erfgoedobject

Meergezinswoning en burgerhuis

bouwkundig element
ID
304248
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304248

Juridische gevolgen

Beschrijving

Geheel gevormd door een meergezinswoning met winkel (nummer 2) en een burgerhuis (nummer 4) in gematigde art-nouveaustijl, gelegen op de hoek van Lemméstraat en Robert Molsstraat. Het complex werd opgetrokken door de Naamlooze Maatschappij "Vooruitzicht", naar een ontwerp door de architect Jules Hofman uit 1911, in opdracht van Hubert Vermeyen.

De bouw- en hypotheekmaatschappij "Vooruitzicht" werd opgericht in 1905, en is tot op vandaag als bouwbedrijf en vastgoedpromotor actief in Antwerpen. Veelal in opdracht van particulieren bouwde de maatschappij vóór de Eerste Wereldoorlog talrijke burgerhuizen in de nieuw aangelegde wijken van de stad zoals Zuid, Zurenborg en Jan Van Rijswijcklaan. Vanaf 1909 was Jules Hofman als hoofdarchitect van "Vooruitzicht" verantwoordelijk voor het ontwerp, wat de kwaliteit van de architectuur ten goede kwam. Hij bediende zich daarbij zowel van een sobere interpretatie van de art-nouveaustijl, als van een meer behoudend eclectisch of beaux-arts-idioom. "Vooruitzicht" en Hofman tekenden in de Lemméstraat nog voor twee ensembles van telkens drie burgerhuizen uit 1911-1912, voor de woning Fr. Lempereur uit 1911 op nummer 10, en voor de woning Paque uit 1913. Ook in de verdere bebouwing van de bouwblokken gevormd door Haantjeslei, Lemméstraat, Markgravelei, Robert Molsstraat en Van Schoonbekestraat, waren zij met meerdere projecten vertegenwoordigd. Deze huizen behoren tot het latere werk van Hofman, die sinds midden jaren 1880 actief was. Omstreeks de eeuwwisseling leverde Hofman een belangrijke bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, met opmerkelijke panden als "De Zonnebloem" aan de Cogels-Osylei.

Meergezinswoning

Met een gevelbreedte van zeven traveeën, omvat het afgeschuinde hoekgebouw vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door roomkleurige Silezische brikken voor pilasters en grijze baksteen voor speklagen, borstweringen en ontlastingsbogen. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de plint, van witte natuursteen voor hoekblokken, kraagstenen, kapitelen, lekdrempels, topstukken, steigergaten, de erkerbasis en het balkon. De compositie legt de klemtoon op de afgeschuinde en hoger opgetrokken hoektravee. Deze wordt gemarkeerd door een oplopende, rechthoekige erker met consoles en een smeedijzeren balkonborstwering tussen postamenten, en bekroond door een ronde oculus gevat in een getoogd spaarveld met postamenten. Getoogde spaarvelden met kolossale pilasters op kraagstenen ritmeren de traveeën in beide gevelflanken; in de smalle travee uiterst links tekent zich de traphal van de huurkwartieren af. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema opgebouwd uit registers van korfbogige winkelramen in de pui , alternerend steek- en rondbogige bovenvensters met lekdrempel. Een houten kroonlijst met modillons en tandlijst vormt de gevelbeëindiging; typische klimmende dakkapellen met overkragend dakschild op consoles. Op de houten inkomdeur na is het schrijnwerk vernieuwd; gedicht winkelportaal. De plattegrond omvat gelijkvloers ruimte aan de winkel met keuken en kantoor, en op de bovenverdiepingen huurkwartieren ontsloten door de centraal ingeplante traphal.

Burgerhuis

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken, geaccentueerd door rood geglazuurde baksteen voor speklagen en ontlastingsbogen. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de hoge plint, van witte natuursteen voor waterlijsten, sluitstenen, imposten, lekdrempels en het balkon. Geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, en asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de zijtraveeën. Deze worden op de begane grond en eerste verdieping gemarkeerd door een breed steek- en rondboogvenster met sluitstenen, en een balkon met consoles, postamenten en smeedijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van alternerend steek- en rondbogige muuropeningen met sluitsteen, de inkomdeur met middenkalf. Sgraffitopanelen met zweepslagmotief kleuren de borstwering van de tweede verdieping. Een houten kroonlijst met modillons en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en het grote rondboogvenster is bewaard; gietijzeren voetschraper. Een lage garageport vervangt het oorspronkelijk vermoedelijk getraliede souterrainvenster. De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat een suite van salon en eetkamer de begane grond, en huisvest het souterrain de keuken.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1911#605 (nummers 2-4), 1911#1099 (nummer 10).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meergezinswoning en burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304248 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.