erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Martinus

bouwkundig element
ID
28229
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/28229

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

De eerste kerk bevond zich op de linkeroever van een afgesneden Scheldemeander, binnen de burcht van de heren van Petegem (zie "'t Oud Kasteel"). Het was een georiënteerde houten zaalkerk uit de eerste helft van de 9de eeuw, die later werd vervangen door een eenbeukige stenen kerk. De Karolingische eigenkerk Sint-Martinus, werd vanaf het vierde kwart van de 11de eeuw bediend door het kanunnikenkapittel van de door Mathilde gestichte proosdij. De kerk fungeerde als kloosterkerk en groeide uit tot het centrum van een landparochie. In een oorkonde en een bulle uit midden 12de eeuw is er sprake van "ecclesial beati Martini supra Scaldum fluvium sitam in castello quod vocatur Pethengium". Circa 1145 werd te Petegem het nieuw geestelijk en administratief centrum van de Sint-Diederiksabdij (bij Reims) gevestigd, het nam de parochiale rechten over, en de kanunniken werden geleidelijk vervangen door benedictijnen. In 1291 verkreeg Gwijde van Dampierre de toelating van Paus Nicolaas II, de Sint-Martinusparochiekerk en de begraafplaats naar het noordoosten te verplaatsen, naar het huidige dorpscentrum.

Georiënteerde, in oorsprong driebeukige kerk van de jaren 1290, gelegen in afgerond kerkhof met monumentale grafstenen uit de 17de, 18de en 19de eeuw. Gewitte bakstenen kerkhofommuring en sierlijk ijzeren hek in het westen aan zware rechthoekige bakstenen pijlers met bolbekroning.

Zijmuren en koor in 14de eeuw van spitsboogvensters voorzien, eind 17de-begin 18de eeuw aangepast en opgehoogd, de zijbeuken werden in 1864 met Scheldesteen verhoogd. Grafstenen uit de 17de eeuw en later in zijmuren. De driebeukige kerk had tot 1918 een 18de-eeuws voorkomen; onder één zadeldak (volgens Liber Memorialis voordien onder drie daken), schip en lage zijmuren van vijf traveeën, vierkante toren onder ingesnoerde zeshoekige spits en aanpalende travee, 19de-eeuwse toevoeging.

Door zware bombardementen in november 1918 brandde de kerk volledig uit en kwamen de interessante laatromaanse-vroeggotische kenmerken van de oude kerk tevoorschijn. De bepleistering van de 17de-18de eeuw kwam los en de originele steen werd zichtbaar, alsook de arduinen oculi in de midden- en zijbeuken en de kapitelen van de zuilen aan de ingang van het koor. De zijmuren en het koor van het oude romaanse kerkje waren 1 tot 1,20 meter ingedolven, de afgekante zuilbasissen van het schip tot 45 centimeter.

Door architect A.R. Janssens (Gent) werd de kerk in 1920-1925 in haar 'oorspronkelijke vorm' gereconstrueerd, het schip en het koor werden in hun laatromaanse-vroeggotische vorm hersteld, de bakstenen zijbeuken van 1864 werden afgebroken, heropgebouwd in Ourthesteen en van puntgevels voorzien (zie gedenkplaat rechts van de toren), de kerkvloer werd 45 centimeter ontgraven en er kwam een nieuwe toren.

Lichte oorlogsschade van 1940 aan de twee topgevels aan de zuidgevel, het koor, de torenspits en de vensters.

In 1997 afgewerkte grove herstellingswerken door architect M. Hoste en P. Speeckaert.

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt een rechthoekige driebeukige kerk met vierkante westtoren, rechthoekig schip en zijbeuken van vijf traveeën en rechthoekig koor. Aangebouwde rechthoekige berging en verwarmingsruimte ten noordoosten en rechthoekige sacristie ten zuidoosten, beide onder leien schilddak. Vierzijdige doopkapel met hoekblokken en spitsbogige vensters tegen noordelijke torengevel. Rond traptorentje tegen zuidelijke torengevel.

Oude kern opgetrokken voornamelijk uit blauwe hardsteen met gebruik van zandsteen, voorts Ourthesteen ter vervanging van de in 1864 in baksteen opgerichte zijbeuken onder lessenaarsdak met vijf puntgevels, toren onder leien tentdak, voorts twee zadeldaken van schip en koor.

Vierkante westelijke toren, rondbogig ingangsportaal in geblokte omlijsting en aansluitend geprofileerd waterlijstje waarvan uiteinde is uitgewerkt als gekroond en geblinddoekt vrouwenhoofdje. Daarboven rondboogvenster en drie spitsboognissen, middelste voorheen met Sint-Martinusbeeld. Zijgevels met spitsboognissen. Baksteenfries en gekoppelde spitsbogige galmgaten. Haast gevelhoge versneden steunberen aan noord- en zuidzijde.

Gekruisigde houten Christus, deel van de vroegere calvarie, in 1931 tegen zuidelijke torengevel geplaatst.

Schip, haast identieke noord- en zuidzijgevel bovenaan geopend door vijf kleine ronde 'romaanse' vensters, lagere kapelgevel met vijf spitsboogvensters; in noorden met rondboogvenstertje links onder gespitst venster in eerste, tweede en vierde puntgevel en sporen van rondboogportaal in derde puntgevel. In zuidzijde rondboogvenstertje in elke puntgevel, met uitzondering van de tweede, aldaar gedicht rondboogportaal.

Ten oosten, koor met steunberen en spitsboogvensters, groot dito drielicht in de oostgevel.

Interieur: westtoren met ten noorden rondbogige toegang tot doopkapel. Door tongewelf overspannen middenbeuk met bovenmuren geopend door vijf kleine rondboogvenstertjes; spitsbogen tussen midden- en zijbeuken, gestut door zware geblokte blauwe hardstenen zuilen met knoppenkapitelen. Zijbeuken met afgeschuinde zoldering met steekkappen. Ten oosten, van beschildering voorziene triomfboog en spitstongewelf. In noord- en zuidzijde, rondboogdeur in geblokte omlijsting waarnaast ten oosten hogere en bredere geblokte rondboog.

Mobilair. Sculptuur; Jezus aan het kruis, hout, 18de eeuw. Neogotisch meubilair en sculptuur van jaren 1921-1923, hoogaltaar, stenen preekstoel en andere. Glasramen in koor en zijkoren van Onze-Lieve-Vrouw en Heilige Martinus, vervaardigd door J. Casier in 1923-1924, in zijbeuken door H. Coppejans in 1934, door F. Slijpen in 1953.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Oost-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief.
  • Petegem, Pastorie, Liber Memorialis.
  • CALLEBAUT D., Het Oud Kasteel te Petegem, De Karolingische curtis en haar ontwikkeling tot de XIIde eeuw, Archaeologia Belgica 237, Brussel, 1981.
  • DEVOS P., De Sint-Martinuskerk te Petegem, Monumenten en Landschappen in Oudenaarde en Wortegem-Petegem (8), Oudenaarde, 1996, p. 82-85.
  • HOEBEKE M., De proosdij te Petegem-aan-de-Schelde, in HGOKO, XIII Oudenaarde, 1976, p. 223-241.
  • VANDENBUSSCHE-VAN DEN KERCKHOVE C., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Oudenaarde, Brussel, 1978, p. 76-77.

Bron: VERBEECK M. & TACK A. 1998: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Oudenaarde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Tack, Anja
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/28229 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.