Teruggaand op de gelijknamige kloosterschool, gesticht in 1838-1839 onder impuls van E.H. Struye met als doel, wezen en gebrekkige meisjes te huisvesten en te onderwijzen. Vestigde zich op vrijgekomen oorspronkelijke gronden van de abdij Onze-Lieve-Vrouw ter Nieuwe Plant (zie Maloulaan nummer 2) en breidde zich geleidelijk uit, zie de bouw van een nieuw klooster in neogotische stijl in 1896. Verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog. Quasi identieke reconstructie van het neogotische klooster met bijhorend schoolcomplex in traditionele stijl, palend aan de Beluik- en Eigen Heerdstraat- alwaar vervangen door nieuwe bouw -, naar ontwerp van architect Jules Coomans (Ieper) van 1922.

Neogotisch klooster van dertien traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (leien), voorzien van houten dakkapellen onder zadeldak met windveer. Verankerde gele baksteenbouw op arduinen sokkel; arduinen dorpels, kraagstenen, dekplaten, en zo meer. Accent ten gevolge poortrisaliet van twee traveeën uitlopend op een schoudergevel met aandak en jaarankers 1896 - wijzend op de bouw van vooroorlogs klooster - weerszijden spitsboognis met beeldengroep van de Heilige Familie (simili?). Aflijnende overhoekse muizentand op tandlijst. Rechthoekige vensters onder strekse late), opgenomen in Brugse travee, onder doorlopende druiplijst; houten ramen met geprofileerde kruis- en kleine roedeverdeling. Rondboogpoort in een omlijsting van simili- en/of zandstenen negblokken, onder bakstenen druiplijstje. Getoogde deur met rechthoekige bovenlicht ter hoogte van het rechter benedenvenster.