erfgoedobject

Ensemble van architect Edward Van Not

bouwkundig element
ID
302558
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302558

Juridische gevolgen

Beschrijving

Ensemble van twee driegevelvilla's in art-decostijl, ontworpen in 1927-1929 door architect Edward Van Not. De linker woning tekende hij in 1927 in opdracht van Van Emmerik, die al vlakbij woonde in de Plankenbergestraat 133. Het bouwdossier voor de aansluitende woning op 115 werd in 1929 ingediend voor V. Menteau uit Borsbeek, Molenstraat 130.

De loopbaan van architect Van Not ging kort na de eeuwwisseling van start. In het begin van zijn carrière ontwierp hij tientallen burgerhuizen in Antwerpen, een groot aantal in dienst van de Algemeene Bouwmaatschappij, waarbij het stijlenjargon varieerde van beaux-arts en cottage tot art nouveau. Minstens vanaf 1910 tot zijn overlijden was Van Not actief als gemeentelijk architect van Deurne. Hij combineerde deze functie met een privépraktijk. In die periode tekende hij verschillende woningen in de Venneborglaan: nummers 9, 101, 111 en 113-115 zijn allemaal woningen die tot de bloeiperiode van zijn carrière horen. Waar hij vóór de Eerste Wereldoorlog in zijn talrijke woningontwerpen de neostijlen afwisselde met de art nouveau, paste hij tijdens de jaren 1920 simultaan de beaux-arts-, de cottage- en de art-decostijl toe. Voor de woningen in de Venneborglaan combineerde hij elementen uit deze stijlen tot een vrij klassieke maar rijke art-decostijl. In een nog latere periode zal Van Not verschuiven richting een voorzichtig modernisme.

Het ensemble is niet enkel een kwalitatief voorbeeld uit het oeuvre van Edward Van Not, het sluit ook aan bij de andere bebouwing in het oudere, zuidelijke deel van de straat, bestaande uit ruime woningen met verzorgde art-deco-, cottage- of modernistische bakstenen gevels. Er zijn vooral rijwoningen, maar die worden met half vrijstaande woningen afgewisseld. Vast element in het zuidelijke deel van de Venneborglaan zijn de voortuintjes, telkens met een speciaal door de architect ontworpen afsluiting. De voortuinen van deze woningen zijn allebei nog omheind met het originele tuinhek, ontworpen door Van Not en uitgevoerd zoals de tekening in het bouwdossier: smeedijzeren hekwerk, met een art-decolijnvoering op een laag witgeschilderd muurtje.

Beide woningen tellen twee bouwlagen en twee traveeën, gevat onder hoge gecombineerde schilddaken met zwarte pannen. Hoewel de twee huizen qua gevelindeling grondig van elkaar verschillen, wordt een visueel geheel gecreëerd door het hanteren van dezelfde verhoudingen, een doorlopende kroonlijst en het gebruik van dezelfde materialen, namelijk rode bakstenen parementen met gecementeerde muurvlakken die de gevels expressief opdelen.

Nummer 113, links, valt op door de hoger uitgewerkte, de kroonlijst doorbrekende venstertravee, gemarkeerd door een doorlopend gecementeerd muurvlak. Op de begane grond een driezijdige erker, bekroond met het balkon van de eerste verdieping waarin drie gekoppelde smalle vensters zitten. Smeedijzeren borstweringen in het balkon met dezelfde motieven als in de afsluiting van de voortuin. Onder de kroonlijst een drielicht voor de zolderkamer, met doorlopende onderdorpel en art-deco-reliëf op de borstwering. Verticale verspringingen in het metselwerk zorgen voor een aflijning van de twee traveeën. De smallere deurtravee heeft op de begane grond een rechthoekige deur met een vierkant zijlicht. Op de muurdam tussen deur en zijvenster vertrekt de console die het licht uitspringende venster op de verdieping draagt. Eenzelfde combinatie van overkragend bovenvenster op console boven vierkante vensters wordt herhaald in de hoektravee van de zijgevel. Deze zijgevel bestaat uit een vijftal ongelijke traveeën, met centraal de deur die leidt naar een tweede ingang. Rechts naast de rechthoekige deur een vierkant keldervenster, boven de deur een deurvenster met borstwering. De smalle traveeën links en rechts van de deur zijn enkel geopend met een klein rechthoekig halvenster, en dragen een eenvoudig geometrisch motief op de verdieping. Tegen de blinde laatste travee is de garage aangebouwd, een laag volume onder plat dak.

Het ontwerp van 115 hield rekening met de verhoudingen van het toen al gebouwde linkse huis, en sluit er perfect op aan. Ook hier een door een erker gemarkeerde brede venstertravee met gecementeerd parement, hier over de twee bouwlagen doorlopend. De smalle travee rechts kreeg een aparte uitwerking, met rondboogvenster boven en beneden een eenvoudige, rechthoekige vensteropening. Deze twee vensters worden gespiegeld in de hoektravee van de zijgevel rondom een markant uitgewerkte hoek, gedecoreerd met art-decoreliëfs met fruit- en bloemmotieven die het kader vormen voor een fraaie smeedijzeren lantaarn. Centraal in de zijgevel de deur, met daarboven een rechthoekig venster. Tegen de achterste helft van de zijgevel de garage, onder een hoog lessenaarsdak, zodat boven de garage een bergruimte kon voorzien worden.

Beide woningen hebben sterk gelijkende plattegronden, die aansluiten bij het sinds de 19de eeuw gangbare enkelhuisschema, waarbij aan één zijde van de woning de gang met trap zit, en tegen de andere zijgevel een enfilade van twee kamers. De keuken bevindt zich in dat schema achter de traphal, aan tuinzijde. Badkamers worden op de eerste verdieping voorzien, ofwel voor (113)) ofwel achter (115) het trappenhuis.

De woningen zijn volledig onderkelderd, met ruimtes voor opslag van provisie, kolen en centrale verwarmingsketel. De linker woning heeft twee inkomhallen: één hoofdingang aan straatzijde, met vierkante inkomhal, en een tweede dienstingang in de zijgevel, uitgevend op een kleine hal achter de trap, van waaruit de kelder te bereiken is. Beide woningen kregen meteen in ontwerpfase een garage tegen de woning aangebouwd. Op de eerste verdieping telkens de slaap- en badkamers, met de diensttrap naar de zolder die zich tussen de twee slaapkamers bevindt, evenwijdig met de voorgevel. Onder het dak twee mansardekamers, waarvan één op het plan van 115 expliciet als "dienstbodekamer" werd gedefinieerd. De aparte dienstingang bij nummer 113 kan eveneens wijzen op inwonend personeel.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 2452 (113), 329 # 4643 (115).

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van architect Edward Van Not [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302558 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.