erfgoedobject

Meisjesschool met klooster

bouwkundig element
ID
304673
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304673

Juridische gevolgen

Beschrijving

De voormalige meisjesschool en het voormalige klooster van de dochters van Sint-Jozef van Blegny werden van 1923 tot 1925 gebouwd naar een ontwerp van architect Adrien Blomme. Het complex is gelegen aan de zuidzijde van de eerste mijncité van Winterslag en vormt een essentieel onderdeel van het concept van deze wijk. De gebouwen staan op een rechthoekig perceel gesitueerd aan de noordzijde van de Evence Coppéeplaats en ten oosten van de Margarethalaan. Ten noorden wordt het perceel begrensd door de Hovenierslaan, ten oosten door de Acacialaan. De school en het klooster vormen de noordzijde van de indrukwekkende Evence Coppéeplaats, de westzijde wordt afgebakend door de gebouwen van de voormalige jongensschool, de huidige Sint-Michielsschool. De Parochiekerk Heilig Hart vormt het centrum van het plein.

Historiek

Vanaf 1912 werden door Adrien Blomme verschillende ontwerpen voor de mijnwijk en de bijhorende openbare gebouwen getekend, maar in een eerste fase realiseerde de mijnvennootschap enkel voorlopige gemeenschapsvoorzieningen. Pas toen de in 1921 opgerichte Société des Habitations à Bon Marché de Genck-Winterslag de wegenaanleg en de woningbouw in de wijk op zich nam, besloot de mijnvennootschap definitieve gemeenschapsvoorzieningen te bouwen. Deze werden rond een plein met kerk gegroepeerd: een jongensschool aan de westzijde en de meisjesschool met klooster aan de noordzijde. Achter de kerk waren woningen voorzien en tegenover de meisjesschool een overdekte markt. Deze twee laatste gebouwen werden echter nooit gerealiseerd, waardoor het plein niet het door Blomme bedoelde visueel afgesloten karakter kreeg.

In 1924 werd de aanleg van de Evence Coppéeplaats door het kadaster opgetekend, een jaar later werd de school met klooster en de Heilig Hartkerk geregistreerd. De school werd gebouwd als langwerpig, oost–west georiënteerd gebouw, waaraan ten oosten de L-vormige kloostervleugel aansloot. Rond 1942 vond er een eerste uitbreiding aan de westzijde van het schoolgebouw plaats; op dit moment ontstond het kubusvormige gebouw met puntdak op de noordwestelijke hoek van het plein. Dit gebouw was, naar analogie met de twee kubusvormige gebouwen die de voorgevel van de jongensschool flankeren, reeds in het oorspronkelijke ontwerp voorzien.

De meisjesschool werd tot 1933 bestuurd door de Dochters van Sint-Jozef uit Blegny. Zij werden in 1933 vervangen door de Dochters van het Kruis, die de school in 1967 verlieten. In 1977 werd het kloostergebouw aangekocht door de vzw Limburgs Vormingscentrum voor Zelfstandigen Genk–Hasselt. Het klooster werd gerestaureerd en aan de noordoostzijde van het perceel werden werkplaatsen bijgebouwd. Deze uitbreiding werd in 1979 door het kadaster geregistreerd. Vanaf 1980 werden er ten noorden van het schoolgebouw nog bijkomende werkplaatsen gebouwd en werden vermoedelijk de oorspronkelijk open arcaden in de achtergevel gesloten. Er vonden ook interne verbouwingen plaats. De laatste uitbreiding gebeurde tussen 2003 en 2004, toen ontstond er op de noordwestelijke hoek van het perceel een multimedia-opleidingscentrum met een glazen verbindingsvolume langs het gebouw van 1942. Vandaag is in het gebouwencomplex een campus van Syntra Limburg gevestigd.

Beschrijving

De schoolgebouwen en de kloostervleugel vormen qua volumewerking en materiaalgebruik een eenheid, maar tegelijk zette de architect typologische elementen in om het verschil in functie duidelijk te maken. Het geheel, dat de hele noordzijde van de Evence Coppéeplaats inneemt, vormt een constituerend bestanddeel van het ontwerp van dit plein.

De neotraditionele stijl en het gebruik van componenten als kruiskozijnen, Vlaamse gevels en klokgevels zijn typerend voor het vroege oeuvre van de architect en illustreren het belang dat hij ondanks zijn geloof in industriële vooruitgang aan traditie en ambacht hechtte. In het toepassen van sierelementen als voluten, geprofileerde baksteenlijsten en gecanneleerde pilasters zien we tevens de invloed van het Arts & Crafts Movement, waarmee Blomme in nauw contact stond.

Het oorspronkelijke schoolgebouw in neotraditionele stijl is opgetrokken in roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband en bestaat uit twee bouwlagen onder steile leien zadeldaken met leien dakkapellen. Het indrukwekkende volume vormt de noordelijke gevelwand van de Evence Coppeplaats. De lange schoolvleugel is op te delen in twee volumes, een westelijk volume met voorplein en een oostelijk volume dat langs de rooilijn van de straat gelegen is.

Het westelijke volume telt achttien traveeën met in de voorgevel op beide niveaus segmentboogvormige vensteropeningen met natuurstenen hoekblokken. De gevel wordt verticaal geritmeerd door geblokte en gecanneleerde pilasters. De inkompartij en de drie uiterst linkse traveeën zijn bekroond door een bakstenen in- en uitzwenkende gevel. De drie traveeën van de inkompartij springen uit de gevellijn uit, het gelijkvloers niveau is hier opengewerkt met een rondboogarcade. De door de uitbreiding van 1942 nog maar gedeeltelijk zichtbare westelijke zijgevel heeft een gelijkaardige klokgevel met een ondiepe erker onder zadeldak. De oostelijke zijpuntgevel heeft met voluten versierde schouderstukken en een geprofileerde gevellijst, die de rondboog van het zoldervenster volgt. De achtergevel van dit westelijke volume heeft doorgaans rechthoekige gevelopeningen, deels gekoppeld, getrapt of gevat in een bakstenen omlijsting met fronton. Corresponderend met de inkompartij in de voorgevel bevindt zich hier een brede uitbouw met getrapte tuitgevel die het traphuis bevat.

De overgang tussen het terugwijkende westelijke volume en het gelijktijdig gebouwde oostelijke deel van het complex, wordt gemarkeerd door een achthoekig torentje met ingesnoerde leien torenspits. Het oostelijke volume telt veertien traveeën: de verticale gevelritmering met geblokte pilasters en de segmentboogvormige vensteropeningen van het westelijke volume worden hier voortgezet. De drie centrale traveeën zijn geflankeerd door gecanneleerde pilasters en bekroond door een klokgevel met volutenversiering. Op het gelijkvloers bevindt zich hier de inkomdeur met spiegelboogomlijsting en geprofileerde waterlijst in natuursteen, boven de deur de grote vensteropening van het traphuis. De westelijke en oostelijke zijpuntgevels hebben met voluten versierde schouderstukken en een geprofileerde gevellijst, die de rondboog van het zoldervenster volgt. De oostelijke gevel wordt grotendeels overdekt door de later bijgebouwde kloostervleugel, de westelijke zuidgevel wordt verlevendigd door een erker met puntgevel op de verdieping en schouderboogvensters in rondboognissen en een rond hoektorentje op het gelijkvloers.

Aan de achterzijde van dit oostelijke volume werd het dak doorgetrokken tot boven de gelijkvloerse gevel met brede rondboogarcaden. Deze waren oorspronkelijk waarschijnlijk open maar werden in een latere fase met vensterkozijnen gesloten.

Het interieur van het schoolgebouw werd in de tweede helft van de 20ste eeuw herhaaldelijk gemoderniseerd maar de oorspronkelijke indeling bleef nog gedeeltelijk behouden. Bewaard zijn de twee trappenhuizen met trappen in lichtbeige granito en verticaal geritmeerde smeedijzeren balustrades. In een aantal klaslokalen en gangen is nog de authentieke lichtbeige granitovloer met zwarte boord bewaard. De dakconstructie bestaat uit metalen spanten.

Het ten oosten aan het schoolgebouw palende kloostergebouw in neotraditionele stijl heeft een L-vormig grondplan en bestaat uit twee bouwlagen onder steile leien zadeldaken. Hoewel samen met de schoolvleugel gebouwd, kreeg het klooster een eigen vormgeving, met andere verhoudingen en een totaal andere opbouw van de gevels. De gevels zijn opgetrokken in roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband en tellen langs de Kerkstraat en de Acacialaan respectievelijk dertien en tien traveeën. Zowel de straatgevels als de achtergevels worden bepaald door een strakke ritmering van kleine rechthoekige vensteropeningen met beluikte kruiskozijnen. Aan de Kerkstraat bevindt zich de korfboogvormige deuropening met natuurstenen omlijsting met ovaal bovenlicht en volutenversiering. De dakvlakken worden verlevendigd door drie kleine dakvensters met schouderstukken langs de Kerkstraat en drie grotere aan het noordelijke uiteinde van het klooster.

De zeer regelmatige gevelordonnantie wordt enkel op de hoek van Kerkstraat en Acacialaan doorbroken, waar zich op de verdieping de kapel van het klooster bevond. De drie traveeën langs de Kerkstraat hebben onderaan rechthoekige vensteropeningen en ter hoogte van de vroegere kapel drie grotere vensteropeningen met spiegelboog, natuurstenen hoekblokken en geprofileerde bakstenen waterlijst. De topgevel hierboven draagt een nis met een beeld van Sint Jozef en wordt bekroond door een achthoekig klokkentorentje. Aan de zijde van de Acacialaan hebben de vijf traveeën van de kapel grote rechthoekige vensteropeningen.

Het interieur van het klooster is in de huidige toestand sterk gemoderniseerd en niet meer leesbaar, hoewel de indeling met achterliggende gang mogelijk deels nog oorspronkelijk is. De voormalige kapelruimte is nog bewaard, hoewel ook gemoderniseerd. Hier herinneren drie nissen in de noordwand aan de oorspronkelijke functie. Merkwaardig is de houten dakstructuur van de kapel, dat op de zolder van het voormalige klooster onder de metalen dakspanten nog zichtbaar is.

Het kubusvormige gebouw met puntdak en de hoektoren ten westen van het schoolgebouw, zijn bij de uitbreiding in 1942 ontstaan. Ze sluiten typologisch en qua materiaalgebruik bij het schoolgebouw aan. Beide volumes bestaan uit twee bouwlagen, de hoektoren telt drie op twee traveeën onder een leien tentdak, het volume achteraan telt zes op twee traveeën onder een leien schilddak. Beide gebouwen hebben segmentboogvormige vensteropeningen met natuurstenen hoekblokken, de verticale gevelritmering met vlakke en geblokte pilasters komt ook hier terug. De gevels langs de Kerkstraat en de Hoveniersstraat zijn blind.

De gebouwen in brutalistische stijl, die op het einde van de jaren 1970 op de noordoostelijke hoek van het perceel werden bijgebouwd, bestaan uit één bouwlaag. De gevels worden gekenmerkt door het gebruik van bruin baksteenmetselwerk en zichtbeton met hoog geplaatste horizontale vensterpartijen in een geometrische vormgeving.

De overige gebouwen langs de Hovenierslaan bestaan uit één bouwlaag in bruin baksteenmetselwerk met rechthoekige gevelopeningen onder kunstleien platte en zadeldaken. Het multimedia-opleidingscentrum op de noordwestelijke hoek van het perceel bestaat uit twee bouwlagen onder een plat dak. De gevels zijn een combinatie van rood baksteenmetselwerk en grote glaspartijen aan verticale en horizontale stalen balken.

  • Emile Van Dorenmuseum Genk, EVD_F_1709 – 1712, EVD_F_1714 – 1721, EVD_F_1723.
  • Kadasterarchief Limburg, Mutatieschets Genk, afdeling I (Genk), 1924/52, 1925/87, 1977/26, 1979/7, 1983/36, 1985/36, 1989/38.
  • BLOMME F. 2004: A la rencontre d’Adrien Blomme, Brussel.
  • DE VOLDER P: 2015: GRUP Voormalige Meisjesschool Winterslag, onuitgegeven memorie van toelichting – schetsontwerp, Stad Genk.
  • S.N. s.d.: Folder Limburgs Vormingscentrum voor Zelfstandigen, Genk.
  • S.N. s.d.: Mijntuinwijken in Limburg, overgenomen uit HET STUDIECENTRUM VOOR VOLKSWONINGBOUW P.H.A.I. 1982: Volkswoningbouw, De Tuinwijkgedachte, Hasselt.

Auteurs: Fexer, Charlotte
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Steenkoolmijn van Winterslag: Eerste Cité


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meisjesschool met klooster [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304673 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.