erfgoedobject

Sociaal wooncomplex Ten Weyngaerde

bouwkundig element
ID
301479
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301479
Dit erfgoedobject heeft geen erfgoedwaarde meer. De erfgoedwaarden waarom we het object opnamen in de inventaris, zijn niet meer aanwezig, bijvoorbeeld door verbouwing of sloop.

Juridische gevolgen

Beschrijving

Modernistisch sociaal woonblok, zogenaamd Ten Weyngaerde of Ten Wyngaerde zoals vermeld boven de inkom, gebouwd omstreeks 1952 in opdracht van sociale huisvestingsmaatschappij Onze Woning naar ontwerp van architecten Geo Brosens en C. Van der Voodt. Het complex omvat volgens het oorspronkelijk ontwerp vier volumes geschikt rond een binnenhof met samen 108 appartementen, 8 winkelruimtes met aansluitende appartementen, een conciërgewoning, een ontspanningslokaal, wasplaats en bergplaatsen. Sinds het najaar van 2012 verhuisden de bewoners en wordt het leegstaande complex bedreigd met sloop en vervangende nieuwbouw.

Context en typering

Het woonblok werd in contemporaine literatuur geprezen als een modelvoorbeeld op het vlak van collectieve huisvesting en kreeg de vierde vermelding bij de Prijs Van de Ven van 1954. Het is een opmerkelijk voorbeeld van een galerijflatgebouw met verschillende volumes, gekenmerkt door een sterk overwogen planindeling, waarbij de woonruimte per eenheid werd aangepast aan de verschillende categorieën bewoners en gezinssamenstellingen. Het geheel omvatte appartementen voor ouden van dagen, alleenstaanden en kleine gezinnen met of zonder kinderen. De architecten slaagden erin om op een relatief beperkte perceeloppervlakte een hoge bewoningsdichtheid te realiseren, doch met aandacht voor modernistische principes van licht en lucht, gerealiseerd door de schikking van vier volumes rond een open binnenhof. Ook de planindeling getuigde van een streven naar functionaliteit en ‘Existenzminimum’, meer bepaald het maximaliseren van de nuttige oppervlakte ondanks de relatief beperkt aanwezige ruimte. De huurprijzen waren echter relatief hoog in vergelijking met courante ‘goedkope woningen’. De voornaamste oorzaak was de hoge graad van comfort. Elk appartement beschikte over een geïnstalleerde keuken (Cubex) en badkamer, over verwarming in functie van centrale verwarming en warm water, evenals een aansluiting voor telefoon en radio. Ook mochten huurders voor de huurprijs gebruik maken van de collectieve leeszaal en wasplaats. In literatuur werd het complex vergeleken met het flatgebouw Zuidplein te Rotterdam van architecten Tijen en Maaskant, dat mogelijk ook door Brosens en Van der Voodt was bezichtigd. Het is eveneens een galerijflatgebouw voor alleenstaanden en kleine gezinnen en werd ingepast op een relatief beperkt perceel nabij het stadscentrum. De uitwerking is echter sterk verschillend. Het complex Ten Weyngaerde getuigt bovendien van een opvallende artistieke afwerking door de aanwezigheid van meerdere kunstwerken.

Beschrijving

Architectuur

De appartementen zijn ondergebracht in drie volumes, waaronder het hoofdvolume aan de straat, die samen met een vierde functioneel volume werden ingeplant rond een centraal binnenhof. De buitentuin was oorspronkelijk verzorgd aangelegd door A. Martin (Schoten) met een ruim grasperk, vijvertje en zitbanken. Er bevond zich oorspronkelijk ook een draadplastiek ontworpen door Mark Macken. De eenvoudige straatgevel wordt gecompenseerd door tuingevels met een hoge ontwerpkwaliteit en uniformiteit in stijl en materialiteit. Het complex getuigt van een weloverwogen materiaalgebruik, waarbij traditionele bouwmethodes gecombineerd werden met een doelmatig en economisch verantwoord gebruik van gestandaardiseerde elementen. De volumes bestaan uit een betonskelet, in combinatie met lokale bouwmaterialen en traditioneel metselwerk. Het consequent gebruik van bleke baksteen in combinatie met ruwe beton voor de galerijen en blauwe hardsteen voor de plinten, creëert een aangename eenvormigheid. Het oorspronkelijk schrijnwerk is grotendeels bewaard. De straatgevel is voorzien van metalen schrijnwerk, op uitzondering van de houten winkelpuien. Het schrijnwerk van de tuingevels is in wit geschilderd hout, waarbij de deuren een kleurrijke afwerking kregen. De galerijen zijn afgesloten met smeedijzeren balustrades. Ook het materiaalgebruik in het interieur was consequent en weloverwogen. De binnendeuren zijn uitgevoerd in tropisch hout, geplaatst in metalen kaders, terwijl de trappen uitgevoerd zijn in granito. De vloeren van de inkomhal, de geïnstalleerde badkamers en keuken zijn afgewerkt met keramiektegels, terwijl de wanden afgewerkt zijn met faiencetegels. De overige vloeren en wanden waren afgewerkt met respectievelijk linoleum en waterverf.

Het hoofdgebouw aan de Lange Lozanastraat is een monumentaal woonblok van zeven bouwlagen. De voorgevel aan de Lange Lozanastraat is uiterst sober uitgewerkt en wordt enkel verlevendigd door de combinatie van bleke baksteen met blauwe hardsteen. De gevel is relatief vlak uitgewerkt, op uitzondering na van twee licht uitkragende gevelvlakken, en wordt regelmatig geopend met rechthoekige vensteropeningen. Volgens de bouwplannen waren twee toegangen voorzien tot het binnengebied, namelijk een centrale tot de hoofdinkom aan de tuinzijde en rechts een open, smallere doorsteek (heden afgesloten). De achtergevel heeft een sterk verschillend karakter en wordt bepaald door de met galerijen opengewerkte gevel. De eenvoudige inkom aan de straatzijde wordt aan de tuinzijde gecompenseerd door een opvallende glazen, halfronde vestibule, die de hoofdingang vormt en leidt tot de traphal. De uitbouw wordt geflankeerd door een decoratieve luifel in geprefabriceerd beton.

Volgens de bouwplannen beschikt het complex over een kelderverdieping, een begane grond met winkelruimtes en zes bovenverdiepingen. In de kelders bevinden zich private bergruimtes per appartement en technische installaties. Op de gelijkvloerse verdieping zijn acht winkels van een wisselende grootte voorzien met aansluitende appartementen. De circulatie in het gebouw verloopt via galerijen, gesitueerd aan de achterzijde en bereikbaar via een centrale verticale circulatie-as met liften, toegankelijk via een inkomportaal aan de achterzijde van het gebouw. Het inkomportaal is verlevendigd met een bewaard basreliëf in terracotta, met daaronder een plantenbak. Aan de gebogen, beglaasde zijde is een gebogen zitbank voorzien. De inkom bewaart eveneens de parlofoons, brievenbussen en bestelkastjes. Op alle bovenverdiepingen zijn telkens twaalf appartementen gesitueerd. Deze 72 appartementen omvatten drie types, namelijk 36 studio’s voor alleenstaanden (type C), 30 flats met één slaapkamer voor koppels van boven de 50 jaar (type B) en 6 appartementen met twee slaapkamers voor drie personen, zoals een weduwe met kinderen (type A). Alle appartementen beschikken over een hal met toilet, badkamer, keuken, en vervolgens aan de westelijk georiënteerde straatzijde de woonkamer en een slaapkamer of slaaphoek. Bij type A is er nog een kinderkamer voorzien aan de zijde van de galerij.

Aan de overzijde van het binnengebied staat een vierlaags volume met een gelijkaardige vormgeving aan de tuinzijde, materiaalgebruik, oriëntatie en typologie, namelijk een galerijflatgebouw. Het pand werd tegen een bestaand volume gebouwd en stond in verbinding met een tuin aan de achterliggende Vinkenstraat. Het complex omvat 24 appartementen met één slaapkamer (type L, L’) voor bejaarde koppels (gelijkvloerse en eerste verdieping) en voor gezinnen zonder kinderen (tweede en derde verdieping). De appartementen beschikken over een woonkamer en slaapkamer aan de tuinzijde, en daarachter een badkamer en keuken, in verbinding met een inpandig koertje.

Een tweelaags volume lijnt de noordelijke zijde van het perceel af en is naar het zuiden georiënteerd. Dit blok omvat 12 appartementen met één slaapkamer of slaaphoek (types K, J, J’) voor ouden van dagen (alleenstaanden en koppels). Bij deze appartementen bevindt de woonkamer zich eveneens aan de zijde van de binnentuin, gecombineerd met ofwel een slaaphoek of de keuken. Achteraan, aan een koertje, bevinden zich dan de badkamer en respectievelijk een keuken of slaapkamer.

De andere zijde van het binnenhof wordt geflankeerd door een eenlaags volume waarin van west naar oost de volgende functies zijn gesitueerd: de conciërgewoning met twee slaapkamers, een fietsenberging, een ontspanningslokaal met leeszaal en een wasplaats.

Kunst

Het complex was voorzien van een hoge artistieke afwerkingsgraad door de aanwezigheid van kunstwerken gerealiseerd in opdracht van de architecten en aldus ten dienste van de architectuur. Aan het exterieur was het meest opvallende een betonschildering centraal in de achtergevel van het hoofdvolume. Deze picturale betonschildering was vermoedelijk de eerste in zijn soort in België en werd gerealiseerd door Walter Van Marcke. De schildering vormde een doorlopende afbeelding, weergegeven op onbewerkte betonnen gevelvlakken op elke verdieping van de toegangstravee en onderbroken door de galerijen. De compositie bestond uit een witte achtergrond, blauwe en gele kleurvlakken en een zwarte lijntekening. Het werk is echter niet langer bewaard.

Beeldhouwer Mark Macken realiseerde twee kunstwerken voor het complex. Een draadplastiek, ontworpen voor de binnentuin, is zichtbaar op historische foto’s. De zwierige, lichte constructie is echter in situ niet langer aangetroffen. Het belangrijkste bewaarde kunstwerk betreft een basreliëf, vermoedelijk uitgevoerd in beschilderd gips of terracotta, en bevestigd in de inkomhal van het hoofdgebouw. De halfverheven sculptuur, opgebouwd uit geassembleerde onderdelen, stelt een gelukkig gezin voor bestaande uit gestileerde, monumentale figuren, in harmonie met de natuur weergegeven op de achtergrond. De sculptuur is representatief voor het werk van beeldhouwer Mark Macken, die in dezelfde periode samenwerkte met Renaat Braem voor integratie van monumentale kunst in de wooneenheid aan de Zaanstraat. Gezien de geplande sloop van het complex is de toekomst van het kunstwerk onzeker.

In het gemeenschapslokaal werd een muurschildering aangebracht naar ontwerp van Joseph Desimpel, met uitbeelding van de herfst van het leven. De huidige toestand is onbekend.

Evaluatie

Galerijflatgebouw Ten Weyngaerde vormt een waardevol voorbeeld van een modernistisch appartementsgebouw, gebouwd in het kader van stadssanering en gekenmerkt door volumes ingeplant rond een binnenhof. Het complex was vooruitstrevend voor zijn tijd, namelijk als voorbeeld van het ‘nieuwe moderne wonen’ gekenmerkt door een hoog comfort en een diversiteit aan appartementstypes gericht op alleenstaanden, bejaarden en kleine gezinnen. Het complex integreerde collectieve voorzieningen zoals winkels en een gemeenschapslokaal. Het complex bezit architecturale en stedenbouwkundige waarde, omwille van de typische inplanting van de volumes, de typologie van het galerijflatgebouw en de kenmerkende planindeling en de met zorg uitgevoerde materialiteit die een sterk eenheidsbeeld creëert in het binnengebied. Het ontwerp getuigt eveneens van artistieke waarde, omwille van de – slechts gedeeltelijk bewaarde – kunstwerken, geïntegreerd in het architectuurontwerp. De huidige leegstand, verwaarlozing van de architectuur en groenaanleg, en de geplande sloop, zijn nefast voor de erfgoedwaarden.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam ANTW_LANGE_LOZANASTR_1050.
  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 18#27715.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 1050, Anvers, Lozanastraat.
  • DUBOURG L. 1953: L’immeuble à appartements "Ten Weyngaerde", à Anvers. Architectes: Géo Brosens et C. Van der Voodt, La Technique des travaux 29.11-12, 331-338.
  • FLOUQUET P.-L. 1954: La quatrième mention du Prix Van de Ven 1954. Résidence "Ten Wyngaerde", à Anvers. Architectes: Géo Brosens & C. Van der Voodt, La Maison 10.3, 76-79.
  • HEIRMAN F. 2012: Antwerpen, Nieuwbouw op komst. Twee sociale woonblokken voor Lange Lozanastraat, Gazet van Antwerpen 28 augustus, 15.
  • LIEKENS F. 1953: Een voorbeeld van woningdifferentiatie: “Ten Weyngaerde”, te Antwerpen, Huisvesting 6.9-10, 560-571.
  • MAEREVOET L. 2015: Sociale huisvesting anders bekeken. Monumentale kunst in sociale huisvesting 1945-1985, Volume III: Kunstinventaris, onuitgegeven masterproef, Universiteit Gent, Vakgroep Kunstwetenschappen, 11.
  • S.N. 1953: Meergezinswoningen "Ten weyngaerde" te Antwerpen, Bouwen en wonen 1, 25-29.

Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociaal wooncomplex Ten Weyngaerde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301479 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.