Modernistisch woon- en bedrijfsgebouw opgetrokken in opdracht van Hubert Adriaensen, naar een ontwerp door de architect Frans Cools. Het complex omvat een hoofdvolume met kantoren en woning aan de straat, en de werkplaatsen van het zuivelbedrijf achteraan op het perceel.

De in Hoboken gevestigde Frans Cools startte zijn loopbaan vermoedelijk omstreeks 1920, en lijkt als architect actief te zijn geweest tot de late jaren 1950. Tijdens het interbellum evolueerden zijn ontwerpen van een expressieve baksteenarchitectuur onder invloed van de Amsterdamse School, naar een gematigd modernisme.

Met een gevelbreedte van drie ongelijke traveeën, omvat het hoofdvolume drie bouwlagen onder een plat dak. Het sobere gevelfront heeft een parement uit roomkleurige baksteen in kettingverband met schaduwvoegen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, het overgrote deel van de pui, de dorpels en dekstenen, witte natuursteen voor de bekleding van de borstwering en erker van de bel-etage. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op de middenas, die wordt gemarkeerd door een driezijdige erker doorgetrokken in en bekroond met een balkon. De pui wordt bepaald door het inkomportaal met zijlicht en de inrijpoort, beide voorzien van smeedijzeren schrijnwerk door de Ateliers de Constructions Pierre Meeuws (merkplaatje). Verder is de opstand opgebouwd uit registers van brede raampartijen met stalen schrijnwerk. Opschrift in losse metalen letters boven de garagepoort: "ROOMCENTRALE H. ADRIAENSEN".

De plattegrond van het hoofdvolume is georganiseerd rond de ruime traphal met bovenlicht, ingeplant in het verlengde van de inkom met vestiaire. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond verder een suite van twee kantoren, een bergplaats en de inrij naar de binnenplaats en werkplaatsen. De bovenwoning biedt op de bel-etage ruimte aan de zitkamer met haard en de woonkamer met overdekt terras, die worden geflankeerd door een zijkamer en de keuken. De tweede verdieping omvat drie slaapkamers aan straatzijde, twee slaapkamers en de badkamer aan tuinzijde, en een doka in het verlengde van de centrale hal.

Onregelmatig van vorm omvat het L-vormige, onderkelderde zuivelbedrijf achteraan op het perceel een werkplaats met zolder, geflankeerd door een koelkamer, en twee kantoren.