erfgoedobject

Stadskern Zoutleeuw

bouwkundig element
ID
302465
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302465

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadskern Zoutleeuw
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Stadskern Zoutleeuw
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

De historische stadskern van Zoutleeuw met bewaard middeleeuws stratenpatroon, getypeerd door de ligging aan de Kleine Gete. Door de stadsbrand van 1713 dateren de meeste woningen van na die periode, met enkele bewaarde oudere gebouwen.

Historiek

Zoutleeuw, het kleine stadje tussen Tienen en Sint-Truiden op de oostgrens van Brabant, is vooral bekend om de fraaie gotische Sint-Leonarduskerk (13de-16de eeuw) met haar rijke kunstschatten en het vroeg 16de-eeuwse stadhuis van Rombout Keldermans, beide op de Grote Markt. De omvang van dit plein, de vroegere "Corenmerckt" en de rijke bebouwing getuigen van een vroegere welstand. Het belang van Zoutleeuw tijdens de middeleeuwen situeerde zich zowel op het politieke, commerciële als militaire vlak. Samen met Brussel en Leuven behoorde Zoutleeuw tot de zeven vrije steden van het hertogdom Brabant, met vertegenwoordiging in de staten van Brabant. Door haar ligging aan de Kleine Gete, die sinds de 12de eeuw bevaarbaar was, en aan de oude handelsweg Keulen - Bavai ontwikkelde de stad zich tot een belangrijk handels- en transitcentrum. Tenslotte was Zoutleeuw, met haar stevige omwalling van strategisch belang als vooruitgeschoven verdedigingspost op de oostgrens van het hertogdom Brabant. Naar verluidt gaat haar oorsprong terug tot een pre-Romeinse vestiging op de "Casteelberghe", ten noordoosten van de stad, waarvan enkel een litteken in het landschap is bewaard.

In de loop van de 11de eeuw kwam Zoutleeuw in het bezit van de graven van Leuven, die circa 1106 een eerste omwalling lieten optrekken. Daarvan zijn de toren van de Sint-Truidenpoort naast het stadhuis en de achtergevel van de halle vrijwel de enige restanten. Vanaf 1330 werd gebouwd aan een grotere omwalling, met aanpassingswerken in 1507 en 1552. Een muurfragment is bewaard in de omheiningsmuur van het oud gasthuis (1846) aan de Gete. In de periode 1671-1679 werden op last van de centrale regering indrukwekkende fortificaties uitgevoerd volgens de principes van het gebastioneerd vestigingsstelsel. Ten zuiden van de stad verrees een vierkante citadel waarvoor het gehucht Ophem volledig werd onteigend. De resten van deze zogenaamde bolwerken ten zuidwesten van de stad zijn beschermd als dorpsgezicht.

Vanaf de 13de eeuw ontstond een bloeiende handel in producten zoals zout, haring, rogge, hout en steenkool. De belangrijkste lokale nijverheid was de lakenweverij. De eerste lakenhalle dateert van circa 1316. Binnen haar omwalling telde Zoutleeuw verschillende kloosters die de maatregelen van Jozef II (1783-1787) en de Franse regering (1797) niet zouden overleven: de priorij van Scholierendal (1236), het Bogaardenklooster (circa 1290), Mariëndal of Bethanië (1484), het Elisabathklooster der Grauwzusters (16de eeuw) en het Begijnhof (vóór 1260). Slechts enkele instellingen lieten materiële sporen na waaronder het Bethaniaklooster, de hoeve van Scholierendal (17de eeuw) en het voormalig refugiehuis van de Sint-Jansriddders (1786).

De eerste tekenen van economisch verval lieten zich reeds vanaf het einde van de 14de eeuw gevoelen. De zware financiële belasting die een bijna permanente legering van garnizoenen met zich bracht, de economische recessie tijdens de 15de eeuw, de daaropvolgende godsdienstoorlogen en de Europese conflicten onder Lodewijk XIV veroorzaakten een aanzienlijke verarming van de stad, die bovendien in 1676, 1693 en 1713 zwaar door brand werd geteisterd. Door de verzanding van de Gete in de 16de eeuw en de aanleg circa 1750 van de nieuwe steenweg Tienen – Sint-Truiden, die Zoutleeuw niet aandeed, werd de stad bovendien commercieel volledig geïsoleerd. Van een bloeiend en welvarend handelscentrum evolueerde Zoutleeuw tot een klein regionaal centrum met landbouw als hoofdactiviteit. Zoutleeuw bleef echter de rang van stad behouden.

Beschrijving

Zoutleeuw is grotendeels uitgebouwd op de rechteroever van de Kleine Gete, waarvan de loop bepalend was voor de enigszins langgerekte structuur. Uit een vergelijking van het stadsplan van Deventer (circa 1560) en de Ferrariskaart (1771-79) met de huidige toestand blijkt dat de middeleeuwse structuur met smal en bochtig tracé en verspringende bouwlijn, omzeggens niet is gewijzigd. Schematisch kan het stratenpatroon herleid worden tot twee parallelle straten links en rechts van de Gete, en een derde meer oostelijk gelegen straat met een verbreding ter hoogte van de Grote Markt, waar zich de Sint-Leonarduskerk en het stadhuis bevinden. Deze drie hoofdaders worden onderling verbonden door korte dwarsstraten die, vertrekkende van de Grote Markt, rechtstreeks naar de Gete leiden.

Vanzelfsprekend wordt het stadsbeeld landschappelijk getypeerd door de loop van de Kleine Gete met haar kalkzandsteen en kwartsiet verstevigde oevers en gietijzeren afsluiting. Enkel de Schipplaats (nu Prins Leopoldplein) en de Schipstraat verwijzen naar de vroegere havenfunctie. De oude watermolen op de Gete, de Viermolen is volledig ontmanteld. De langgerekte Grote Markt is het enige plein binnen de stad. De Groenplaats, aan de noordzijde van de Sint-Leonarduskerk, is in feite het vroegere kerkhof dat in 1865 werd verwijderd, terwijl de pleinvormige verbreding in de Begijnhofstraat verwijst naar het op enkele sterk verbouwde huizen na, verdwenen begijnhof.

Tot op heden bleef de stad vrijwel gespaard van schaal vergrotende ingrepen. De bebouwing bestaat overwegend uit meestal twee bouwlagen tellende rijwoningen met daarnaast een viertal hoeves. De best bewaarde historische woningen dateren van na de grote brand van 1713. Oudere, uit de 16de- of 17de eeuw daterende woningen bleven meestal slechts in sterk verbouwde vorm bewaard. Terwijl de structuur van de eigenlijke binnenstad vrijwel onaangetast bleef, werd de zuid en zuidoostelijke stadsrand ingrijpend gewijzigd met de aanleg van de citadel in 1671-1679.

Sinds de aanleg van de steenweg naar Dormaal (nu Stationsstraat) in 1844 en de spoorverbinding Tienen-Tongeren in 1878, inmiddels gedesaffecteerd, ontwikkelde er zich een nieuwe wijk. Deze "Stationswijk" wordt getypeerd door een vijftal circa 1870 gebouwde villa's van plaatselijke notabelen, zoals de villa van de vrederechter Corswarem, van notaris Van Goidtshoven en van vrederechter Pierco.

Wat Zoutleeuw vooral typeert is het hybride karakter - een stad met de proporties en op sommige plaatsen zelfs het uitzicht van een dorp - met enerzijds een sterke bebouwingsconcentratie met smalle percellering in het centrum en anderzijds een grotere openheid met verspreide bebouwing, zelfs enkele hoeves, naar de periferie toe. Dit landelijk karakter komt nog sterk tot uiting in de site van het voormalige Bethaniaklooster: een met meidoornhagen omzoomde weide met verspreide relicten van een hoogstamboomgaard en een bouwvallige 19de-eeuwse schuur gebouwd met de restanten van het Bethaniaklooster.

  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Beschermingsdossier DB000049, Stadskern met 16 monumenten (PAESMANS G., 1994).
  • GALIEZ A., LANG K.N., MAES M. & OUDATZI K. 1994: Bethania Barn and Field in Zoutleeuw, Past and Future, onuitgegeven Integrated Project Work 3, KU Leuven, Centre for the Conservation of Historic Towns and buildings.

Auteurs: Piens, Joachim
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Arduinen pomp van 1762

  • Omvat
    Boerenburgerhuis

  • Omvat
    Boerenhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis De Rode Leeuw

  • Omvat
    Burgerhuis gedateerd 1599

  • Omvat
    Burgerhuis met poortgebouw

  • Omvat
    Burgerhuis Spiegelhuis

  • Omvat
    Burgerhuizen

  • Omvat
    Gasthuis van de grauwzusters

  • Omvat
    Gesloten hoeve

  • Omvat
    Hoekhuis

  • Omvat
    Lakenhalle

  • Omvat
    Parochiekerk Sint-Leonardus

  • Omvat
    Pastorie Sint-Leonardusparochie

  • Omvat
    Poortgebouw van de Scholierenhoeve

  • Omvat
    Refugium der Ridders van Malta

  • Omvat
    Rijhuis

  • Omvat
    Rondbooginrijpoort

  • Omvat
    Stadhuis van Zoutleeuw

  • Omvat
    Stadswoning

  • Omvat
    Stadswoningen

  • Omvat
    Stal van het Bethaniaklooster

  • Omvat
    Steekboogdeur

  • Omvat
    Traditioneel woonhuis uit de 17de eeuw

  • Omvat
    Villa Arnauts met tuin

  • Omvat
    Villa Fineau en stadstoren met park

  • Omvat
    Villa Van Goidtsnoven met park

  • Omvat
    Woonhuis

  • Omvat
    Woonhuis

  • Omvat
    Woonhuis

  • Omvat
    Woonhuis

  • Omvat
    Woonhuis van 1635

  • Omvat
    Woonhuis van 1676

  • Omvat
    Woonhuizen

  • Is deel van
    Zoutleeuw


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadskern Zoutleeuw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302465 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.