Sociale huisvesting uit 1930, gebouwd door de Mechelse Goedkope Woningen in het kader van krotopruiming. 72 werkmanshuizen met art-decogetinte sierelementen, ontworpen door August Van Haesendonck.

Bouwgeschiedenis en context

Na de bouw van een aantal tuinwijken richtte de Mechelse Goedkope Woning zich vanaf 1928 op krotopruiming en vervangingsbouw. De wijk Veldenstraat uit 1930 is een eerste reeks van sociale woningen die binnen dit kader werden gerealiseerd. In 1931 volgde de wijk Katanga aan de Liersesteenweg en in 1933 de wijk Galgenberg aan de Antwerpsesteenweg. De werkmanshuizen aan de Veldenstraat werden ontworpen door de Mechelse architect Augustus Van Haesendonck, ontwerper van onder meer de Stedelijke Badinrichting. De bouwaanvraag werd goedgekeurd in 1928; de wijk werd in één bouwfase opgetrokken en was voltooid in 1930. In 1949 werd op een aangrenzend terrein aan de Vennekant de eerste hoogbouw van Mechelen opgericht, in een traditionalistische vormgeving (niet opgenomen in de afbakening).

Beschrijving en typering

Homogene bebouwing van het bouwblok Veldenstraat, Pareipoelstraat, Tuinbouwstraat en Vennekant, met nog elf woningen aan de andere kant van de Veldenstraat (anno 2014 negen bewaard, waarvan acht aaneensluitend). Aaneengesloten bebouwing van voor die periode vrij ruime en statige werkmanshuizen; met open hoekoplossingen omwille van het streven naar hygiëne en lichtinval. Hoekpand met afgeschuinde travee op de hoek van Veldenstraat en Pareipoelstraat. Baksteenbouw (klampsteen) van twee traveeën (op de hoeken ruimere woningen met drie traveeën) en twee bouwlagen onder een zadeldak. Opmerkelijk zijn de bepleisterde geometrische gestileerde sierelementen op de eerste verdieping en de bepleisterde lateien. Een aantal woningen werden gesloopt en vervangen; bij verschillende woningen werd de gevelornamentiek verwijderd dan wel in een andere kleur geschilderd.

Evaluatie

De werkmanshuizen hebben een architecturaal-typologische waarde als typisch voorbeeld van volkshuisvesting uit het interbellum, en een ensemblewaarde die hoofdzakelijk bepaald wordt door de homogeniteit, het volume, de materialiteit (baksteen en bepleisterde gevelvlakken). In het bijzonder is de homogene witte bepleistering van vlakken en lateien beeldbepalend.