Zogenaamd "de gouden hoorn", zie opschrift boven portaal. Breedhuis op L-vormige plattegrond; acht traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Gevelordonnantie uit de 18de eeuw met latere aanpassingen onder meer in 1891 plaatsen van dorpels, in 1909 verbouwen van een poort links tot één groot venster en in 1939 vernieuwen van de deur. Verankerde roodbeschilderde bakstenen lijstgevel. Centraal drie als risaliet uitgewerkte traveeën. Gekorniste kordons. Licht getoogde openingen gevat in vlakke omlijstingen met oren en neuten. 19de-eeuws houtwerk in de bovenvensters. Zijgevel: verankerde bakstenen puntgevel met vlechtingen. Twee ijzeren uithangborden.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 3/1891, nr. 429/1909, nr. 116/1939.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 324.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)