erfgoedobject

Kasteelpark van Landwijk

landschappelijk element
ID
303361
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303361

Beschrijving

Recente aanleg bij een verloren gegaan 18de-eeuws landgoed met interessante geschiedenis.

Het hof te Landwijk was samen met het cijnshof van Halbeek een feodaal Brabants goed, dat in de 13de eeuw in handen was van de ridders van Horst. In 1322 wordt samen met ridder Jan van Halbeke schildknaap Arnold van Landwijc vermeld. In 1718 kocht jonker Ernest Willem de Heusch (1643-1720), heer van Zangerije, Gellick en Eigenbilzen samen met zijn vierde echtgenote Christina Margaretha de Quoitbach (†1749) het 'heerlijck ende adelijck hoff genaempt Landtwijck ... consisterende in steene bequame ende schaillye huisinge, schuren, stallen, dreffte, moeshoff, boomgaerden, landen, bempden, weijden ende bossen', toen een pachthoeve voor 16.000 florijnen van de erfgenamen van Lambert de Cannart van Hamal. Hun zoon baron Adrianus Willem de Heusch (1699-1774), heer van Landwijk, en zijn echtgenote Barbara Gertrudis van Hilst (1684-1752) bouwden in 1756 het huidige kasteel, getuige hun wapenschilden (de Heusch-van Hilst-Caproens) in het fronton. In 1770 pas verwierf de baron ook de heerlijke rechten van Landwijk. Eerst infanteriekapitein, later burgemeester van Hasselt werd hij in 1745 raadsheer van de prinsbisschop van Luik. Barbara van Hilst was sedert 1728 weduwe van Jan van Geloes, heer van Herten, Mombeek en Hommelen, die in 1709 ook burgemeester van Hasselt was geweest. Hun stedelijke residentie was het huis van Geloes (nu het stadhuis, in 1630 door Herman van der Straeten gebouwd en in 1576 door Jan van Hilst verbouwd) en het huis te Landwijk bewoonden ze als hof van plaisantie. Op 14 juni 1774 schreef de baron zijn testament in Hasselt en hij stipuleerde dat zijn 'huijs en annexe goederen te Landtwijck met al de goederen onder Donk, Halen en Westherck' als fideicommis bij zijn dood in handen moest komen van zijn neef Alardus de Heusch van Schalkhoven (baron Henri Joseph Alardus de Heusch, gehuwd met Marie Catherine de Looz-Corswarem). Van dit voor de erfgenaam onvervreemdbaar goed, maakten ook zijn schilderijen deel uit. Twee dagen later immers voegde hij er aan toe dat kort 'na mijn dood sullen mijne beste schilderijen waer ick niet gedisponeert sal hebben, naer landtwijck gebrocht worden om aldaer fideicomis te blijven'. We vernemen ook dat in het huis een kapel bestond. Vermoedelijk dankzij dit fideicommis bleef Landwijk door vererving binnen de familie de Heusch tot 1869, jaar waarin het verkocht werd aan de familie van Straelen. Het kasteel en de meer zuidelijk gelegen hoeve in los verband figureren op de kaart van Ferraris (1771-1775). Het kasteel, waar men zoals het een heerlijke familie in de 18de eeuw paste, woonde 'entre cour et jardin' wordt op de figuratieve kaart van A. Carront uit 1778 voorafgegaan door een tuin naast de lange dreef die het met de weg naar Donk verbond.

Het Primitief kadasterplan (1828) van E.L. Tricot situeert het U-vormig kasteel (perceel nr. 416) ten oosten, bij de Gete met een ommuurde moestuin (perceel nr. 416 bis) aansluitend op de zuidelijke vleugel. Het kadastrale verzamelplan toont hoe het aan het einde lag van een geknikte dreef, binnen zijn vierkante wallen, met twee rechthoekige waterbekkens verbonden door smalle grachtjes. De kadastrale legger kent als eigenaar in 1844 Nicolas Bonaventure de Heusch.

De tekening van Philippe de Corswarem (1756-1839) illustreert het typisch classicistisch voorkomen, het volume en de inplanting van Landwijk. Twee l­agere dienstvleugels, ten noorden een stal- en wagenhuisvleugel en ten zuiden een pachterswoning met kaashuis tegen de puntgevel, omringen samen met het huis de erekoer. Het tracé van de lage muurtjes en de hoge pijlers laten vermoeden dat deze koer op de vierde zijde met hekwerk was afgesloten. Links en rechts sloot er een hoge haag bij aan, en geboomte suggereert een parkaanleg. Een kopie van een niet gedateerde tekening in het Rijksarchief te Hasselt toont inderdaad eenvoudig hekwerk tussen mooie pijlers. Postkaarten uit de eerste helft van de 20ste eeuw, bewaard in de collectie van Dexia-bank te Brussel, geven hetzelfde beeld als de Corswarems tekening. De kaarten van het Dépôt de la guerre bewijzen dat Landwijk in de 19de eeuw nooit een parkaanleg bezat. Na de verkoop in 1869 werd Landwijk meestal verhuurd, ook nadat Donatus Van Meijel en zijn echtgenote Thérèse Josephine Cool sedert 1875 eigenaars waren. Zij vererfden het in 1886 aan de Commissie van Openbare Onderstand van Etterbeek die het op haar beurt verkocht. Van 1926 tot 1940 was Landwijk deels pachthoeve, deels buitenverblijf van dokter Prosper van de Kerkhof, die de zijvleugels liet slopen, een tennisveld aanlegde en op de erekoer een zwembad bouwde. Hij verwierf eveneens de dreef die men in de 18de eeuw aanlegde vanuit de oude baan Diest-Hasselt. In 1962 werd Landwijk een tehuis voor weesjongens dat een kort leven was beschoren en dat de definitieve teloorgang van het goed inluidde. Het goed ligt geïsoleerd temidden van akkers en weiden, aan het einde van een oprijlaan met gewone platanen, die van de voormalige rechte dreef vertrekt. Slechts het huis, architecturaal verzorgd maar verwaarloosd en beroofd van glaswerk, deuren, planken, vloeren, schouwen en stucornamenten herinnert nog aan het klassieke 'vivre entre cour et jardin'.

Midden op de erehof werd een rechthoekig waterbekken als zwemkom aangelegd, en een tennisterrein vervangt de in 1942 gesloopte noordervleugel. Over de omwalling resten een boomgaard en een populierenbos en ook bomengroepen van gewone esdoorn, witte paardekastanje en gewone plataan. In de voormalige boomgaard blijft een vervallen vierkant paviljoentje van betonsteen onder piramidedak (kunstleien) nog overeind. De voormalige sier- en nutstuin ten zuiden is ingenomen door aanbouwsels. Aanleg van een parterretuin op de erekoer in het eerste kwart van de 21ste eeuw.

  • Algemeen Rijksarchief Brussel, KP, foto nr. 2087).
  • Rijksarchief Hasselt, Kleine familiearchieven, Fonds Enckels, nr. 88, kopie van een tekening.
  • Rijksarchief Hasselt, Kleine familiearchieven, nr. 679.
  • Kadasterarchief Limburg, Primitief plan van sectie A 2de blad, zonder jaartal, door E.L. Tricot. Verzamelplan van Donk, gedateerd 5 mei 1828.
  • Kadasterarchief Limburg, Mutatieschets, 1942.
  • Onroerend Erfgoed Limburg, Lopend archief, Herk-de-Stad, ongepubliceerde nota.
  • ENCKELS R. 1956: Bijdrage tot de geschiedenis van Landwijk, Het Oude Land van Loon, 79-80.
  • ENCKELS R. 1961: Bijdrage tot de geschiedenis van Landwijk, Het Oude Land van Loon, 169-191.
  • MAUS DE ROLLEY B. 1986: Un huillier de Heusch-van Hilst, Le Parchemin, 36, 239-243.
  • MUUSE W. e.a. 1961: De familie de Heusch in de provincie Limburg, Het oude land van Loon, 149, 152-154.

Bron: DE MAEGD C. & VAN DEN BOSSCHE H. 2003: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 1: Gingelom, Halen, Herk-de-Stad, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; van den Bossche, Herman
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Kasteel van Landwijk

  • Is deel van
    Donk


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteelpark van Landwijk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/303361 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.