erfgoedobject

Stadswoning met trapgevel

bouwkundig element
ID
25042
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/25042

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadswoning met trapgevel
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Stadswoning met trapgevel
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadswoning
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Enkelhuis met trapgevel (acht treden + topstuk), twee bouwlagen en vier traveeën onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat). Het huidige uitzicht van de stadswoning dateert van 1660 toen de huidige gevel werd opgetrokken op last van schoolmeester Pauwel Everaert. Het pand is ook kleiner dan het oorspronkelijke middeleeuwse pand. Het betreft een traditionele bak- en zandsteenbouw met naderhand beschilderde begane grond met kelderluiken. De gevel is opengewerkt met rechthoekige vensters. De behouden hoekblokken en duimen wijzen op vroegere kruiskozijnen overspannen met ontlastingsbogen van alternerende strekse baksteen- en zandsteenblokken. De lateien werden vernieuwd. De ramen werden later (18de – 19de eeuw) verlaagd. De geveltop is uitgewerkt met een oculus en sporen van verweerde cartouches. De Lodewijk XVI-deur werd in 1779 toegevoegd door Philippus Jacobus De Noble en is rechthoekig met een geprofileerde omlijsting op neuten, met oren en bekronende druiplijst op gegroefde consoles en rozetten in de latei. De omlijsting vertoont nog het steenhouwersmerk NPN van Nicolas Paternotte telg van een gekend steenhouwersgeslacht uit Henegouwen.

Het pand gaat terug op een meerlagig middeleeuws pand opgetrokken uit Doornikse kalksteen met constructiemethoden (Opus Incertum) en vormentaal eigen aan de 13de eeuw. Het gebouw heeft een trapeziumvormig plattegrond van 17 meter diep, 5,75 meter aan straatzijde en 4,85 meter breedte achteraan. De muren zijn opgetrokken uit onregelmatige breukstenen. De afwerking van muuropeningen daarentegen gebeurde met zorgvuldiger afgewerkte stenen. In de langsmuren zijn enkele nissen uitgespaard die erop wijzen dat het vloerniveau lager moet gelegen hebben dan 6,55 T.A.W. (Tweede Algemene Waterpassing). De kelderruimte moet oorspronkelijk half ondergronds geweest zijn. In de oostmuur werd een deuropening uitgewerkt van 1,10 meter breed. Een tweede doorbreking (eerste is een nis) is een venster van meer dan 70 centimeter hoog en meer dan 40 centimeter breed. De voorzijde is te verbouwd om de oorspronkelijke indeling te reconstrueren. In een later bouwfase werd in voor- en achtergevel een kraagsteen in Doornikse steen aangebracht wat erop wijst dat op een gegeven ogenblik de zolder ondersteund werd met tussensteunen / standvinken.

Het gebouw werd gerenoveerd in het begin van de 21ste eeuw, en er werd modern schrijnwerk geplaatst. Het pand behield intern zijn moer- en kinderbalken net als een trap uit de 17de eeuw, maar heeft verder geen specifieke aankleding.

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002325, Middeleeuwse stenen (S.N. 2009).
  • BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. & DAMBRE-VAN TYGHEM F. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4NA, Brussel - Gent.

Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadswoning met trapgevel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/25042 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.