Wederopbouwhoeve van 1920 en naar ontwerp van Alfons Van Coilllie (Roeselare); mogelijk met behoud van oudere delen zie westelijke stalvleugel onder schilddak en delen van het boerenhuis. Teruggaand op de regionale hoevebouw zie,

opstelling: lage bestanddelen, gegroepeerd rondom een deels bekiezeld en deels gebetonneerd erf met onder meer geplaveide stoep voor het woonhuis; lange oostelijke erfoprit gemarkeerd door ijzeren toegangshek tussen betonnen pijlers; boerenhuis, stalvleugel + ast, dwarsschuur en wagenkot met aanpalende stalling respectievelijk ten noorden, ten westen, ten oosten en ten zuiden;

aanplantingen: voormalige, centrale putvaalt beschaduwd door notelaar; materialen: verankerde donkerrode baksteenbouw; pannen (mechanische) zadeldaken met overstekende dakranden op houten modillons, bij schuur en stal onderbroken door laadluiken; rechter zijgevel van woonhuis met uitgewerkt windbord;

indeling: boerenhuis van vijf traveeën + één onderkelderde opkamertravee + een lagere, mogelijke oudere stalvleugel, zie bouwnaad; dubbele dwarsschuur met twee aardappelkelders links; sterk aangepast, zie bouwnaden, voormalig drieledig wagenhuis met stal, nu volledig verbouwd tot stal.