Zogenaamd "Huis Serlippens" naar J.J. Serlippens die in 1751 een aanvraag indiende voor het bouwen van dit prachtig rococohuis. Volgens het jaartal in het smeedijzeren balkon zou het werk in 1752 voltooid geweest zijn.

Bepleisterd en geschilderd dubbelhuis van vijf traveeën, twee bouwlagen op een gecementeerde plint en afgedekt met een mansardedak (leien). Rechthoekige, omlijste vensters met uitzondering van deze in de middeltravee. Licht inzwenkende middenpartij van drie traveeën afgelijnd door geblokte pilasters met ingediepte schachten en rococokapitelen en hoger opgetrokken in een ingezwenkte zolderverdieping bekroond met een gebogen lijst op horizontale aanzetten, rustend op voluten. Panelen met uitgeholde hoeken ter versiering van de borstwering. De centrale deurtravee wordt sterk benadrukt. Geprofileerde schouderboogdeur in arduin met neuten en door een tussendorpel verbonden imposten, ingeschreven in een spiegelboogvormige omlijsting met versierde sluitsteen en bekronende druiplijst, tevens balkonplaat voor de smeedijzeren leuning van het spiegelboogvormig deurvenster. Op de zolderverdieping wordt het spiegelboogvenster met bekronende druiplijst verfraaid met een oeil-de-boeuf; geflankeerde rechthoekige vensters met lamberkijnversiering aan de onderdorpel en rocailles op de borstwering. Deze gevel illustreert duidelijk de rococogeest in de accentuatie van de middenpartij, de versieringsmotieven en de golvende beweging van de gevel. Kelders met gedrukte gewelven.

Mobilair: schouwen en plafonds uit de tweede helft van de 18de eeuw, schilderingen op doek van E. Van Reysschoot (1713-1772).