Burgerhuis in nieuwe zakelijkheid met invloeden van de art-decostijl, kadastraal geregistreerd in 1934 en gebouwd als het woonhuis van schrijnwerker en meubelmaker Henri De Roy. Het pand is gesigneerd in de plint "JEAN DE ROY/ ARCHITEKT", die aldus zijn ouderlijk huis ontwierp. Het woonhuis werd, eveneens naar ontwerp van De Roy, omstreeks 1936 uitgebreid met een achterliggend werkhuis voor schrijnwerkerij (heden gesloopt). Op hetzelfde moment kwam ook het poortgebouw tot stand aan de rechterzijde van het woonhuis (nummer 13A), dat toegang gaf tot de koer en het werkhuis. De schrijnwerkerij De Roy bleef werkzaam tot in september 1985. Het poortgebouw, dat oorspronkelijk qua uitzicht aansloot bij het woonhuis, werd volgens plannen van 2007 ingrijpend verbouwd tot garage en bureau.

Opvallend breedhuis van twee bouwlagen onder een schilddak (pannen) met rechte dakkapel onder een houten kroonlijst. Het linkerdeel van de gevel wordt afgelijnd door een sterk uitkragende houten kroonlijst op klossen, afgerond aan weerszijden. Dynamische gevelopbouw met een hoger opgetrokken rechter deurtravee met een asymmetrische, strakke vormgeving onder een plat dak. Dit volume bevat elementen van de pakketbootstijl en wordt op de eerste verdieping opengewerkt met een loggia en is rechts bovenaan voorzien van een vlaggenmast. Rood baksteenparement in halfsteensverband op een lage hardstenen plint en een onderbouw van verticaal geplaatste zwarte baksteen. De gevel wordt geleed door doorgetrokken hardstenen lekdrempels en door variaties in het metselwerk en verspringingen van het gevelvlak. De rechter muurdam van het balkon is afgewerkt met zwarte geglazuurde tegels. De brede en smalle rechthoekige vensters, die de gevel openen, bewaren hun origineel, verzorgd houten schrijnwerk. Drie smalle vensters op de begane grond bewaren decoratieve glas-in-loodramen in een geometrische stijl. De trapsgewijs verdiepte toegangsdeur wordt rechts geflankeerd door een getralied venster. Bewaarde houten toegangsdeur met decoratieve uitwerking van het houtwerk en hogerop een deurvenster afgesloten met ijzeren traliewerk met art-decovormgeving.

Volgens de bouwplannen bestaat de woning uit een inkomhal, links geflankeerd door een bureau en daarnaast een salon. Aan de achterzijde is de woonkamer en een bergruimte (als 'deb[arras]' vermeld op het plan), mogelijk met de keuken (?), voorzien. De achterdeur geeft volgens de plannen uit op een koer, waarlangs ten westen een bijgebouw is voorzien volgens de plannen met washuis, toilet, stal en oven, en ten noorden voorheen het werkhuis.