met centraal draaiend deurpaneel tussen vaste zijpanelen, is verdeeld door smalle van sokkel en kapitelen voorziene pilasters. Onderaan hebben de panelen diamantkoppen; bovenaan kroonlijsten op voluutconsoles met guttae. Het centrale, geknikt boogvormige deurlicht heeft een smeedijzeren rooster met getorste spijlen en krul-, pijlvormige en florale motieven. Boven de met tandlijst verfraaide latei zijn de bovenlichten uitgewerkt als door gedraaide balusters verdeelde driebogen. De deuren hebben een reliëf- (nummer 10) of spiegelbeglazing (nummer 8) en een deels vernieuwd beslag. De guillotineramen met onderaan een gebogen zevendelig roedepatroon, zijn versierd door een gecanneleerde en gebiljoende bovenlatei op consoles met peerkraalprofiel (nummer 8), of een met diamantkopfries versierde latei op voluutconsoles (nummer 10). Op de bovenverdieping zijn enkel de eenvoudige T-vensters van het nummer 10 bewaard.

De oorspronkelijke indeling kan afgeleid worden uit het bouwplan van 1931, en volgt de kenmerkende enkelhuisplattegrond die sinds de negentiende eeuw gangbaar was voor dit type van eenvoudige burgerwoningen. Naast of omheen de inkom- en trappenhal zijn in de voorbouw telkens twee kamers gesitueerd, en in de achterbouw respectievelijk een keuken en pomphuis (begane grond), en een kamer en keuken (eerste verdieping). Uit de toevoeging van een pomphuis aan deze verdieping (1931) kan worden afgeleid dat het woonhuis ingericht was met twee wooneenheden. Te oordelen aan de keldergaten is onder de inkomhal de kolenkelder gesitueerd, geflankeerd door een onder de ontvangstruimte gesitueerde, ruimere provisiekelder. In 2014 is de achterbouw op de begane grond opengewerkt en uitgebreid, perceelsbreed en tot aan de achtergevel van het bovenliggende pomphuis.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Kadastrale leggers, Deurne 6, Sectie B, 1997 & 1998.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen, Deurne 6, Sectie B, 1911/58.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#7631, 3582#119, 3582#3187.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gekoppelde eclectische enkelhuizen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305185 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.