erfgoedobject

Ensemble burgerhuizen in sobere beaux-artsstijl

bouwkundig element
ID
305094
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305094

Juridische gevolgen

Beschrijving

Ensemble van 15 burgerhuizen in sobere beaux-artsstijl uit 1923, gebouwd in opdracht van Louis Rymen, een projectontwikkelaar die toen gevestigd was aan de toenmalige Te Boelaerlei 25, de latere Jozef Verbovenlei. De architect is niet vermeld in het bouwdossier; mogelijk stond Rymen zelf in voor het ontwerp. Rymen zou beheerder geweest zijn van de 'Naamloze Maatschappij Deurne en Borgerhout Uitbreiding', een bouwpromotor die tussen 1920 en 1930 grote delen van het grensgebied Borgerhout-Deurne tussen ruwweg de Karel de Preterlei en de Muggenberglei verkavelde en de mogelijk gelinkt kan worden aan het bouwproject in de Herrystraat.

Geleed door een puilijst, bestaat de drie bouwlagen hoge, aan de rooilijn opgerichte bebouwing onder plat dak uit twee ensembles. Het eerste ensemble van in totaal acht woningen is geordonneerd volgens een axiaal spiegelende middenas. Het tweede geheel van zeven woningen werd opgebouwd volgens een identiek schema, maar zonder de meest rechtse woning. De opstanden kregen een parement in witte natuursteen op een hoge plint in blauwe hardsteen. De begane grond en bovenbouw zijn individueel vormgegeven. Met een doorlopende geblokte belijning, zijn de gemene muren van het gelijkvloerse niveau gehanteerd als spiegelassen, met gekoppelde toegangen en telkens twee vensterpartijen, al dan niet rechthoekig, steekboog- of rondboogvormig uitgewerkt, wat het ensemble de nodige eenheid verleent. De doorlopende vensterdorpels en de plint vormen één geheel in blauwe hardsteen, verder decoratief bewerkt met onder meer decoratieve spuwers en een variatie aan geometrische motieven.

De bovenbouw toont meer variatie en een afwijkend ritme, waarbij, uitgaande van vier basistypes, fronten met gebogen beëindiging afgewisseld worden met lijstgevels. Centraal in elk van de twee gebouwengroepen twee identieke maar gespiegeld uitgewerkte gevelfronten met ongelijke traveeën, in de brede travee aanzettend met een bow-window met drielichten aansluitend op een smeedijzeren balkon en rondboogvenster, onder een segmentboogvormige bekroning (nummers 30, 32, 44, 46). Deze kern kreeg aan weerszijden een eveneens gespiegeld geheel van drie woningen, alle drie traveeën breed, met benadrukte middentravee door middel van bredere gevelopeningen, op de eerste verdieping uitgerust met een smeedijzeren balkon. Het gaat hierbij telkens om een centrale façade met in- en uitzwenkende top (nummers 26, 36, 40, 50) , geflankeerd door lijstgevels met houten kroonlijst op klossen, waarbij de kopgebouwen van elk ensemble gecanneleerde monumentale pilasters kregen (nummers 24, 28, 34, 38, 42, 48, 52).

De bovenbouw is verder regelmatig geordonneerd met eenvoudige rechthoekige vensterpartijen, met uitzondering van de lijstgevels zonder aflijnende pilasters, die voorzien zijn van getoogde vensteropeningen. Het langgerekte gevelfront is bijkomend geritmeerd door decoratieve accenten. Zo kregen de rondboogramen van de gespiegelde centrale woningen (nummers 30, 32, 44, 46) een als bloemenkorf uitgewerkte sluitsteen, ontleend uit de art deco, en zijn de vensters van de flankerende lijstgevels verfraaid met een als oren opgevatte omlijsting (nummers 28, 34, 42, 48). Tot slot kregen de twee uiterste geveltypes van elk ensemble paneelwerk onder de dorpels; zijn de in- en uitzwenkende gevelbekroningen benadrukt door voluutaanzetten en zijn de centrale vensterpartijen verlevendigd met rolwerk, schelpmotief en kransmotief (nummers 24, 26, 36, 38, 40, 50, 52).

De gevelopeningen waren volgens de bouwplannen oorspronkelijk ingevuld met eenvoudig houten schrijnwerk, waarbij voor de toegangsdeuren een standaardtype, telkens met rond deurlicht voorzien lijkt en een variatie aan bovenlichten. Het deur- en vensterschrijnwerk is quasi volledig vervangen, behalve dat op de begane grond van nummer 44, nog met oorspronkelijke voordeur en siersmeedwerk, waarvan wel de beglazing vernieuwd is. Ook de oude toegangsdeuren van nummers 28 en 30 zijn nog aanwezig. Het siersmeedwerk van de balkons is gedeeltelijk behouden, maar vervangen bij nummers 38, 46 en 48.

De interieurindeling van de onderkelderde woningen is opgevat volgens eenzelfde spiegelend schema als de gevelopbouw. De woningen beantwoorden aan de klassieke typologie van de enkelhuisopdeling met smalle toegangstravee en brede travee voor leef- en slaapvertrekken. Op de begane grond zit de keuken achter de traphal en aanpalend het salon aan de straat met en suite eetkamer. Keuken en eetkamer geven uit op een overluifelde koer die verbonden is met de tuin. De bovenliggende niveaus zijn identiek opgevat, telkens met een gevelbrede kamer aan de straat en een achterliggende, smallere kamer aan de tuin.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#577.
  • Mondelinge informatie verkregen van Marcel Windey (maart 2018).

Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble burgerhuizen in sobere beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305094 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.