erfgoedobject

Sociale huisvesting van 1957

bouwkundig element
ID
302111
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302111

Juridische gevolgen

Beschrijving

Twee appartementsgebouwen, in 1957 gerealiseerd door de sociale huisvestingsmaatschappij Gezonde Huisvesting Ledeberg naar ontwerp van de architecten J.B. Roelandt, Raphaël Wieme en A(rmand) De Buck. Begin 21ste eeuw werden ze gerenoveerd met behoud van erfgoedwaarde.

Typisch voorbeeld van modernistische stadssanering met hoogbouw in de binnenstad. Ook de architecturale uitwerking sluit aan bij het modernisme wat zich vertaalt in het gebruik van pilotis en een sobere, geometrische vormgeving. De gevels zijn bekleed met betonplaten, terwijl voor het schrijn- en hekwerk hout en aluminium werd gebruikt.

Bouwgeschiedenis en situering

In 1957 bouwde de sociale huisvestingsmaatschappij Gezonde Huisvesting Ledeberg twee appartementsgebouwen aan het Centrumplein te Ledeberg. Ontwerper was architect J.B. Roelandt, samen met Raphaël Wieme (Ledeberg) voor een gebouw van 60 appartementen (aan de zijde van de Binnenweg), en samen met architect Armand De Buck voor een gebouw van 29 appartementen (aan de zijde van de Ledebergstraat). Begin 21ste eeuw werden de buitengevels, het buitenschrijnwerk en de dakbedekking gerenoveerd (ontwerper GDR-architecten, stabiliteitsingenieur Fraeye & Partners, ingenieur technieken Studiebureau Hulpiau, aannemer Renotec). Vanaf 2014 volgde de binnenrenovatie (elektriciteit, keukens en badkamers) door architectenbureau Cattoir –De Wael BVBA uit Gent.

Typering en beschrijving

Dit bouwkundig geheel is een typisch voorbeeld van modernistische stadssanering met hoogbouw in de binnenstad, die voornamelijk in de tweede helft van de jaren vijftig werd uitgevoerd. Het omvat twee vrijstaande hoogbouwappartementen te midden van een 19de-eeuwse woonwijk, op de plek van de gemeentelijke meisjesschool. Op vraag van het Bestuur der Stedebouw van het Ministerie van Openbare Werken werd ook het achterliggende gebouw (blok B) noord-zuid georiënteerd, en paste men de inplanting en het gabarit van het gebouw aan de Ledebergstraat (blok A) aan de naburige bebouwing aan. Dit gebouw telt inderdaad slechts acht bouwlagen terwijl het achterliggende gebouw negen bouwlagen telt. Bovendien is het enkele meters naar achteren geschoven ten opzichte van de bestaande rooilijn, zodat de hoogte van dit gebouw meer in overeenstemming is met deze smalle straat. Aan de achterzijde van het geheel (Binnenweg) werd in de jaren zestig een schoolgebouw opgetrokken in een aansluitende, moderne vormgeving (BenedictusPoort).

De architecturale uitwerking van de sociale appartementsgebouwen sluit aan bij het modernisme. Dit vertaalt zich in de pilotis (onder de linkerzijvleugel van blok A en de twee zijvleugels van blok B) en de heel sobere, geometrische vormgeving (vierkante gevelopeningen, ronde pilotis,…). In de voorontwerpen werden de balkons deels afgesloten door decoratieve betonnen claustra maar in de uitvoering werden deze vervangen door eenvoudige, rechthoekige betonnen borstweringen. Doordat de middenpartij van blok B een halve bouwlaag hoger is dan de zijvleugels, ontstaat een patroon van verspringende borstweringen en uitkragende betonnen kroonlijsten die dit gebouw een meer decoratief, speels karakter verlenen. De gevels zijn bekleed met betonnen platen (‘kwartsplaten’). In het ontwerp waren deze vierkant (met identieke afmetingen als de ramen) maar uiteindelijk werd gekozen voor half zo grote, rechthoekige platen, horizontaal geplaatst. De ramen waren oorspronkelijk in hout met aluminium dorpels. Ook het hekwerk aan de terrassen en het schrijnwerk van de inkomportalen was in aluminium.

Op de gelijkvloerse verdieping bevonden zich niet alleen appartementen en een inkomhal maar ook gemeenschappelijke wasplaatsen, bergingen voor fietsen en kinderrijtuigen, een ontvangstzaal voor dodenwaken en overdekte galerijen. Rondom de gebouwen werden eveneens enkele beperkte voorzieningen aangelegd: parkeerplaatsen, groenzones en een speelplaats voor kinderen. De appartementen beschikten steeds over een vrij ruime woonkamer en kleine keuken, een badkamer, een aparte WC en twee tot vier slaapkamers. De keukenkasten, de kleerkasten in de slaapkamers en de vestiairekast werden door de architecten ontworpen.

Evaluatie

Architecturale en stedenbouwkundige waarde als representatief voorbeeld van de modernistische hoogbouw die tijdens de jaren vijftig ook in de historische centra gerealiseerd werd. Bepalende erfgoedelementen zijn de inplanting (vrijstaand, deels op pilotis), de architecturale schaal (hoogbouw), het silhouet en de volumewerking (plat dak en verspringing), de gevelcompositie (vierkante gevelopeningen en uitkragende kroonlijst), en de materialiteit (betonnen gevelplaten en borstweringen).

  • Archief GDR-architecten, renovatiedossier Centrumplein 1-89, 2-88 (Gent).
  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam LEDEBE_CENTRUMPL_4180.
  • DE SCHUYTER J. s.d. (1997): H.G.L. 75 jaar. Een overzicht en enkele bedenkingen bij 75 jaar sociale huisvesting te Gentbrugge en Ledeberg, s.l.
  • JOOS L., BISSCHOP M.-L. & VAN DOORNE G. 1984: Volkshuisvesting in Gent, Gent, 89 en 91.
  • S.N. 2008: Stadsmussen onder dak. Wonen in Gent van 1914 tot 2000, Gent, 27.
  • S.N. 2012: Jaarverslag Woningent, Gent, 45-46.

Auteurs: Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale huisvesting van 1957 [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302111 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.