erfgoedobject

Bellegodshuis

bouwkundig element
ID
30504
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/30504

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Bellegodshuis
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Bellegodshuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek

Het voormalige Bellegodshuis, thans administratieve zetel van het O.C.M.W. en museum. Stichting ten behoeve van de armenzorg; ontstaan tijdens de crisisperiode van 1270-1274 in de Ieperse lakennijverheid ten gevolge van het verbod tot uitvoer van Engelse wol naar Vlaanderen.

Circa 1273 (?): Christine de Guines, weduwe van Salomon Belle, vormt haar ruime eigendom aan de Rijselsestraat om tot een gebouw voor allerlei caritatieve voorzieningen.

1275-1276: uitbreiding met kapel en ziekenzaal waardoor de fundatie een meer polyvalent karakter krijgt zie een der belangrijkste hospitalen van de stad tijdens de middeleeuwen waaraan tussen 1304 en 1331 Jan Yperman, schrijver van het oudst bekende Nederlands traktaat over heelkunde (de Cyrurgie en de Medicina), als meester-chirurgijn verbonden was.

Tegen eind 13de eeuw: verdere afronding van de stichting door allerlei giften van familieleden waardoor het ganse huizenblok begrensd door de huidige ABC-, Boomgaard-, Burcht- en Rijselsestraat onder het beheer van het godshuis komt zie huidige eigendomssituatie.

Eerste kwart van de 17de eeuw: wijziging van de plattegrond en de indeling van het godshuis zie verschil in weergave bij Thevelin-Destrée (1564) en Sanderus (1640), voornamelijk bepaald door de plaats van de kapel die in 1616 nieuw gebouwd werd aan de Rijselsestraat, terwijl zij vroeger anders georiënteerd en door het gebouwencomplex omsloten was.

1796: het godshuis, tot dan toe nog altijd onder voogdij van de nakomelingen van de familie Belle wordt onder het bestuur van de Burgerlijke Godshuizen geplaatst, die het belast met bejaardenzorg.

1925: het Algemeen Bureel voor de Weldadigheid en het Bureel van de Burgerlijke Godshuizen, worden verenigd onder de benaming van Commissie voor Openbare Onderstand (C.O.O.), vanaf 1977 Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (O.C.M.W.) genaamd, met zetel in het Bellegodshuis. De kapel fungeert thans als museum van het O.C.M.W.

Beschrijving

Heropgebouwd complex bestaande uit: aan de Rijselsestraat, het hoofdgebouw met rechts aanpalende kapel; erachter, een aansluitende vleugel in een historiserende wederopbouwstijl vermoedelijk deels naar ontwerp van architect G. Lernould (Ieper), met gebouwen gegroepeerd rondom een rechthoekige binnenplaats en onder meer uitziend op de Burcht- en Boomgaardstraat met respectievelijk twee aanleunende puntgevels in neogotische bouwtrant zie onder meer spitsbogige drielichten voorzien van traceerwerk, en een poortgebouw (nokrichting parallel aan de straat) met Brugse travee.

Hoofdgebouw. Grosso modo identieke reconstructie van het vooroorlogse uitzicht uit de tweede helft van de 17de eeuw, mogelijk naar plannen van architect Jules Coomans (Ieper). Enkelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, leien). Gele baksteenbouw op plint van Atrechtse zandsteen. Muurankers: combinatie van hart en lelie. Trapgevel (11 trappen) met overhoeks topstuk; horizontale gevelgeleding door middel van cordonvormende lekdrempels, doorgetrokken druiplijsten, hoofdgestel met tandlijst en soortgelijk belijnde geveltop. Rechthoekige muuropeningen per geleding afwisselend verdiept in korf- of tudorboogomlijsting onder druiplijst. Houten kozijnconstructies voor ramen en deur: kruiskozijnen, onder meer met dubbel bovenlicht op de begane grond; kleine roedeverdeling.

Interieur deels geïnspireerd op het vooroorlogse uitzicht zie onder meer de zittingszaal in neorenaissancestijl met balkenzoldering, lambrisering waarboven een bekleding met Mechels leder, en een natuurstenen schouwmantel.

Kapel. Vrij getrouwe reconstructie van het vooroorlogse gebouw in laatgotische stijl met renaissance-ornamentiek, daterend van 1616; eerstesteenlegging door Ferdinandus van Lichtervelde en Joris Jacobus de Massiet, toenmalige voogden van het godshuis. Wederopbouw vanaf 1933-1934 naar plannen van architect Jules Coomans (Ieper) van circa 1920. Eénbeukig gebouw van circa vier traveeën met rechte sluiting. Gele baksteenbouw op sokkel van Atrechtse zandsteen; gebruik van simili- en/of natuursteen onder meer Euvillesteen voor ornamenten. Leien zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat); de vooroorlogse dakruiter werd niet behouden. Puntgevel met muurankers in de vorm van een hart gecombineerd met een lelie, en drie geledingen gemarkeerd door cordons. Twee gekoppelde korfboogdeuren in geprofileerde omlijstingen van Balegemse steen (?) met tudorbogige druiplijsten. Links en rechts, respectievelijk het familiewapen Belle en Guines (voor de Eerste Wereldoorlog gepolychromeerd); onder eerst genoemde, een bronzen gevelsteen in de vorm van een opengeslagen bock, gesigneerd M. Deraedt (Ieper) en gedateerd 1933, met opschrift "Roemrijke gedachtenis van den befaamden geneesheer en vermaarden Yperling Jehan Yperman. Hij legde den grondslag der heelkunde en was werkzaam in 't Belle Godshuis 1304-1331. Hij bewoonde het huis hiernevens". Tweede geleding. Groot spitsbogig tweelicht met laatgotisch traceerwerk, onder druiplijst; middenstijl met baldakijn waaronder zich voor de Eerste Wereldoorlog een Sint-Niklaasbeeld bevond zie ook de gereconstrueerde, uitgewerkte sokkel rustend op pilastertje aansluitend bij de deuromlijsting. Links en rechts, respectievelijk de knielende figuur van Salomon Belle en Christine de Guines, varianten op de vooroorlogse modellen door beeldhouwer A. De Beule (Gent), in een soort van aedicula-omlijsting bekroond met voluten en vaas. Geveltop. Rolwerkcartouche met jaartal 1616 en aansluitend bij de omlijsting van de ronde oculus erboven. IHS-monogram in de top. Zijgevels: spitsbogige drielichten. Naar het vooroorlogse uitzicht hersteld kapelinterieur met houten spitstongewelf voorzien van ijzeren trekstangen; ook het portiekaltaar, het doksaal en de lambrisering zijn replieken van het vooroorlogse mobilair in Vlaamse renaissance- en barokstijl, door beeldhouwer M. Deraedt (Ieper).

  • Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 852, 2420.
  • Museum O.C.M.W. Ieper. Katalogus, s.d., s.l.
  • Septingentesimum inbilaeum hospicii dicti Belle, C. O. O. Ieper Rijselsestruat 38, 1976 (Bijdragen tot de geschiedenis van de liefdadigheidsinstellingen te Ieper, Ieper, 1976).

Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bellegodshuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/30504 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.