erfgoedobject

Woning Verhoeven

bouwkundig element
ID
305085
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305085

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning Verhoeven
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Eengezinswoning in naooorlogs modernisme in opdracht van Alfons Verhoeven naar ontwerp van C.A.J. De Winter uit 1969. Het gebouw is een representatief, maar vooruitstrevend voorbeeld van de naoorlogse bel-etagewoning. Het modernistische ontwerp onderscheidt zich van de conventionele, veelal traditionalistisch gekleurde doorsnee-architectuur, die de suburbane verkavelingen in deze periode domineert. Van Constant De Winter, wiens carrière begin jaren 1950 tot volle ontplooiing kwam, zijn in de Antwerpse districten meerdere van dergelijke bel-etage- of meergezinswoningen uit de jaren 1960 bekend. De woning Van der Heyden maakt deel uit van de homogene, overwegend naoorlogse en aaneengesloten bebouwing, kenmerkend voor deze zijde van de Floralaan. Het gaat doorgaans om drie bouwlagen hoge constructies onder plat dak, voorzien van voorhofjes.

De twee traveeën brede rijwoning is opgericht op een smal en diep rechthoekig perceel. Het pand was volgens de oorspronkelijke bouwplannen voorzien van een lage voortuinafsluiting in gladbeton en een oprit uit vierkante tegels in rasterpatroon, ruimte latend voor een plantenbak met brievenbus aan de straat. Bestrating en afsluiting zijn gewijzigd uitgevoerd of later aangepast in kiezelbeton. De constructie toont een gemengd gebruik van gewapend beton (vloer bel-etage, dakplaat en balkon achtergevel) en een houten roostering ondersteund door metalen I-liggers (vloer verdieping). Bepalend voor de compositie is de afwisseling van gesloten en open delen door de combinatie van een frame en kroonlijst in glad bekist zichtbeton en baksteenmetselwerk uit platvol gevoegde klampsteen in halfsteens verband.

Het ontwerp legt de nadruk op een massief uitgewerkte bovenbouw in contrast met een transparante bel-etage, waarbij de achterliggende functies treffend weerspiegeld worden: dienstvertrekken op de begane grond, op de straat betrokken leefruimten op de bel-etage en bovenliggende, intimistische bad- en slaapkamers. In de onderbouw bepaalt een asymmetrische kruisvorm in gladbeton met een geprononceerde, over twee bouwlagen hoge kruisstijl, de indeling van begane grond en bel-etage. Op die manier komt een afscheiding tot stand tussen de garagepoort (links) en het dieper liggend inkomportaal, terwijl op de bel-etage twee grote maar ongelijke vensterpartijen de leefruimte van overvloedig daglicht voorzien. De bovenbouw is eigenzinnig uitgewerkt met een blind muurveld en een hoog geplaatst bandraam, onder een even brede en monumentale kroonlijst (ver uitspringend en vlak afgewerkt), als geheel gevat tussen gevelhoge, aflijnende pilasters in gladbeton. Het geprononceerde skelet en de expressieve kroonlijst verlenen de gevel verder een strak sculpturaal karakter, nog versterkt door het baksteenmetselwerk in het inkomportaal met - in functie van extra garageruimte - een verschoven uitgevoerde dwarsmuur achter de betonnen kolom. De verspringing is fraai opgevangen door een in beton uitgevoerd horizontaal tablet.

De architect gebruikt een variëteit aan vensterformaten met karakteristieke asymmetrische indeling voor volgende onderdelen: het staand garagelicht in het inkomportaal, het linker venster op de bel-etage, en het drieledige bandraam onder de kroonlijst, slechts onderbroken door een smalle vensterpost die de achterliggende opdeling met badkamer en slaapkamer aangeeft. Het metalen schrijnwerk van de beglaasde inkomdeur, het garagelicht en de kantelpoort zijn nog behouden maar in de bovenbouw is alle schrijnwerk - oorspronkelijk met houten kozijnen en metalen ramen - vervangen, waarbij enkel op de bel-etage de oude indeling gerespecteerd bleef.

De oorspronkelijke bouwplannen tonen een gevelafwerking met een uitgesproken contrastwerking: zichtbeton; donkere afwerking voor de toegangsdeur, de strook boven de garagepoort, de metalen ramen en het metselwerk in de bovenbouw; lichtgrijs voor de muurdelen in het inkomportaal en wellicht wit voor de houten vensterkozijnen. Deze weloverwogen accenten zijn nu quasi integraal verdwenen achter een witgeschilderd gevelfront met onaangepast aluminium schrijnwerk (donkergrijs), met uitzondering van de roodgelakte toegangsdeur die authentiek is.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de naoorlogse bel-etagewoning, ontsloten door een zijdelings ingeplante traphal met spiltrap. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond aan straatzijde ruimte aan een inkomhal en garage. Op het middenplan bedient een smalle doorgang een toilet, stookplaats en vestiaire, aansluitend op de gebogen uitgewerkte traphal achter het inkomportaal. Aan tuinzijde geeft een ruime werkplaats uit op een overdekt terras. De bel-etage is opgevat volgens een vrij plan, met een opengewerkte ruimte over de volledige bouwdiepte. De woonkamer met haard is gericht op de straat en achteraan geeft een open keuken uit op een ruim terras, die verbonden is met de tuin door een buitentrap. Leefruimte en keuken zijn visueel begrensd door de spiltrap en een bureau op het middenplan. De tweede verdieping herbergt een slaapkamer en badkamer aan straatzijde en nog twee slaapkamers uitgevend op de tuin. Opvallend hier is de efficiënte ruimte-indeling met toepassing van dunne tussenwandjes en kamerhoge kasten.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 627#25341.

Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Verhoeven [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/305085 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.