erfgoedobject

Eenheidsbebouwing

bouwkundig element
ID
26819
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/26819

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Eenheidsbebouwing
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoekhuis en twee rijhuizen
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Dit ensemble van een hoekhuis en burgerhuis, gesitueerd op de hoek van de Bouwmeestersstraat en Scheldestraat, met uitgesproken versieringen in art-nouveaustijl, werd in 1908 gebouwd. De opdrachtgever was goudsmid Jules Van Laere-Terrijn. Oorspronkelijk hoorde ook de woning op nummer 64 in de Bouwmeestersstraat bij dit ensemble, maar deze werd inmiddels verbouwd. Het hoekensemble vertoont stilistisch gelijkenissen met de woningen in de Scheldestraat nummers 56-58 naar ontwerp van de architect Urbain Crommen (1886-1963), die verschillende woningen realiseerde in de wijk. Vermoedelijk ontwierp deze Gentse architect ook dit ensemble.

Urbain Crommen ontwierp verschillende burgerhuizen in een typerend art-nouveaugetint eclecticisme in de wijk. Voorbeelden hiervan bevinden zich in de Bouwmeestersstraat (nummers 19-21, 29, 31 en 57) en in de Scheldestraat (nummers 95 en 107-113). Deze woningen, die tussen 1906 en 1909 gebouwd werden, worden gekenmerkt door een uitgewerkte detaillering van de decoratieve elementen in de gevel. Het oeuvre van Urbain Crommen bevat hoofdzakelijk decoratieve eclectische woningen met verwijzingen naar de art-nouveaustijl. In deze wijk getuigen de ontwerpen van een overgangsfase, waarbij nog vastgehouden wordt aan de traditionele gevelindeling maar tegelijkertijd al geëxperimenteerd wordt met decoratieve elementen uit de art nouveau. Van zijn hand is verder ook het ontwerp uit 1909 voor zijn eigen woning in de Prinses Clementinalaan nummer 20 in Gent. Na dit project kreeg hij een aantal belangrijke opdrachten, waaronder de statige burgerhuizen in de Tentoonstellingslaan in Gent (nummers 34 en 95).

Het samenstel van twee rijwoningen bevat langs de Bouwmeestersstraat twee traveeën, gevolgd door een afgesnuite travee op de hoek en twee traveeën langs de Scheldestraat. Het ensemble is drie bouwlagen hoog onder een pannen zadel- en schilddak. De bepleisterde en geschilderde lijstgevels hebben een afgeschuinde lage plint en worden bovenaan afgelijnd door een houten geprofileerde kroonlijst op klossen, dewelke bij de woning in de Bouwmeestersstraat nummer 66 verdwenen zijn. De gevels worden horizontaal geritmeerd door cordons, een puilijst en parallelle banden. De muuropeningen zijn verschillend uitgewerkt en zijn telkens rondom versierd met verschillende in de bepleistering uitgewerkte zwierige art-nouveau-elementen, waarbij vooral de gehoekte booglijsten en gestileerde spiegels opvallen.

Het hoekpand wordt op de gelijkvloerse verdieping verlicht door twee rondboogvensters langs de Scheldestraat en een korfboogvormig venster langs de Bouwmeestersstraat, met daartussen in de hoektravee een rondboogvormige deuropening boven twee hardstenen treden naast een voetschraper in de plint. De verdiepingen zijn gelijkaardig ingedeeld, waarbij in elke travee een getoogd venster uitgewerkt is, op het rechthoekig tweelicht bovenaan de linkertravee na. De vensters in de rechtertravee langs de Scheldestraat zijn blind. Zowel de bovenste bouwlaag van de hoektravee als beide bovenverdiepingen van de linkertravee zijn gevat tussen versierde lisenen. Aan de linkerzijde maakt een lage wand met deuropening verbinding met de naastliggende woning. Het schrijnwerk werd na 2017 vernieuwd, behoudens dat van het venster op de eerste verdieping van de linkertravee, een houten T-raam met roedeverdeling en gekleurd glas.

In de woning in de Bouwmeestersstraat nummer 66 is de benedenverdieping opengewerkt met twee rondboogopeningen, een driedelig raam onder bovenlicht in de rechtertravee en een deur met deurroosters voor de deurlichten en met bovenlicht boven een hardstenen trede naast een voetschraper in de plint. De verdiepingen tellen één travee en zijn gevat tussen twee versierde lisenen die naar boven toe verjongen. De eerste verdieping wordt verlicht door een getoogd venster met zesdelig raam, daarboven is een drielicht uitgewerkt met enkelvoudige ramen. Het originele houten schrijnwerk met roedeverdeling en gekleurd glas bleef bewaard.

Van de interieurindeling zijn geen bouwplannen beschikbaar.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling XIX (Sint-Amandsberg), 1908/28.
  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen Sint-Amandsberg, BA-SA, 1907–0007.

Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eenheidsbebouwing [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/26819 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.