Voormalig stationsgebouw met woning van de stationschef (naar verluidt tot 1984), heden woning en deels logementshuis voor asielzoekers (vroegere wachtzaal). Landelijk stationsgebouw van het langgerekte type in de kenmerkende decoratieve baksteenbouw van de stationsarchitectuur uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Opeenvolgende volumes van drie traveeën en een bouwlagen en drie traveeën en twee bouwlagen onder overstekende leien zadeldaken. Lijstgevel aan straat- en perronzijde geritmeerd door lisenen, voorzien van sierankers ter hoogte van de woning van de stationschef. Typische rondboogvormige vleugeldeuren aan straatzijde en gelijksoortige ruime vensters met gewitte houten drielichtskozijnen. Licht getoogde bovenvensters. Zolderverdieping verlicht door een oculus in beide puntgeveltoppen. Lage en lange annex van vroegere W.C.'s, heden met plat dak en deels gewijzigd.