erfgoedobject

Meergezinswoning in sobere beaux-artsstijl

bouwkundig element
ID
305174
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305174

Juridische gevolgen

Beschrijving

Meergezinswoning in sobere beaux-artsstijl met accenten in geometrische art deco, gebouwd naar ontwerp van Benoit Dupont uit 1928, namens de Maatschappij (nlze) 'Zurenborg Uitbreiding'. Het gaat om een verkoop op plan, zoals de bouwpromotor er tussen 1926 en 1928 verscheidene realiseerde. Opdrachtgevers waren Damien Jacobs en Louis Hendrickx, die een pand betrokken in de Duboisstraat 58. Mogelijk komt bovengenoemde bouwmaatschappij overeen met de 'Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen - Oostkwartier'.

Benoit J. Dupont, wiens carrière omstreeks 1925 van start ging, is vooral gekend voor zijn oeuvre uit de jaren 1930: behalve een aantal ontwerpen in art deco, tekende hij flatgebouwen van hoge standing. Op goed vijf jaar tijd realiseerde hij minstens een twaalftal van dergelijke hoogbouwcomplexen in Antwerpen, in een gematigd progressieve architectuur die het midden hield tussen art deco en modernisme. De eerste jaren van zijn carrière zijn minder goed gedocumenteerd. De twee woningen die hij ontwierp op de Venneborglaan in Deurne, op nummers 65 en 71, zijn allebei in beaux-artsstijl en vertegenwoordigen de behoudsgezinde, klassieke architectuur uit de eerste jaren van zijn loopbaan als architect. Doordat de architect tragisch om het leven kwam te Bützow (Mecklenburg D) op 20.05.1945, kwam een abrupt einde aan zijn bloeiende carrière.

De woning sluit aan bij een aaneengesloten geheel van doorgaans sobere, twee of drie bouwlagen hoge interbellumwoningen, karakteristiek voor dit gedeelte van de Van Notenstraat tussen de Van Hersbekelei en de Drakenhoflaan. De woning onderscheidt zich als deel van een ensemble van drie aansluitende woningen - nummer 78 naar ontwerp van Jan Sels, en nummer 80, eveneens van de hand van Dupont - in het straatbeeld door hun verzorgd uitgewerkte met nadrukkelijk gebruik van witte natuursteen.

Met een gevelbreedte van drie traveeën telt de onderkelderde rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. Volledig opgetrokken uit witte natuursteen kreeg de lijstgevel een houten kroonlijst op klossen en een hoge plint in blauwe hardsteen. De beaux-artsstijl is ingetogen toegepast voor de kolossale pilasters, lijstwerk, het siersmeedwerk van balkon, toegangsdeur en kelderlichten, blinde panelen in de borstwering. Dit classicerende decorum is eigentijds verwerkt met accenten in geometrische art deco, zichtbaar in de versneden uitwerking van consoles met gestileerde guttae en van de hardstenen plint en het gecanneleerd fries in het entablement.

Horizontaal geleed met een puilijst en bovenaan met een discrete kordonlijst die het entablement aangeeft, legt het ontwerp de nadruk op de axiaal opgevatte bovenbouw, met bow-window op de eerste verdieping en bekronend balkon in witte natuursteen. De bovenbouw is geopend met drielichten waarvan de stijlen verticaliserend boven elkaar doorlopen in bow-window, balkon en hierop uitgevende vensterdeur met zijlichten. Op de begane grond zit rechts de toegangsdeur, twee treden boven het maaiveld, met daarnaast twee vensteropeningen waarvan de hardstenen dorpels doorlopen in de plintlijst. Kenmerkend voor Dupont vertoont het gevelfront een verzorgd en subtiel plastisch karakter, veruitwendigd in de geprononceerde vlakke pilasters en het blinde paneelwerk. Deze licht sculpturale werking komt ook tot uiting in de belijning van de gevelopeningen: in de bovenbouw kregen de stijlen afgeschuinde (gebiljoende) dagkanten, terwijl de bovendorpels centraal geaccentueerd zijn met driedelige guttae op de begane grond en tandmotief op de verdieping, dat in de middenpartijen breder is uitgewerkt.

Het inkomportaal kreeg een beglaasde paneeldeur. De gevelopeningen zijn rechthoekig uitgewerkt en ingevuld met houten vensterschrijnwerk met bovenlichten, op de begane grond opgevat als guillotineramen en in de bovenbouw opendraaiend.

De woning is vrij gaaf bewaard, met nog aanwezig houten schrijnwerk, waarvan de beglazing echter vervangen is. Het siersmeedwerk met krulmotief van balkon, kelderlichten en toegangsdeur is eveneens behouden.

De plattegronden in het bouwdossier tonen een opdeling van de woning in drie wooneenheden, één per bouwlaag. De architect koos voor de enkelhuisindeling, een klassiek patroon dat sinds de 19de eeuw standaard is bij de stedelijke burgerwoning. In de smalle travee zit de hal met zijdelings ingeplant trappenhuis, waarachter zich op alle niveaus een keuken en het pomphuis bevindt. In de brede travee op de begane grond een enfilade van drie kamers: een slaapkamer, salon en veranda met aansluitende koer, die uitgeeft op de tuin. Op de verdiepingen is de voorzijde perceelbreed ingenomen door een slaapkamer - op de eerste verdieping met bow-window en op de tweede verdieping met balkon – en een achterliggend salon. De woning is grotendeels onderkelderd: er was een provisie-, was- een kolenkelder voorzien. In 2008 is de woning eigentijds verbouwd in functie van een opengewerkte eetkamer en keuken aan de tuin, met aangepast terras, in opdracht van echtpaar Termonia, naar ontwerp van architect Mark Depreeuw.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Leggers Antwerpen, afdeling VI (Deurne), artikel 338.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#3402 en 3184#186.

Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meergezinswoning in sobere beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305174 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.