erfgoedobject

Burgerhuis in cottagestijl

bouwkundig element
ID
305106
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305106

Juridische gevolgen

Beschrijving

Half vrijstaand burgerhuis in sobere cottagestijl, gebouwd naar een ontwerp uit 1930 in opdracht van Léopold Van Looy, die een woning betrok in de Jaak Embrechtstraat 13. Het bouwdossier vermeldt geen architect. In 1938 liet Van Looy veranderingswerken uitvoeren.

Context

De percelen waarop de quasi identieke woningen, Jozef Verbovenlei 7 en 13, zijn gebouwd, maakten samen met de aanpalende woningen van het bouwblok (nummers 9 en 11) en de ruggelings aansluitende percelen in de Van Hersbekelei, initieel deel uit van een project uit 1924 met uitbreiding in 1926. Dat bouwproject voorzag in een ensemble van in elke straat vijf gekoppelde half vrijstaande cottagewoningen met voortuin, ontworpen volgens een spiegelend standaardplan. De vijf zuidelijke woningen in de Van Hersbekelei (nummers 4, 6, 8, 10, 12) lijken integraal en gefaseerd uitgevoerd tussen 1924 en 1926. De betrokken bouwdossiers geven steeds aannemer Vermeiren-Broeckx op als opdrachtgever. Echter, kadastrale gegevens vermelden als bouwpromotor van minstens een aantal van de betrokken percelen de (Naamloze) Maatschappij voor de onderneming van openbare en bijzondere werken, die opgericht werd in 1911 en architect François Toen tot haar beheerders mochten rekenen. Ook diens mogelijke opvolger, de in 1929 gestichte Maatschappij 'Entreprises Financières et Commerciales' is gekend uit archiefbescheiden. Vermoedelijk werkte Vermeiren-Broeckx samen met voornoemde bouwpromotoren, die in de jaren 1920 en 1930 grote delen van Deurne-Zuid in de omgeving van het Boekenbergpark en het Te Boelaerpark verkavelden. Van deze maatschappijen is verder geen huisarchitect gekend.

De vijf woningen die waren voorzien in de Jozef Verbovenlei, werden niet volgens de oorspronkelijke dossiers uit 1924-1926 gebouwd. Voor deze huizen werden vanaf 1929 nieuwe bouwaanvragen ingediend, waarbij de bijna identieke woningen Jozef Verbovenlei 7 en 13 het opzet van de oorspronkelijke verkaveling lijken te volgen. Hoewel grootschaliger van opzet, zijn de woningen Jozef Verbovenlei 7 en 13 conform het initiële plan uit 1924 ontworpen als half vrijstaande cottagewoningen met gevels en grondplan volgens een gespiegeld schema. De woningen in dit bouwblok kregen een voortuin en een half ondergrondse garage die bij het nummer 13 niet uitgevoerd is. Opvallend is dat bij het ontwerp van nummer 9, met functionele baksteengevel en simili-accenten en dat van nummer 11, in verzorgde witte natuursteen, het oorspronkelijke cottageconcept volledig verlaten is. De woningen in dit bouwblok kregen een voortuin en een half ondergrondse garage die bij het nummer 13 niet uitgevoerd is.

Exterieur

De pittoreske woning is twee bouwlagen hoog en aan straatzijde twee traveeën breed, onder een leien pseudo-mansardedak en met een plint in blauwe hardsteen. De gevelfronten kregen parementen van rode baksteen in kruisverband met gesneden voegwerk, waarbij witte natuursteen is toegepast voor hoekkettingen, negblokken en voor constructieve delen zoals zuilen, stijlen en lateien. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de vensterdorpels, voor de omlijsting van de garage en in de toegang. De cottagestijl komt vooral tot uiting in de gevelbekroningen uit stijl- en regelwerk, mijtervormig uitgewerkt aan straatzijde en in de zijgevel met puntgevel, waarin zich de toegang bevindt.

De ontwerpplannen tonen een als één geheel ontworpen voor- en zijgevel. Ondanks de inkom in de zijgevel, is de straatgevel als façade ingedeeld met twee ongelijke traveeën. De benadrukte brede travee zet aan op een half ondergrondse garagetoegang, waarboven een met drielichten geopend ensemble: oplopende erkerpartijen met trapezoïdaal grondplan, rustend op een centrale geometrische console en bovenaan, middels een brede houten basis aansluitend op een mijtervorm in stijl- en regelwerk met afzomende windborden. Deze houten uitkraging was volgens de ontwerpplannen gedragen door twee consoles aan weerszijden van de erkerbeëindiging, die echter niet uitgevoerd zijn. De hoektravee maakt de verbinding tussen de voor- en zijgevel, door middel van twee identieke, over de hoek doorlopende vierlichten met gezwollen hoekzuilen op de begane grond en de verdieping. Als beëindiging onder de vlakke kroonlijst, een doorlopende expressieve belijning met geblokte vakwerkstroken, harmonisch overgaand in het geknikt aanzettend dakvolume. In de puntgeveltravee van de zijgevel zit het inkomportaal, volgens de bouwplannen beschermd door een wellicht onuitgevoerd leien afdak en toegankelijk middels vijf treden, tussen onuitgevoerde postamenten en zijdelings gemarkeerd door driedelig verspringende traplichten. De boven het dak uitstekende puntgevel is gedeeltelijk ingevuld met geprononceerd houten vakwerk gedragen door kwartronde houten consoles. Voor het overige is de zijgevel informeel opgevat met onregelmatig geplaatste vensterpartijen van ongelijke formaten, met achteraan een erkerpartij voor de keuken. De vensters zijn ingevuld met houten schrijnwerk met kleinroedeverdeling, in de erkertravee enkel in de bovenlichten, maar integraal uitgevoerd in de zij- en hoekpartijen.

Het decoratieve houten vakwerk is goed bewaard maar het vensterschrijnwerk is aangepast en het traditionalistische vensterindeling vervangen, uitgezonderd het glas-in-lood met decoratief kleuraccent in de erkerpartij op de eerste verdieping.

Interieur

De volledig onderkelderde woning kreeg, ondanks de toegang in de zijgevel, een klassieke enkelhuisopdeling met zijdelings ingeplant trappenhuis. In de inkomtravee zijn achtereenvolgens een bureel aan de straat, de traphal met vestiaire en achterliggende keuken met aangebouwd toilet geschikt. De brede travee herbergt in enfilade twee achter elkaar gelegen salons, met achteraan een eetkamer aan een overluifeld terras (in 1938 overbouwd), middels een trap verbonden met de tuin. De bovenbouw vertoont een gelijkaardige indeling, maar met trapsgewijs terugspringend bouwvolume aan de tuin. Op de eerste verdieping zit de badkamer in de smalle travee aan tuinzijde. De overige ruimte wordt hier ingenomen door drie kamers, een indeling die herhaald is op de dakverdieping, mogelijk in functie van inwonend personeel. De kelderruimten zijn toegankelijk vanuit de tuin.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#604, 329#624, 329#1616 en 329#6157.
  • Informatie verkregen van Marcel Windey (januari 2018).

Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305106 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.