erfgoedobject

Burgerhuis Knight

bouwkundig element
ID
302629
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302629

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis Knight
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Burgerhuis in art-decostijl, gebouwd in opdracht van verzekeraar Frederick-Alfred Knight, naar een ontwerp van architect François Roussel uit 1935.

Architect François Roussel, in de jaren 1930 gevestigd in villa La Roseraie te Westende-Bad, was tijdens zijn loopbaan vooral actief in de Belgische kustgemeenten. Daar legde hij zich in de jaren ‘10 en ‘20 toe op het ontwerpen van villa’s, burgerhuizen en winkelpanden in een typische cottagestijl. In de jaren 1930 bleven kustwoningen en -winkelpanden in cottagestijl de hoofdmoot van Roussels opdrachten uitmaken. Wel paste hij deze traditionalistische stijl in een meer vereenvoudigde en strakkere vorm toe. In diezelfde periode realiseerde Roussel echter ook volwaardige modernistische bouwwerken waaronder een flatgebouw langs de Oorlogsinvalidenlaan in Westende (1936). Het comfortabele burgerhuis voor Frederick Knight in de Antwerpse Tentoonstellingswijk vormt eerder een anomalie in het voorlopig bekende oeuvre van Roussel, zowel wat betreft de bouwstijl als het werkgebied. Ook binnen de Tentoonstellingswijk wijkt de woning af van de standaard: waar in de doorsnee-architectuur in de wijk een streven naar een hedendaags modernisme voorop staat, veruiterlijkt deze woning een eerder conventionele vormgeving en indeling.

De 7 meter brede rijwoning telt drie bouwlagen onder een platte bedaking met uitkragende vlakke kroonlijst. Voorzien van een centrale toegang, onderscheidt de lijstgevel zich door de onevenwichtige gevelcompositie en het stijl- en kleurcontrast tussen de als sokkel uitgewerkte begane grond en de bovenbouw, die individueel geordonneerd worden.

De twee traveeën tellende bovenbouw is opgetrokken in platvol gevoegde oranjerode baksteen van Ravels en draagt op een sokkel in witte natuursteen (Savonnière) op een plint in blauwe hardsteen. De begane grond is ingedeeld met muuropeningen overspannen door korf- en rondbogen. De voordeur ligt in een verhoogd en ondiep portaal en is geflankeerd door een garage en een venster.

Een driezijdige erker met houten blokramen zonder roedeverdeling en een borstwering in witte Savonnièresteen op getrapte consoles legt de klemtoon op de bel-etage. Centraal boven de erker zit een driedelig venster, terwijl de verdiepingen van de flankerende inkomtravee uitgerust zijn met kleine, recht boven elkaar staande vensters, waarvan het onderste liggend is uitgewerkt.

De indruk van disharmonie en verarmde uitstraling die hierdoor ontstaat, is slechts gedeeltelijk een ontwerpkeuze. Zo werd een witstenen ontlastingsboog boven de erker door de stad uit het oorspronkelijke ontwerp geweerd, terwijl een gepland witstenen fries wegens de moeilijke verkrijgbaarheid van Savonnièresteen niet is uitgevoerd. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag ook hoge getoogde strekken boven de vensters van de tweede verdieping en een paneel decoratief metselwerk in het verdiepte gevelvlak tussen de kleine vensters. In het definitieve gevelontwerp werd dit siermetselwerk niet weerhouden.

Verfijnd smeedijzeren traliewerk met spiraalmotieven siert de voordeur, de dubbele garagepoort, en het toiletraam. De bovenbouw is ontdaan van decoratie, op de witstenen raamdorpels en de licht verdiepte toegangstravee na. Het traliewerk van de voordeur, de garage en het toiletraam is oorspronkelijk, het houten schrijnwerk wellicht ook. Het vensterschrijnwerk van de bovenbouw is vernieuwd en de overstekende kroonlijst werd met kunststof bekleed.

De plattegrond volgt de typologie van de bel-etagewoning, en bestaat uit de klassieke tweeledige enkelhuisindeling die de woning in twee traveeën organiseert. De kelder, toegankelijk vanaf de keuken, strekt zich uit onder nagenoeg de volledige woning en omvat een kolenkelder, wijnkelder, provisiekelder, en onder de garage een kelder met een langgerekt plafondluik, dat wellicht als werk- en smeerput fungeerde. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond in de rechtertravee een entreehal met vestiaire en toilet, die leidt naar een open traphal verlicht door een daklicht. Van hieruit is toegang tot een gesloten keuken achteraan de woning. Ter hoogte van de keuken maakt de achtergevel een uitsprong waardoor ruimte geboden wordt voor een hoekraam. In de brede poorttravee zit aan straatzijde de garage, en aan tuinzijde een grote eetkamer. Keuken en eetkamer, beide uitgevend op de tuin, zijn verbonden met een doorgeefluik.

Op de bel-etage wordt de tweeledige indeling per travee doorbroken door een middenblok van traphal en badkamer. Het salon neemt over de volledige breedte de straatzijde in. Aan de achterzijde en uitkijkend op de tuin zijn twee vertrekken ingericht: een kleine slaapkamer met lavabo en een grote slaapkamer, uitgerust met ingebouwde kasten en een badkamer 'en-suite'. Op de overloop is een wc-ruimte en nog een ingebouwde kastenwand. De tweede verdieping biedt aan straatzijde ruimte aan de meidenkamer en een kleine opbergruimte (reserve) en een slaapkamer met en suite een badkamer. Deze laatste geeft samen met een achterliggende (slaap)kamer uit op een ruim ingesloten terras. Achter de traphal is verder een afzonderlijk toilet voorzien.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossier, 18#2634.

Auteurs: Van den Borne, Steven; Bisschops, Tim
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis Knight [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302629 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.