erfgoedobject

Villa Geurts

bouwkundig element
ID
217057
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217057

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Geurts
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Geurts
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

De Villa ter Dennen of Villa Geurts, is een kwalitatief en goed bewaard voorbeeld van een vrijstaande landelijke villa in een ruim park, gebouwd in 1908 naar ontwerp van de Lokerse stadsbouwmeester Henri Vanden Broucke (1876-1928) in opdracht van vrederechter Adolf Geurts.

Historiek en context

De villa is gelegen in de Lokerse Stationswijk, uitgebouwd vanaf midden negentiende eeuw op vroegere meersgronden. De Groendreef werd hierbij aangelegd tussen het Stationsplein en de Steenweg van Gent naar Antwerpen. De wijk werd vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw hoofdzakelijk bebouwd met (buiten-)verblijven van rijk geworden industriëlen en gegoede burgers, vormgegeven als landelijke kasteelachtige villa's in het groen. Het meersengebied was vooral in bezit van grootgrondbezitters. Zo hoorden de gronden van de Villa Geurts oorspronkelijk toe aan Cesar Eduard Cruyt (1829-1896). In het meersengebied exploiteerde hij diverse percelen voor een boomkwekerij. Zijn eigendom bevatte een lusthof, paviljoenen en een remise. In 1908 werden de gronden verkocht aan vrederechter Adolf Geurts (Alveringem 1871 – Lokeren 1938), die in datzelfde jaar opdracht gaf aan architect Henri Vanden Broucke om een nieuwe villa of 'château' te bouwen, na sloop van de paviljoenen en remise.

Na het overlijden van weduwe Geurts in 1948, werden het Bisdom Gent en de Katholieke Universiteit van Leuven bij testament als erfgenamen aangesteld. Kort nadien werd het domein door de stad Lokeren verworven. Vanaf 1 januari 1965 werd de site voor een termijn van 27 jaar aan de Provincie Oost-Vlaanderen verhuurd, die er de Provinciale Handels- en Taalleergangen in onderbracht. In functie van dit onderwijs richtte het provinciebestuur semigeprefabriceerde klassen naast de villa op, ter hoogte van de vroegere boomgaard. De ruime tuin werd niet verhuurd en gebruikt als openbaar park. Na afloop van het huurcontract met de Provincie Oost-Vlaanderen, behoort het domein sinds 1996 tot de Stedelijke Academie voor Muziek. De villa wordt gebruikt door de administratie en als leslokalen. De tuin is nog steeds openbaar park.

Architectuur

De bouwgeschiedenis van de imposante villa is minutieus te reconstrueren dankzij het bewaarde bouwplan en de notities van de bouwheer Geurts. Het notaboekje getuigt van de nauwe betrokkenheid van de bouwheer bij het ontwerpproces en de opvolging van de werkzaamheden. Ook vermeldde hij in het boekje verwijzingen naar het werk 'Traité de l’ Architecture' (1905) van ingenieur Louis Cloquet. Geurts ging hierin op zoek naar de ideale moderne villa. Zo verwees hij naar een 'type de villa moderne d’après Viollet-le-Duc' en noteerde het als 'plan d’oriëntation et d’explication', namelijk met een eenvoudig grondplanschema met aanduiding van bureel, salon, eetplaats, keuken en lokalen voor sanitaire installaties, waarbij alle kamers gelegen waren rondom een grote inkomhal. De representatieve ruimten waren georiënteerd naar de zonnekant, waarbij telkens een klein terras of balkon werd voorzien en een uitspringend venster (bow-window) of erker. In de publicatie van Cloquet werd het grondplan van de kasteelvilla van Hendrik Van Duyse-Blanchaert te Lokeren (1892, architect Stephan Mortier) aangehaald als een modeltype van een moderne Vlaamse villa. Deze villa is gelegen aan het einde van de Groendreef, op een paar honderd meter van het perceel waarop vrederechter Geurts zijn villa wilde bouwen.

Het imposante landhuis is te typeren als een eclectische villa met hoofdkenmerken van de vroege cottagestijl, beïnvloed door de Anglo-Normandische bouwstijl. De pittoreske opbouw, vormgeving en volumewerking van de villa wordt verkregen door het spel van composiete daken, topgevels of afgewolfde gevels, verspringende en risalietvormende traveeën, pittoreske dakkapellen en het veelvuldig gebruik van erkers. Het ontwerp refereert in stijl naar een iets vroeger ontwerp van Vanden Broucke, namelijk een villa met latere drukkerij aan de Kasteelstraat te Tielt (1906). Aan de overkant van de Groendreef bevindt zich de toenmalige Rijksschool of 'Ecole Moyenne' (1912-1913), eveneens naar ontwerp van dezelfde architect.

Villa op een bijna vierkante plattegrond, van twee bouwlagen boven een hoge onderbouw met kelder en afgedekt met een derde bouwlaag in de geveltoppen of als zolderverdieping onder een gecombineerd schilddak. Sierlijk afgewerkte schoorsteenmassieven in baksteen tooien de bedaking. Rode baksteenbouw op een hoge plint van blauwe hardsteen, onderbroken door steekboogvormige keldervensters, voorzien van ijzeren traliewerk. De gevels zijn algemeen gekenmerkt door het decoratief aanwenden van imitatievakwerk in overkragende puntgevels, kroonlijsten op klossen, met veelvuldig gebruik van grote erkers of een bow-window in de verschillende bouwlagen. Horizontale geleding door het gebruik van doorlopende hardstenen onderdorpels onder de muuropeningen en door pseudodruiplijsten in cementmortel. De vensters op de gelijkvloerse verdieping hebben rolluiken.

Elke gevel vertoont een asymmetrische compositie van ongelijke traveeën.

De voorgevel telt drie ongelijke traveeën. Geaccentueerde middentravee met verhoogd toegangsportaal met een driedelige rondbogige arcade geritmeerd door zuilen, afgesloten door een borstwering met gecementeerde, betonnen balusters. Bekronend balkon met gelijkaardige balustrade, toegankelijk via drie rondboogvensters. De middentravee wordt langs beide zijden geflankeerd door twee opvallende puntgevels, links onder een afgewolfd dak, met overkragend topgevelveld opgevuld met imitatievakwerk, dat thans geschilderd is. Rechts wordt elke verdieping geopend door twee vensters met roedeverdeling. De linkertravee wordt geopend door drielichten op de gelijkvloerse en tweede verdieping, en door een polygonale erker op de eerste verdieping. Aan weerszijden van de erker, beschut onder de sterke overkraging van het topgevelveld, zijn twee sgraffito-versieringen aangebracht met gestileerde voorstelling van een haan en van uilen in een dennenboom, in de trend van de art nouveau. Aan de bovenrand van de hoofdgevel, onder het ver uitspringende dakoverstek en tussen de klossen, loopt een sierband met gestileerde dieren- en bloemenmotieven.

De rechter zijgevel vertoont een opvallend, breed uitgewerkt risaliet aan de rechterzijde, onder een uitkragende topgevel met dakoverkraging op klossen, opgevuld met imitatievakwerk, heden wit geschilderd. Een doorlopende polygonale erker markeert de eerste en tweede bouwlaag.

De linker zijgevel is opgebouwd als een lijstgevel onder een kroonlijst op korte klossen. Steekboogvormige vensters met roedeverdeling in de bovenlichten. Op de gelijkvloerse verdieping zijn twee traveeën ingenomen door buitendeuren.

De achtergevel is een dynamisch samenspel van verspringende traveeën, risalieten en daken. De beide hoeken worden gemarkeerd door een topgevel met dakoverstek op grote klossen. Het hoofaccent ligt op de middentravee met een kleine aanbouw onder lessenaarsdak, waar zich de toegang bevindt tot het achterhuis. De achterdeur wordt aan weerszijden geflankeerd door twee vensters. Boven het lessenaarsdak bevinden zich drie oplopende, rondboogvormige muuropeningen, voorzien van glasramen. De topgevels worden geopend door kleine steekboogvormige vensters.

Interieur

Het eenvoudige, symmetrisch opgevatte grondplan, waarbij alle kamers geschikt zijn rondom een grote inkomhal, is op vraag van de opdrachtgever uitgewerkt volgens de idealen van de begin-20ste-eeuwse moderne villa. Alle voorname kamers van het huis geven met een vleugeldeur uit op de hal. Aan de linkerzijde bevinden zich de werkruimten, met name het bureel, een gang met sanitair als tussenruimte en vervolgens de keuken. Aan de rechterzijde bevinden zich de meer rijkelijk ingerichte leefruimten met name de salon en de eetkamer. Op de bovenverdieping voorziet het bouwplan drie grote slaapkamers aan de voorzijde, met een vierde slaapkamer aan de rechterkant op het noorden. Aan de linkerzijde van de achtergevel was ruimte voorzien voor een badplaats, naaikamer en toiletkamer.

Het interieur van de woonst wordt gekenmerkt door een rijke eclectische en pittoreske vormgeving en inrichting in begin-20ste-eeuwse gangbare stijlen, gaande van de Engelse cottagestijl, neo-Vlaamserenaissance-stijl tot de Franse neo-Lodewijkstijlen. Het aangeklede en decoratieve interieur is bewaard in de verschillende voorname kamers, onder meer in de inkomhal, het neo-Lodewijk XV-salon, de neo-Vlaamserenaissance-eetkamer, het bureel, de traphal en de slaapkamers. Originele gevleugelde binnendeuren, decoratief bepleisterde en beschilderde plafonds en muurwanden, wandbehang, marmeren schouwmantels, mozaïekvloer, vloer- en wandbetegeling, parketvloeren en gekleurde glasramen bleven tot op heden in situ bewaard.

Park

De Villa Geurts werd ingeplant in een grote afgesloten parktuin, evenals de naastgelegen parksite van Villa ter Beuken. De villa is via een, nu geasfalteerde, toegangsweg verbonden met de straat. Het park evolueerde van een 19de-eeuwse lusttuin naar een romantisch aangelegde tuin in Engelse landschapsstijl, met serpentinevijver, slingerende paden en solitaire bomen, vooral dennen en ceders, en zones van lage struiken. De aanleg werd ten gevolge van latere functies wel gewijzigd, maar vormt tot op heden een historisch onlosmakelijk en goed herkenbaar geheel met de woning.

Het perceel wordt aan de straatzijde deels afgesloten door een haag, deels door vernieuwd hekwerk. Het door Vanden Broucke in 1921 ontworpen hekwerk in art-decostijl, met een draaiend, smeedijzeren vleugelhekken versierd met spijlen en krullen in fraai ajourwerk, gevat tussen stenen hekpijlers, is aldus niet langer bewaard.

  • Stadsarchief Lokeren, Modern archief Lokeren (MAL), Bouwdossiers Groendreef, dossier ‘Villa Geurts’, MAL 518-522; MAL 516.
  • BOURGOIS M. 1997: De villa Geurts alias Hof ter dennen in de Groendreef te Lokeren. Grasduinen in het bouwdossier en in andere archivalia, De Souvereinen 28.2, 38-51.
  • CLOQUET L. 1900: Traité de l’architecture, Elements de l’architecture, types d’édifices. Esthetique, composition et pratique de l’architecture, Parijs-Luik.
  • DEMEY A. en VAN CAMPENHOUT N. 1992: Bouwen tijdens de belle époque. Architectuur te Lokeren tussen 1890 en 1914, Gent.
  • LIEBAUT H. 2009: De erfgoedwaarde van de villa en het park Ter Beuken In Lokeren, in: VAN CAMPENHOUT N., Het verleden is alomtegenwoordig, Huldeboek aan Hilaire Liebaut, Lokeren, 35-69.
  • MEGANCK L., POULAIN N. en VAN CAMPENHOUT N. 1999: Tussen traditie en vernieuwing, Interbellumarchitectuur in Lokeren, Lokeren.
  • VAN DER JEUGT I. 1997: Vrede als 't kan, Recht als ’t moet. Over Adolf Geurts (1871-1938), De Souvereinen 28.2, 52-68.

Auteurs: Van Branden, Gudrun
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Geurts [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217057 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.