"Delwyne" is een driegevelvilla met opvallend hoektorentje, gebouwd rond 1932 voor rekening van Jacques Louis Dierickx, een bankbediende uit de Leeuwlantstraat in Deurne, die er zelf ging wonen. Het bouwdossier kon niet teruggevonden worden in het stadsarchief, waardoor we de ontwerper van deze woning niet kennen.

De grote half vrijstaande woning in cottagestijl telt twee traveeën en twee bouwlagen onder leien mansardedak en is gekoppeld aan een woning met dezelfde verhoudingen en in een vergelijkbare bouwstijl uit 1928. Samen vormen ze een pittoresk ensemble, dat de toen modieuze cottagestijl vertegenwoordigt, wat een populaire stijl was in Ter Rivierenlaan.

De woning heeft een voortuin afgezoomd met een zijmuurtje als perceelbergrenzing. Rode bakstenen gevels op hardstenen plint; witte natuursteen voor de kozijnen van de muuropeningen in de voorgevel en voor negkettingen bij de erker en op de afgeronde hoek van de woning. De woning wordt gedomineerd door een ronde, overkragende hoektoren met leien torenspits bekroond met koperen topornament. De toren rust op een natuurstenen, getrapte console en is door een vijflicht van smalle rechthoekige ramen in een natuurstenen kozijn geopend. Onder houten kroonlijst, een natuurstenen muurveld met de huisnaam "Delwyne". Onder de hoektoren, een afgeronde hoekpartij met drielicht voorzien van decoratieve tralies.

Links van deze hoektravee, een brede venstertravee geaccentueerd door een afgeronde erker op de begane grond, bekroond met fijne smeedijzeren balkonleuning en een mijtervormig uitgewerkt dakvenster met pseudovakwerk dat de travee afsluit.

De lange zijgevel bevat centraal de rechthoekige deur in een verdiept portaal, onder leien luifel. Het portaal is schuin ingewerkt in een zwaar uitgewerkt risaliet, bekroond door een geveltop met pseudovakwerk en geopend door getrapt opgestelde smalle traplichten. Links van het risaliet, een vrij gesloten travee met twee kleine vensters; rechts van het deurrisaliet, de lagere achterbouw onder platte bedankt. De gevelopbouw doet een conventionele enkelhuisplattegrond vermoeden, met in de brede venstertravee een enfilade van salon, eetkamer en veranda, en in de smalle hoektravee de hal met trappenhuis, die zich achter de gevelbrede voorkamer bevindt. De achterbouw is de klassieke plek voor een keuken.