erfgoedobject

Modernistisch wooncomplex

bouwkundig element
ID
301823
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301823

Juridische gevolgen

Beschrijving

Wooncomplex naar ontwerp van Paul Smekens uit 1933, in opdracht van de families Torfs, Maeyens en het echtpaar Smekens-Van Gompel zelf, dat de volledige noordzijde beslaat van het plantsoen, gevormd door de Pol de Montstraat, Alfred Coolsstraat, Volhardingstraat en Edgard Casteleinstraat. Voor zijn eerste wooncomplex aan de Pol de Montstraat, waarvoor Smekens een ontwerp tekende in 1933, gaat hij op zoek naar mede-bouwheren om het gebouw te kunnen realiseren. Hij wordt samen met de families Torfs en Maeyens eigenaar van het complex, maar gaat er niet wonen met zijn gezin. Het gaat om een eenheidsbebouwing die de verkaveling van de wijk in kleine, smalle percelen wil tegengaan. Dit complex van vijf meergezinswoningen is onderverdeeld in een twintigtal verhuurbare flats. Het bestaat uit twee grote hoekwoningen met daartussen drie kleinere rijwoningen, met volgende eigendomsverdeling: nummer 2 (rechter hoekpand Volhardingstraat) voor Paul Smekens–Van Gompel; nummer 4 voor Nora Maeyens; nummer 6 voor Walter Maeyens; nummer 8 voor Maria Mayens en nummer 10 (de linker hoekpand Edgard Casteleinstraat) voor de kinderen Torfs. Het is een voorbeeld van het gematigd, zakelijk baksteenmodernisme dat Smekens ontwikkelde in de loop van de jaren 1930. In die periode was de architect vooral actief in de Tentoonstellingswijk, waar hij tussen 1932 en 1935 niet minder dan veertien bouwprojecten tot stand bracht, enkele voor eigen rekening. Op twee eengezinswoningen na, betrof het uitsluitend opbrengsteigendommen, van bescheiden meergezinswoningen tot grotere appartementsgebouwen zoals het flatgebouw gelegen aan de Camille Huysmanslaan, waar Smekens van 1936 tot 1980 resideerde.

Dit vier bouwlagen hoge, sobere en langgerekte ensemble vertoont sterke gelijkenissen met de tegenover elkaar gelegen winkelappartementen, namelijk die van Smekens en Saveniers-Vanderhaeghe, die Smekens ontwierp voor de hoeken van de Volhardingstraat en de Alfred Coolsstraat. De langgerekte lijstgevel, uitgevoerd in roodbruine baksteen in halfsteens verband met Dudokvoeg - dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen, wordt verlevendigd door middel van enkele gerichte ingrepen. Zo wordt de nagenoeg vlakke gevelmuur doorbroken door registers van onversierde rechthoekige vensteropeningen. Een afgewogen opdeling met sokkel en bovenbouw komt tot stand door middel van de hardstenen puilijst met daaronder een band van verticaal gemetste bakstenen. Verder is het centrale, zes traveeën brede middengedeelte hoger uitgewerkt en benadrukt door een natuurstenen omlijsting. De voor- en zijgevels van de flankerende hoekgebouwen hebben ter hoogte van de verdiepingen respectievelijk vier en twee traveeën. De gevel wordt geritmeerd door het gebruik van rollagen ter hoogte van de vensterlateien, de verluchtingsgaten onder de kroonlijst en de profilering van de als schouw uitgewerkte hoekpenanten. Ook hardstenen accenten ter hoogte van de lage plint, vensterdorpels en de hoeken dragen bij tot een zakelijk maar evenwichtig ontwerp. De dekplaat van de rechter hoekschouw is verdwenen. Het bouwplan toont een hardstenen gevelbekroning voorzien van kepertjes, een decoratief element dat regelmatig terugkeert in de ontwerpen van Smekens. Een afbeelding uit 1936 toont evenwel een gewijzigde uitvoering met ongedecoreerde, nog bestaande kroonlijst, vandaag bekleed in pvc.

Het complex met plat dak omvat een bel-etage en twee verdiepingen voor de woonvertrekken, waaronder zich, op de begane grond, de inkom, garage en kelders bevinden. De garage- en kelderdeuren zijn voorzien van grenen schrijnwerk. De gedeeltelijk bewaarde eiken inkomdeuren hebben een hardstenen omlijsting en brievengleuven met bronzen letters. De kelders krijgen daglicht door middel van langwerpige venstertjes. Volgens de bouwplannen waren alle openingen hier betralied. Ter hoogte van de bovenbouw zijn de vensters voorzien van stalen schrijnwerk, vandaag gedeeltelijk vervangen door pvc. Terwijl de hoekhuizen per verdieping opgedeeld zijn in twee appartementen, omvatten de woningen ertussen slechts één appartement per verdieping. De leefvertrekken situeren zich steeds aan de straatzijde, terwijl de keuken en badkamer aan de binnenkoer gelegen zijn. De slaapkamers zijn zowel voor- als achteraan gesitueerd, waarbij de binnenste appartementen van de hoekhuizen over twee exemplaren beschikken en de overige appartementen er slechts één hebben.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1933#43485.
  • DINET P. 1979: Paul Smekens opleiding en architectuur tot 1940, onuitgegeven verhandeling, Hoger Instituut Sint-Lukas, Gent, 51-55.
  • SERNEELS H. 1936: Un architecte de qualité Paul Smekens, Bâtir 5.44, 766-767.
  • VANDEKERCKHOVE F. 2002: De tentoonstellingswijk te Antwerpen, onuitgegeven verhandeling, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, Rijksuniversiteit Gent, 159-161.

Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistisch wooncomplex [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301823 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.