erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Gerulfus

bouwkundig element
ID
26316
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/26316

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

Volgens een recent artikel zou er een Sint-Gerolf parochiekerk bestaan hebben van het tweede kwart van de 12de eeuw tot 1658. Doch volgens de klassieke opvattingen gebruikte de abdij tot in de 16de eeuw het koor voor de officies, afgescheiden van het schip, dienstdoende als parochiekerk. Van de voormalige tweebeukige abdijkerk van vijf traveeën, evenals van het abdijkoor bleven enkele schaarse sporen en de toren van 1732-34 bewaard. De huidige decanale kerk in neobarokstijl dateert van 1858-59 en is opgetrokken uit baksteen naar ontwerp van architect F. Cardon, iets meer noordwaarts dan de oude kerk. Restauraties in 1887 (voorgevel) en 1897 (toren) door L. Gildemyn, en verder in 1922 en 1967 (toren). Vanaf 1969 sporadische opgravingen.

Sporen van het oude abdijkoor, opgetrokken in 1552 uit zandsteen en na verschillende vernielingen heropgebouwd door abt Merlijn in 1656, zijn merkbaar in de rechthoekige muuropening en de pilaster aan de oostmuur van de noordelijke pandvleugel. De pilaster is van bak- en zandsteen. Aan de binnenzijde in het verlengde van de oostelijke kruisgang is deze pilaster halfrond afgewerkt. Vermoedelijk betreft het hier een traptoren naar de dakruiter op het abdijkoor.

Van de oude parochiekerk: resterende zuidmuur van de zuidbeuk (1590-1630), behouden tot de hoogte der aanzetten van de gewelven, de zuidzijde is ingebouwd door de noordelijke kruisgang doch de noordzijde staat vrij. Opgetrokken uit baksteen en herbruikte Doornikse kalksteen. Bovenaan vijf gedichte rechthoekige ramen waartussen vijf aanzetten van gewelven. Het westelijke gedeelte vertoont speklagen van Doornikse kalksteen en veldsteen en een segmentboogvormige, gedichte opening, zichtbaar van op platform op de noordelijke kruisgang. Op de zuidkant van de torenbasis eveneens sporen van een rondbooggewelf.

Beschrijving

De plattegrond van de huidige kerk ontvouwt een driebeukig basilicaal schip van zes traveeën met toren achter de vlakke koorsluiting, geflankeerd door twee zijkoren en een zuidelijke sacristie tegen de toren. Tweeledige westgevel, voorzien van zandstenen parement; halsgevel bekroond met driehoekig fronton. Horizontaliserend accent door het entablement, afgewisseld door de verticaliserende gevelordonnantie door middel van hoekpilasters en gekoppelde, centrale Ionische pilasters. Portaal met rondboogdeur in geprofileerde omlijsting met flankerende Korinthische zuilen met hoofdgestel en gebogen fronton. Rondboogvensters. Geveltopgeleding afgelijnd door gekoppelde pilasters, eveneens rondboogvenster in omlijsting met bekronend driehoekig fronton. Zijbeuk van zes traveeën met rondboogvensters en getoogde bovenlichten. In 1948 witgeschilderd kerkinterieur: in drie beuken verdeeld door Ionische zuilen. Middenbeuk overwelfd (kruisgewelven tussen gordelbogen), zijbeuken vlak afgedekt met casementzoldering, koor met blauw beschilderde koepel met wijnranken en zijkoren eveneens vlak.

Interieur. Mobilair: Hoofdaltaar uit 17de - 18de eeuw, gewijzigd in 1865 door Madou, met 'Moord op Heilige Gerulfus" in 1866 geschilderd door lekenbroeder Quartier. De marmeren zijaltaren (1782) uit de oude kerk zijn verfraaid met 17de-eeuwse schilderijen: rechts "Het visioen van de Heilige Basinus" door A. van den Heuvel en links "Onze-Lieve-Vrouw overhandigt het scapulier aan de Heilige Simon Stock" van de school van G. De Craeyer.
Deels bewaarde eikenhouten communiebank uit de 18de eeuw. Fraaie eikenhouten preekstoel van Karel Bruggeman (19de eeuw). Twee eiken 19de-eeuwse biechtstoelen. Romaans Onze-Lieve-Vrouwebeeldje (12de - 13de eeuw). Zestien gebrandschilderde glasramen (middenbeuk) van 1914 en 1931 (zijbeuken). Kruiswegstaties geschilderd op doek van 1872.

Achter het koor (oosten), hoge achthoekige toren met zes verdiepingen op vierkante aanzet bekroond met peperbusvormige afdekking, oorspronkelijk met rood koperen platen, nu met leien en smeedijzeren kruis. Oorspronkelijk vrijstaande toren, heden aangebouwd ten oosten van de kerk en in de as ervan. Opgetrokken uit bak- en zandsteen in 1732-34, na de torenbrand van 1727, onder prelaat Petrus de Caesemaeker (zie wapenschild en leuze op zandstenen cartouche in de noordgevel op de eerste geleding) naar ontwerp van bouwmeester de Stoop en onder leiding van Bernardus de Wilde. Vierkante onderbouw op zandstenen plint van twee bouwlagen met twee door zandsteen omlijste steekboogvensters. Verdiepte travee in zandstenen omlijsting. In oostgevel links segmentboogvormig deurtje en sporen van aanbouwsel. Zuidgevel in 1735 voorzien van aangebouwd transept, gesloopt in 1856. Westzijde ingebouwd. Overgang van hiernaar achtkant door gebogen verklimming, afgedekt met leien. Op de noordzijde gedateerd MDCCXXXIIII. Twee octogonale geledingen gescheiden door entablement. Op de eerste zijn de rechthoek verdiepte vlakken op de windzijden voorzien van getoogde galmgaten en wijzerplaten van uurwerk. De tweede achtkantige geleding is volledig uit zandsteen opgetrokken en geopend door middel van acht rondboogvormige galmgaten gescheiden door geblokte overhoekse pilasters.


Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Norbertijnerabdij


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Gerulfus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/26316 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.