Ruim enkelhuis van zeven traveeën en drie bouwlagen, gedeeltelijk met plat dak en gedeeltelijk onder zadeldak (pannen); volgens archiefstukken vier huizen in 1795 voorzien van een nieuwe gevel. Hoge bepleisterde en beschilderde lijstgevel: verankerde en beschilderde plint met getraliede keldergaten. Rechthoekige bovenvensters gevat in verticaal doorlopende platte banden, op begane grond voorzien van lekdrempels. Korfboogvormige poort met geprofileerd beloop op neuten en imposten en voorzien van rocaillevormige sluitsteen; bovenlicht met smeedijzeren waaier met monogram J.D.B., voor Jean De Bast die de bouwaanvraag voor zijn woning indiende. Gevelbekroning door middel van hoofdgestel met gelede architraaf, onversierde fries en kroonlijst op klossen.