erfgoedobject

Modernistische meergezinswoning

bouwkundig element
ID
304897
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304897

Juridische gevolgen

Beschrijving

Modernistische meergezinswoning met referenties naar zowel de art deco als de nieuwe zakelijkheid, in 1935 door architect Hendrik A. Wittocx ontworpen voor Emiel Van Giel, die verderop in de straat woonde. De woning maakt deel uit van de vroegste bebouwing van de omstreeks 1928-1929 getrokken straat, die bestaat uit veelal verzorgde appartementsgebouwen in modernistische of art-decostijl, in een latere fase ingevuld met meer gestandaardiseerde naoorlogse meergezinswoningen.

Hendrik Adolf Wittocx, zoon van architect Peter Wittocx (° 1853 - † ?), was zijn hele loopbaan gevestigd aan de Bredabaan in Merksem, en combineerde een docentschap aan de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten met de uitbouw van een oeuvre van stadswoningen en landhuizen in de Antwerpse rand. Hij werkte zowel in een gematigd (baksteen)modernisme als met een meer traditionele inspiratie uit de art deco en de cottagestijl. Zijn meest bekende realisatie die hij laat in zijn carrière en in samenwerking met generatiegenoot Paul Smekens uitvoerde is het intussen gesloopte Zeemanshuis op de voormalige site van het Antwerpse Falconklooster. In Merksem gaf hij de tussenoorlogse woonverkavelingen mee vorm met onder meer privéwoningen aan de Van Praetlei, de Du Chastellei, en de Dokter Maurice Timmermanslaan.

Beschrijving

De voortuin van de meergezinswoning heeft een verharding van later toegevoegde betontegels, en vormt één van de weinige voorbeelden in de straat met nog hoger opgaand groen (krulwilg). Van de oorspronkelijke voorhofafsluiting zijn enkel de heden met betonplaten gedekte bakstenen dragers bewaard, volgens het ontwerp oorspronkelijk voorzien van een verzorgd smeedijzeren hekwerk dat in vormgeving aansloot bij het bewaarde traliewerk in de voordeur. Twee traveeën breed, omvat het appartementsgebouw drie bouwlagen onder plat dak, met één appartement per verdieping. De gevel is gekenmerkt door een evenwichtige compositie van verticale en horizontale elementen, en een afgewogen gebruik van baksteen, natuursteen en beton. De gevel in gele, gezande baksteen gemetseld in halfsteens verband en met verdiepte lint- en stootvoegen heeft een blauwe hardstenen plint met dorpel- en waterlijst. Hij is gedomineerd door een rechthoekige en een ronde betonnen gevelhoge erker, die de opdeling tussen de appartementen en trappenhal vertalen in de gevel en voorzien zijn van alternerende vensteropeningen. De verticaliserende erkers zijn horizontaal geleed door twee betonnen luifels: één die de vensteropening op de begane grond doorsnijdt en fungeert als oversteek voor de door brievengleuven en een klein venster geflankeerde toegang, en één die de erkers en bovenverdieping bekroont. Daartussen bevinden zich onder en boven de vensteropeningen gevelbrede, geblokte lijsten. Bovenaan de gevel bevindt zich een bakstenen, getrapt en gevelbreed topstuk gedekt met blauwe hardstenen of betonnen dekstenen.

Van het oorspronkelijke, houten schrijnwerk is slechts de wit geschilderde voordeur met verchroomde deurgreep bewaard. Ter hoogte van het beglaasde bovenlicht en in de naastgelegen vensteropening zijn de originele, horizontale dievenijzers bewaard, met centraal een op de art deco geïnspireerd spiraalmotief. Door het vervangen van het houten vensterschrijnwerk met kleinroedeverdeling door aluminium exemplaren met bredere profielen, heeft de gevel aan expressie ingeboet.

In de indeling inspireert de architect zich nog op het klassieke enkelhuis, maar introduceert daarbij reeds het moderne concept van een verlichte trappenhal met ruime, halfronde, in de erker gesitueerde bordessen, in functie van een efficiënt ruimtegebruik. Het oprichtingsplan toont drie bescheiden, identieke huurkwartieren. Een inkomhal met bergkasten geeft toegang tot de in de achterbouw gesitueerde keuken met sanitaire ruimte, en de naast- en in enfilade gelegen slaap- of zitkamer en woon- of slaapkamer, uitgevend op een koer of terras. Om de ruimte optimaal te benutten zijn de deuropeningen overhoeks geplaatst, in de leefruimten gespiegeld door twee rug aan rug aangebrachte hoekschouwen. In de kelder bevinden zich drie gescheiden kolen- en provisiekelders.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier 103#7624.

Auteurs: Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistische meergezinswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304897 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.