erfgoedobject

Kindertuin met dagverblijf en lagere school Het Trappenhuis

bouwkundig element
ID
217110
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217110

Juridische gevolgen

Beschrijving

Kindertuin met dagverblijf en lagere school, volgens de bouwplannen van 1974 gebouwd in twee fases naar ontwerp van het Gentse architectenbureau BARO in opdracht van de stad Gent. De site is gelegen in de volkse wijk van het vroegere Sint-Baafsdorp en het Spanjaardenkasteel. Het hoekperceel wordt in het noorden begrensd door de Schoolkaai uitkijkend op de Napoleon de Pauwvertakking van de Nederschelde, in het westen door de Sint-Machariusstraat en in het zuiden door de Lucas Munichstraat, eertijds de Jozef Paelinckstraat. Voordat de bouw eind jaren 1970 van start ging, werden de bestaande woningen en de Kosteloze stadsschool der zonder naem niet zonder hert gesloopt.

De eerste ontwerpen voor de site dateren van 1965-1967 en werden getekend door architect Eric Balliu. Hij ontwierp een nieuwbouw met een volledige stalen skelet, opgebouwd volgens een heldere structuur waarin de verschillende functies en klassen met grote flexibiliteit konden worden ingebracht. Geïnspireerd door het ontwerp van architecten Johannes Duiker en Bernard Bijvoet voor de Openluchtschool voor het Gezonde Kind in Amsterdam-Zuid, sloot ook in Balliu's ontwerp elke klas aan op een eigen terras. Omwille van allerlei administratieve problemen en vertragingen, werden deze ontwerpen nooit uitgevoerd.

Toen Eric Balliu in 1967 samen met Johan Baele het architectenbureau BARO oprichtte, werden de bestaande ontwerpplannen herdacht. Het uiteindelijke ontwerp toont een brutalistische architectuur met verspringende, blokvormige volumes onder platte daken waarin de basisprincipes van het bureau BARO verwerkt werden. Omwille van voornamelijk technische redenen werd in plaats van een metalen skelet, een betonnen skelet gebruikt als basis. Na een bezoek van de ontwerpers aan de Montessorischool in Delft van architect Herman Hertzberger, besloot men de gevels op te trekken in ruw gelaten, kunstmatige stenen met een gebroken witte kleur, meer bepaald B2-Bredero-betonblokken. De betonblokken onderscheiden zich van de omliggende burgerhuizen met gepleisterde lijstgevels uit de tweede helft van de 19de eeuw, zonder het karakter van de wijk te schaden. In een betrachting om zowel in de site als bij uitbreiding in de directe omgeving binnen de wijk meer groen te integreren, kozen de architecten ervoor om terrassen, binnen- en buitentuinen te integreren in het architecturale concept en het terrein van de lagere school af te boorden met lage bloembakken. Functioneel vormgegeven en doordacht geplaatste rechthoekige vensters doorbreken de gevel. Enkele voorbeelden zijn het grote doorlopende bandvenster op de gelijkvloerse verdieping in de noordgevel van de lagere school waarachter zich de turnzaal bevindt met in de westgevel de hoog geplaatste vensterstrook waarachter de kleedkamers liggen. Het venster in het bureau van de directie van de kindertuin en het dagverblijf, gelegen boven de hoofdtoegang van het gebouw, loopt over de hoek door zodat zij steeds een goed zicht kan bewaren. De gevels waar de klassen aansluiten op de terrassen en buitenspeelplaatsen zijn maximaal opengewerkt waar de klassen aansluiten op de terrassen en buitenspeelplaatsen.

Tussen 1980 en 1984 werden in een eerste fase de kindertuin en dagverblijf gebouwd en in een tweede fase de lagere school. Tussen beide panden bevindt zich een doorgang tussen de Schoolkaai en de Lucas Munichstraat die grotendeels overeenkomt met de vroegere Sint-Lutgardestraat, afgeschaft bij Koninklijk Besluit van 16 februari 1972.

De kindertuin met dagverblijf is een halfvrijstaand gebouw van gemiddeld twee bouwlagen hoog. De vrij gesloten noordelijke voorgevel loopt centraal, boven de hoofdtoegang en het trappenhuis, hoger op tot een derde bouwlaag waarin zich in een ondiep volume de technische ruimtes bevinden. Aan de noordzijde van het pand bevinden zich volgens het bouwplan op de gelijkvloerse verdieping achtereenvolgens een kleine parking, later gedicht met een raam, de hoofdtoegang tot het gebouw, het centrale trappenhuis met achterliggend sanitair blok, een kleedruimte, berging voor kinderwagens, een dienstlokaal en uiterst rechts een doorgang naar de terrassen van de klassen en achterliggende speelruimte. Ook op de tweede verdieping bevinden zich aan deze kant van het pand enkele functionele ruimtes als twee kamers voor afzondering, een lokaal voor de kinderverzorging, het bureau van de directie, het trappenhuis met lift, de EHBO-ruimte, het dokterskabinet, de opwarmkeuken, een verblijf voor het dienstpersoneel en een bergruimte. Aan de westelijke zijde van het pand, uitkijkend op de speelplaats van de lagere school, bevinden zich op de gelijkvloerse verdieping drie klaslokalen, alle met gelijke oppervlakte en naar achter springend in bouwdiepte. Elke klas sluit in het westen aan op een terras, geeft aan de oostzijde uit op een centrale speelklas en aan de zuidzijde op de open speelplaats. De eerste verdieping volgt eenzelfde opbouw met een rustzaal, twee diagonaal tegenover elkaar geplaatste speel- en eetzalen en parallel hiermee twee buitenterrassen.

De vrijstaande lagere school telt in totaal zeven niveaus, telkens verspringend met een halve bouwlaag. De volledige school is georganiseerd rondom het ruime, centraal gelegen trappenhuis met liftkoker, vandaar de naam van de school 'Het Trappenhuis'. Deze opbouw is geïnspireerd op Herman Hertzbergers ontwerp van de Montessorischool in Delft waarbij de architect de school vergelijkt met een stad, opgebouwd uit identieke kleine wooneenheden (de klassen) rondom een publieke ruimte waar men elkaar ontmoet (het trappenhuis). Volgens de bouwplannen bevindt zich op het eerste niveau, gelegen aan de noord- en westzijde van het pand, een turnzaal van twee niveaus hoog met in de noordwestelijke hoek de kleedkamers en in het westen enkele technische ruimtes. Op het tweede niveau, voornamelijk gelegen in het zuiden, ligt de leraarskamer en bevinden zich aan de Lucas Munichstraat de toegang voor het personeel en de bezoekers als ook een bergplaats voor fietsen, een sanitair blok en een gedeeltelijk overdekte speelplaats in het oosten. De volgende niveaus omvatten in totaal negen klassen, elk aansluitend op een even grote buitenklas. Gezien de beperkte oppervlakte van het terrein worden de klassen als terrassen gestapeld waarbij het dak van het onderliggende lokaal de buitenklas vormt voor het volgende niveau.

Latere verbouwingen omvatten het toevoegen van volumes in de lagere school, uitgevoerd met een parement van gevelpanelen, en het plaatsen van hekkens rondom de site.

  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, Litt. J/2/74.
  • BOSSCHEM J., CARDON D. 2001: Selectie hedendaagse architecten van de Academie Gent. Erik Balliu, in: BOSSCHEM J., VIAENE P. (red.): 1751-2001. 250 jaar architecten van de Academie Gent, Gent, 144-147.
  • DUBOIS M. 1988: Gentse architectuur van deze eeuw: een overzicht, in: DE KOONING M. (red.), Architectuur als Buur. Panorama van Gent en omstreken 1968-1988, Gent, 36-37.
  • S.n. 1988: Panorama. Scholen, Culturele en Verzorginstellingen, in: DE KOONING M. (red.), Architectuur als Buur. Panorama van Gent en omstreken 1968-1988, Gent, 62.
  • Informatie verkregen van architect Johan Baele (september 2014).

Auteurs: Depuydt, Katrijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kindertuin met dagverblijf en lagere school Het Trappenhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217110 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.