Momenteel twee diephuizen van respectievelijk twee en twee + vier traveeën, lagere aanbouw en twee bouwlagen telkens onder zadeldak (Vlaamse pannen). In de loop van de 16de eeuw (?) opgetrokken als één geheel en in 1911 opgesplitst. Verankerde witbeschilderde tuitgevels van baksteen boven de grijze plint. Aangepaste muuropeningen onder meer nummer 4 met brede steekboogpoort van 1930. Rechthoekige vensters met arduinen lekdrempels, in de top steekboogvensters met bewaarde afgeschuinde dagkanten. Begroeide zijgevel met wilde wingerd van nr. 6 aan de Reie, ter hoogte van de kelderverdieping voorzien van een beluikte en een betraliede muuropening. Op de hoek Mariabeeld met Kind geplaatst in nis van gesinterde baksteen.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 421/1911, nr. 1085/1930, nr. 641/1936.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 280.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA Noord, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)