Drie alleenstaande herenhuizen, gelegen in hun tuinen. Neoclassicistisch getinte breedhuizen (nummer 41 met eclectische elementen) van drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedaken (leien) met dakkapellen en oeil-de-boeufs, uit eind 19de- begin 20ste eeuw.

Bakstenen gebouwen met licht verhoogde begane grond. Verwerking van natuursteen voor de ornamenten (diamantkoppen, kordons, banden, sluit- en hoekstenen). Verlevendiging van het gevelvlak door middel van risalieten. Getoogde vensters en deuren; rechthoekige balkons met ijzeren hek.