Sobere wederopbouwhoeve van 1921, zie jaartal in gevelveld van schuur; tabaksast uit de jaren 1940 (?). Teruggaand op regionale hoevebouw, zie:
Opstelling: losse, lage bestanddelen rondom een onverhard erf; boerenhuis, stal, schuur en tabaksast respectievelijk ten westen, noorden, oosten en zuidoosten; erftoegang ten westen via korte landweg, tussen hekpijlers met rondbogige heiligennisjes.
Materialen: verankerde, rode baksteenbouw, bij het boerenhuis op gecementeerde plint; pannen (mechanische) zadeldaken; arduin voor sierelementen.
Streekeigen bouwelementen: rechthoekige en getoogde muuropeningen, laatst genoemde bij het boerenhuis onder strek met arduinen aanzet- en sluitstenen; in linker zijgevel van het boerenhuis laadvenster onder luifel met katrol; licht overstekende dakranden op houten modillons.
Indeling: boerenhuis van vijf traveeën; stal van acht traveeën; dwarsschuur van tien traveeën met links stalvleugel en rechts wagenhuis.