erfgoedobject

Mijncité Baltisch Kamp

bouwkundig element
ID
301514
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301514

Juridische gevolgen

Beschrijving

Mijncité Baltisch Kamp omvat 48 wooneenheden en leunt vormelijk aan bij de tuinwijkgedachte. Het ensemble werd ontworpen door mijntekenaar en architect Antoon Huybrighs ten tijde van de Kolenslag (1947-1948). Gelegen ten oosten van de spoorlijn, afgelegen van de andere mijncités, werd de wijk opgericht op een belangrijke plaats binnen de geschiedenis van de steenkoolmijn van Beringen.

Context en historiek

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden krijgsgevangenen in de mijn tewerkgesteld om het productieniveau op peil te houden, voornamelijk Russen voor wie ook onderdak moest worden voorzien. Vanaf 1942 werd daarom door de Charbonnage de Beringen, in opdracht van de Duitse bezetter, een streng bewaakt 'barakkenkamp' gerealiseerd. Tijdens de oorlog zouden er zo’n 1300 gevangenen in tijdelijke, houten barakken gehuisvest zijn. Na de oorlog nam de omvang van het kamp sterk toe en stonden er zo’n zestig barakken, die toen vooral werden bewoond door Duitsers. Deze krijgsgevangenen verlieten het kamp uiteindelijk in 1947.

Vanaf 1946 ontstond er een huisvestingprobleem voor andere bevolkingsgroepen, namelijk Polen en Italianen die binnen de context van de Kolenslag migreerden naar de mijncités, ter compensatie van het dalend aantal mijnwerkers. Het kamp wijzigde zo van karakter. Omstreeks 1948 werd vlakbij het barakkenkamp gestart met de bouw van 48 arbeiderswoningen die toen ingericht waren als appartementen. De naamgeving van de wijk, namelijk ‘Baltisch Kamp’, verwijst naar de oorspronkelijke Oost-Europese bewoners. Vanaf 1956 vonden ook arbeiders uit andere Zuid- en Oost-Europese landen hier onderdak. De barakken bleven tot in de vroege jaren zestig bewaard. Omstreeks 1966 werd op de plaats van de barakken, ten zuidwesten van de wijk, permanente sociale woningen gebouwd, ondersteund door de EGKS.

Een replica van de zogenaamde ‘Barak 15’, die dienst deed als slaapbarak voor Russen en Duitsers, nadien benut werd als feestzaal van Italianen en Polen en omstreeks 1963 verdween, werd gereconstrueerd aan het Pools lokaal aan de Laan op Vurten en in 2011 ingericht als tentoonstellingsruimte omtrent de geschiedenis van het Baltisch kamp en de migratie.

Inplanting en architectuur

Kleinschalige tuinwijk gekenmerkt door een eenvormige, traditionalistisch geïnspireerde architectuur. De woningen zijn geschikt zijn rond twee kruisende assen, met rondpunten op de kruisingen, waarlangs de hoekwoningen diagonaal staan ingeplant. Opvallend groen karakter, waarbij de brede straten beboomd zijn langs weerszijden en er centraal een haag aanwezig is. Ook zijn de gekoppelde woningen voorzien van ruime, omhaagde en/of omheinde tuinen, die bijkomend toegankelijk zijn via ondergeschikte wegen langs de zij- en achterkant.

Via spiegelbeeldschema tot een symmetrisch geheel gekoppelde enkelhuizen van elk twee traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak. Overwegend tweewoonsten, met uitzondering van vier vierwoonsten aan de Molenlaan. Rode bakstenen gevels, horizontaal geleed door een kordon. De middelste traveeën van twee gekoppelde woningen worden op de bovenverdieping gemarkeerd door een licht uitkragend muurveld dat uitloopt in een punt- of trapgevel, respectievelijk bij de twee- of vierwoonsten. De zes hoekpanden aan de rondpunten wijken hiervan af door twee getrapte dakvensters boven de uitkragende muurvelden van de middelste traveeën. Rechthoekige vensters. Rondboogvormige toegangsdeur onder een geprofileerde bakstenen booglijst, voorzien van hardstenen sluit- en aanzetstenen. Het houten schrijnwerk van de ramen met kleine roedeverdeling, de houten, beglaasde rondboogdeuren en de luiken op de benedenverdiepingen werden op enkele uitzonderingen na volledig vervangen of zijn niet langer bewaard. Ondanks de aanpassing van sommige parementen, is het karakter van het ensemble bewaard.

  • KEUNEN P. 2010: Mijn cité. Met de mijncités naar de 21ste eeuw, Genk, 72.
  • S.N. 1982: Volkswoningbouw. De Tuinwijkgedachte. Internationaal, Nationaal, Provincie Limburg, Hasselt, 459.
  • VAN DOORSELAER B. & De RYNCK P. (ed.) 2012: Mijnerfgoed in Limburg. Ondergronds verleden, bovengrondse toekomst. Van Beringen tot Eisden, s.l., 14, 90, 117.

Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Steenkoolmijn van Beringen

  • Is gerelateerd aan
    Steenkoolmijn van Beringen: Mijncités

  • Is deel van
    Koersel


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Mijncité Baltisch Kamp [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301514 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.