erfgoedobject

Appartementsgebouw in neotraditionele stijl

bouwkundig element
ID
304936
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304936

Juridische gevolgen

Beschrijving

Appartementsgebouw in neotraditionele stijl, omstreeks 1937 als opbrengsteigendom opgetrokken voor de weduwe van Omer Josephus Rottiers-De Munck, die zelf aan de Bredabaan 417 in Merksem woonde. Het oorspronkelijke bouwdossier is niet bewaard, waardoor de ontwerper niet gekend is. Volgens de kadastrale bronnen is het in 1946 ten gevolge van oorlogsschade ‘geheel hersteld’.

Het behoort tot de uit het interbellum daterende verkaveling van de zuidzijde van de Sint-Bartholomeusstraat tussen de Frans de l’Arbrelaan en de Trammezandlei, die samen ging met een ingrijpende heraanleg van de ruimere omgeving en waarbij de overwegend neotraditionele bebouwing tegenover de Sint-Bartholomeuskerk een passend historiserend kader moest scheppen. Stilistisch refereren deze ontwerpen sterk aan de contemporaine wederopbouwarchitectuur toegepast in vele door de Eerste Wereldoorlog getroffen stads- en dorpskernen. De gevel maakt deel uit van een rij appartementsgebouwen (nummers 1 tot 9), die zich typologisch of in het aantal bouwlagen onderscheidt van de oostwaarts gesitueerde burgerhuizen en meergezinswoningen. Het meer uitgesproken neotraditionalistische gevelontwerp voor het nummer 3 sluit bij deze laatste aan in het gebruik van bruine baksteen in combinatie met een eerder sobere toepassing van witte natuurstenen ornamenten, en heeft een indeling en neobarokke klokgevel die herhaald is in de gevel van het aan de andere zijde van de belendende pastorie gelegen nummer 1.

Met een gevelbreedte van twee traveeën omvat het appartementsgebouw vier bouwlagen onder een plat dak. De rechtse venster- en erkertravee is bekroond met een hoger uitgewerkte klokgeveltop, waartegen een ondiep en met pannen gedekt zadeldak waarvan de nok haaks op de straat georiënteerd is. Rustend op een blauwe hardstenen plint waarin twee toegangstreden en een lage korfboogvormige kelderopening met enkelvoudig horizontaal diefijzer, heeft de gevel een parement uit bruine baksteen in kruisverband met knipvoeg. Contrasterend is witte natuursteen toegepast voor onder meer de speklagen, vensterdorpels en –lateien, erkerbasis en –posten, de sluitstenen, schouderstukken, de pseudohijsbalkgaten, en de dekstenen. De blinde zijgevel aan zijde van de pastorie is volledig bekleed met kunststof.

De gevelopstand beantwoordt aan een onregelmatig schema van gevelopeningen onder ontlastingsbogen en witte natuurstenen lateien, met de typische asymmetrische compositie van een enkelhuis gekenmerkt door een als lijstgevel uitgewerkte smalle toegangstravee links, en een brede venstertravee rechts, opgevat als klokgevel. Op de begane grond is de toegang tot de appartementen geflankeerd door twee rechthoekige vensters, waarvan de blauwe hardstenen dorpels opgenomen zijn in de waterlijst van de pui. Het accent ligt op de verdiepingen, naast de smalle vensters in de toegangstravee gemarkeerd door een drie traveeën brede en twee bouwlagen hoge driezijdige erker op getrapte basis. Over de hele breedte opengewerkt met regelmatige drielichten, is deze erker op de derde verdieping bekroond met een balkon, voorzien van een verzorgde metalen balustrade in een geometrische en waaiervormige art-decovormgeving en ontsloten door een halfrond deurvenster gemarkeerd door een diamantkopvormige sluitsteen. De lijstgevel is beëindigd met een witte natuurstenen sierlatei op geprofileerde consoles waarboven een decoratieve afwisseling van bakstenen en witte natuurstenen vlakken. De hogere, geknikte halfronde klokgeveltop met dekstenen op decoratieve driehoekige consoles rust op voluutvormige schouderstukken, en is geopend door een centrale oculus met diamantkopvormige sluitsteen en eveneens uit witte natuursteen vervaardigde waterspuwer. Aan beide zijden van de oculus is de geveltop versierd met pseudohijsbalkgaten.

Het vensterschrijnwerk is recent volledig vernieuwd, en de houten toegangsdeur met beglaasd deur- en bovenlicht, werd vermoedelijk reeds aangepast in 1946. Door het ontbreken van een oorspronkelijk of verbouwingsplan, zijn over de indeling van het appartementsgebouw geen archiefbescheiden voorhanden. Van de gevels en het bouwvolume kan worden afgelezen dat elke verdieping een appartement huisvest, de sinds de 19de eeuw gangbare enkelhuisindeling volgend. Ontsloten door een trapzaal in de linkse toegangstravee, situeren zich in de rechtse venster- en erkertraveeën de woonruimten, en in de achterbouw de keuken en sanitaire voorzieningen, op de begane grond geflankeerd door een koer. Boven de erkertravee bevindt zich onder het zadeldak een beperkte zolderruimte.

  • Kadasterarchief Antwerpen, Leggers Antwerpen, afdeling XL (Merksem), artikel 6799.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Antwerpen, afdeling XL (Merksem), 1937/140, 1949/52.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Neotraditionele gevelwand


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw in neotraditionele stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304936 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.