Twee onderkelderde diephuizen met een gevelwand van zeven traveeën en drie bouwlagen onder twee zadeldaken (Vlaamse pannen), kern uit de 18de eeuw, voorgevel vermoedelijk uit de tweede helft van de 18de eeuw doch met latere aanpassingen. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met licht uitspringend middenrisaliet van drie traveeën bekroond door middel van driehoekig fronton met oculus. Houten loggia's (19de eeuw) in de zijtravee. Rondboogvormige vensters op verhoogde begane grond; getoogde vensters in geprofileerde omlijsting op tweede verdieping, rechthoekige vensters op de hoogste verdieping met paneelversiering onder de lekdrempels. Middenrisaliet op benedenverdieping gemarkeerd door kroonlijst op vier Lodewijk XVI-consoles, twee rondbogen ingeschreven in rechthoekige omlijstingen met uitgespaarde bovenhoeken en versierde sluitsteen, rechts omlijsting met neuten; middentravee met rechthoekige deur met geprofileerde omlijsting met neuten, rechte kroonlijst en ovaal bovenlicht in Lodewijk XVI-omlijsting (neostijl?). Gevelbekroning door middel van eenvoudig hoofdgestel met gekorniste kroonlijst. Rechter deur: vermoedelijk verbouwd venster.

Achtergevel: twee verankerde en beschilderde bakstenen puntgevels, doch met verschillende dakhelling; getoogde vensters.

Rechts rondboogpoort: tussen nummer 39-40 en 41-44, onder doorgetrokken puilijst van nummer 41-44.